Door Kees Wiersum
Voor mij bestaat dat werk uit het organiseren van een toolbox-meeting, tientallen mailtjes doornemen, mijn overdracht bestuderen en alle verdere klussen die ik nog snel gisterenavond in mijn agenda heb geschreven: ‘Alle dubbele bodemtanks over laten lopen! E-tickets aflossers uitprinten, NOR tenderen.’ Tussen deze bedrijven door moeten er ook nog stalen frames worden geladen, ruim 300 ton zwaar. Daarvoor is de kapitein natuurlijk een onmisbare spil, zoals hij daar op de brug zit en met een groot ballastconsole in de weer is… Ik hoef mij niet te vervelen, denk ik, terwijl ik de trappen afsnel onderweg naar de messroom voor het ontbijt.
De kok, die mij nog kent van de vorige keer – gaat die man dan nooit met verlof? – weet het nog precies: een glas vers geperste sinaasappelsap staat al klaar. En géén vet ei met spek voor deze kapitein, dat hoeft hij niet eens te vragen. Wanneer ik thee inschenk en de dag probeer te plannen, bekruipt mij het gevoel iets over het hoofd te zien. Iets wat vandaag ook nog staat te gebeuren. Maar omdat ik aan zoveel dingen tegelijkertijd moet denken kan ik er de vinger niet op leggen. Later, op de brug, vliegen mijn vingers over de knoppen van het ballastpaneel. Vertrouwd gevoel, terug op mijn eigen scheepje, denk ik.
Maar ergens in mijn achterhoofd zeurt het gevoel dat ik iets ben vergeten. Iets belangrijks. Afijn, daar kom ik later wel op. Het werk neemt mij daarna volledig in beslag. Beneden lopen gele, rode en blauwe mannetjes druk te doen rond onze enorme kraanhaak. Achter ons ligt een schip van dezelfde rederij op vertrek. Wanneer ik naar buiten ga om het vertrek gade te slaan, zien een paar bemanningsleden mij. Ze zwaaien en joelen. Leerlingen, stel ik geroutineerd vast. En dan valt het kwartje. Vandaag komen onze leerlingen aan. Acht stuks maar liefst! Dát was ik vergeten! Het is vandaag dinsdag! En niet maandag, die jetlag… En ik heb het nog niet gedacht of de gangway-wacht meldt: ‘All cadets onboard!’
‘Send them to the bridge’, antwoord ik automatisch, maar in een lichte paniekaanval vraag ik me af of alles wel is geregeld. Hutten gereed? Bedlinnen? Schema’s voor de wasmachines? Dan krioelt de brug van leerlingen die mij vol verwachting aankijken. Hun carrière is begonnen; mijn nieuwe termijn ook.