- Sascha Meijer (Nautilus): ‘Vermoeidheid is niet goed voor de veiligheid aan boord’
Door Dirk van der Meulen
‘Zeelieden zijn over het algemeen nuchter volk. Ze accepteren vrij lang dat het, zoals nu met het coronavirus, even niet anders kan. Ze praten zichzelf moed in door te zeggen dat je beter aan boord kunt blijven, dat je daar veilig bent. Maar als het te lang duurt komt fatique om de hoek kijken en vermoeidheid is niet goed voor de veiligheid aan boord’, zegt Meijer zaterdag 11 april in een interview met Schuttevaer. Op wereldschaal gaat het om zo’n 100.000 zeelieden, aan Nautilus-leden wachen er zo’n 2500 op aflossing.
Crews collectief wisselen
Waar Nautilus voor pleit zijn havens in verschillende wereldregio’s, waar crews collectief gewisseld kunnen worden, waar mensen aan wal kunnen en waar medische screening is; waar het vervoer op gang komt en mensen veilig naar huis kunnen vliegen, zegt Sascha Meijer. Daarover gaat het in nationale en internationale contacten met reders, en via ILO en IMO met de Verenigde Naties.
‘Er wordt nu bijna nergens afgelost’, hoort ze in de dagelijkse contacten met veel Nautilus-leden wereldwijd. ‘Wij kunnen het vaak niet voor de leden oplossen. Wel kunnen we meedenken en ze steunen, hun verhalen weer in de lobby brengen. Wij nemen een wat bescheiden rol in’, zegt Sascha Meijer. Medisch acute situaties doen zich bij haar weten nog vrijwel niet voor. De situatie op het offshoreschip Saipem FDS in de Rotterdamse Waalhaven, waarbij de scheepsarts het leven liet en de bemanning in quarantaine zit, lijkt daarop een uitzondering.
Zorgelijke situaties
Zorgen zijn er wel bij Nautilus. Bijvoorbeeld om een kapitein die al een maand in Brazilië in een hotel zit, veel leden die in China geen walverlof kunnen nemen of zeevarenden die zieke familie hebben en graag naar huis willen. ‘Veel reders doen er alles aan om daarin te voorzien, als het gaat’, merkt Meijer.
Het coronavirus maakt normaal aflossen vrijwel onmogelijk, ook voor Filipijnen die negen tot tien maanden aan boord zitten en dan in Manilla nog een maand lang in quarantaine worden geplaatst in een YMC. Sascha Meijer: ‘Wij zijn er niet op tegen als lokale autoriteiten een oplossing verzinnen, maar een hotel huren is geen quarantaine. ’
Op het initiatief van baggeraar Deme, om mensen veertien dagen in quarantaine te nemen op een hotelschip in Oostende voor ze als aflossing naar boord gaan, zegt ze: ‘Als het veilig georganiseerd wordt, kan het een manier zijn. Maar hoe breng je mensen veilig naar zo’n hotelschip? Dichtbij, voor schepen op de Noordzee, is dat een stuk makkelijker dan wereldwijd. Ik kan me voorstellen dat je een rustige plek in een haven moet organiseren. Als je niet die wisselingen op gang gaat krijgen, wordt het op den duur sociaal en medisch onhoudbaar, te onveilig ook.’
Weinig vluchten
Die boodschap gaf Sascha Meijer maandagmorgen 13 april ook af in het NOS Radio1 Journaal (07:34 uur): ‘Door de coronacrisis zijn er weinig vluchten, wel heel veel maatregelen waardoor zeevarenden in sommige landen helemaal niet naar de wal kunnen en je soms – zelfs dichtbij in een land als Spanje – eigenlijk niet of nauwelijks naar huis kunt.’
In het radioprogramma kwam ook Bob Kuipers, tweede stuurman op een schip dat in de haven van Maracaibo in Venezuela lag te lossen, aan het woord. Hij zit normaal 4 maanden aan boord, nu al 4,5 en verwacht dat hij de 5 maanden wel vol zal maken. ‘Vooral de onzekerheid is een lastig. Niet alleen voor mijzelf aan boord, maar ook voor het thuisfront. Dat vraagt: wanneer kom je weer thuis? Op dit moment is er niemand die het weet.’
Wat vindt hij dat er moet gebeuren? Bob Kuipers: ‘Wij zouden graag zien dat er internationaal een oplossing komt, zodat aflossingen gewoon weer plaats kunnen vinden. Want als beroepsgroep zijn wij wel van vitaal belang voor de wereldhandel en de wereldeconomie, maar intussen zitten veel collega’s vast aan boord. Hun term zit erop, maar ze kunnen niet naar huis.’ Sascha Meijer: ‘Het is een majeure operatie, waarvoor het tijd wordt dat we met z’n allen wereldwijd oplossingen organiseren.’