Vooral de situatie in Rotterdam laat veel te wensen over. ‘Rotterdam is een logistieke nachtmerrie voor de zeevarende’ en ‘Rotterdam is high stress zone’ rapporteert de universiteit op basis van interviews met zeevarenden. Het rapport werd gepresenteerd tijdens een symposium bij STC Rotterdam op donderdag 1 juni en werd een paar weken eerder aangeboden aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Miljoen zeelieden
Kort verlof aan de wal is volgens onderzoeker Maurice Jansen een primaire levensbehoefte van zeevarenden. En hun welzijn is een cruciale factor in de maritieme sector. Ruim één miljoen zeevarenden doen jaarlijks de Nederlandse zeehavens aan. Het maritieme arbeidsverdrag (MLC) verplicht de lidstaten hen welzijnsvoorzieningen aan de wal aan te bieden. Maar het verdrag legt niet op wie hiervoor financieel verantwoordelijk is. In de praktijk schieten daardoor faciliteiten tekort en worden die vooral door vrijwilligers in stand gehouden. Veel zeevarenden geven aan graag even op de wal op te gaan, maar dat dit vaak niet mogelijk is. De onderzoekers wijten dit, naast slechte bereikbaarheid, aan omslachtige veiligheidsvoorschriften, tijdsdruk en vermoeidheid.
Professionals nodig
Daarnaast toont het rapport aan, dat de huidige voorzieningen onder druk staan. Zelfs met de hulp van vrijwilligers. ‘Hoewel vrijwilligers een waardevolle rol spelen bij de ondersteuning van zeevarenden, is er behoefte aan een stabiele en structurele financiering om ervoor te zorgen dat er altijd voldoende welzijnsvoorzieningen beschikbaar zijn in Nederlandse zeehavens’, legt Jansen uit tijdens het symposium.
Het rapport pleit voor meer professionele medewerkers, waaronder een operationeel coördinator, een financieel manager en een geestelijk verzorger. Deze professionals kunnen een netwerk van vrijwilligers aansturen en aanvullende fondsen werven om de welzijnsvoorzieningen te ondersteunen.
Welfare officer Ann Van Der Sypt van Internationaal Zeemanshuis Antwerpen beaamde dit tijdens het symposium. ‘Het is essentieel dat betaalde professionals aan het werk zijn bij de zeemanshuizen om alles draaiend te houden. Die stabiele factor is bij ons in Antwerpen erg belangrijk.’
Structurele financiering
In Nederland ontbreekt het veelal aan structurele financiering. ‘Zeemanshuizen behoren tot de publieke walvoorzieningen en zouden daarom ook meer structurele steun moeten krijgen’, betoogde Jansen. Volgens het rekenmodel van de onderzoekers bedragen de vaste kosten van een zeevarendencentrum met twee vervoermiddelen op 316.000 euro en voor een zeevarendencentrum met één vervoermiddel 276.000 euro. Alleen als die vaste kosten structureel gedekt zijn kan het centrum functioneren met professionele medewerkers. In het model komt dit neer op ongeveer 70% van het benodigde budget. De resterende 30% moeten de zeemanshuizen zelf zien te financieren. Dit kan worden gedaan door middel van sponsoring, donaties en opbrengsten uit verkoopactiviteiten.
Visie ontbreekt
Behalve geld is er ook behoefte aan een gezamenlijke visie. ‘Momenteel is er geen gezamenlijk beleid of landelijke structuur.’ Hierdoor verschillen beleid, financiering en uitvoering volgens Jansen sterk per regio. De NZC zou een voorname rol kunnen spelen bij het verbinden van de regio’s en het organiseren van welzijnsvoorzieningen in samenwerking met havenbedrijven.
Rotterdamse haven
Rotterdam laat volgens de onderzoekers het meest te wensen over van alle zeehavens in Nederland. Momenteel zijn de zeemansvoorzieningen niet goed bereikbaar vanuit belangrijke gebieden zoals de Botlek en de havens dichtbij de stad. Dit komt gedeeltelijk door tijdelijke sluitingen en het gebrek aan een busverbinding. Daarnaast wijst het rapport op de onduidelijkheid rondom de toewijzing van financiële middelen. De onderzoekers vragen zich af of die voornamelijk is gericht op commerciële belangen of daadwerkelijk bijdragen aan het welzijn van de zeevarenden.
Buurlanden
Het rapport vergelijkt de situatie in Nederlandse havens met die in buurlanden zoals Antwerpen en Hamburg. Het blijkt dat de centra voor zeevarenden in Antwerpen en Hamburg beter zijn georganiseerd en meer overheidssteun krijgen. Het gaat hier om professionele organisaties die over voldoende financiële middelen beschikken. Het rapport adviseert dit model over te nemen.
Petitie 2020
Zowel minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat als Rotterdamse wethouder Robert Simons van Haven, Economie, Bestuur en Horeca liet in een videoboodschap weten te willen werken aan een oplossing.
Of het rapport ook gaat zorgen voor actie is nog maar de vraag. In 2020 vroeg het NZC ook al om structurele financiering voor de zeemanshuizen. In een petitie aan de Kamercommissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wees de NZC erop dat Nederland niet voldeed aan haar internationale verplichtingen rond het welzijn van zeevarenden. En gaf toen ook al aan dat ruim 360.000 euro euro nodig is om een zeemanshuis open te houden.
Lees ook:
Zeevarenden geven varend bestaan lager cijfer
Ruim 360.000 euro euro nodig om zeemanshuizen overeind te houden
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?