Langoustinevissers vrezen gevolgen aanlandplicht

De kotter is van 1969 en meet krap 27 meter. Ondanks die hoge leeftijd is het een goed zeescheepje en draait ze lekker mee met de rest van de vloot. De opvarenden verdienen een goede boterham. Maar of dat de komende jaren ook zo zal zijn, is nog maar de vraag. Schipper Jan de Visser van de WR-19 is verre van optimistisch. ‘De bal ligt telkens bij ons.’

Langoustinevissers vrezen gevolgen aanlandplicht

Wieringer schipper De Visser: ‘De bal ligt telkens bij ons’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Langoustinevissers vrezen gevolgen aanlandplicht | Schuttevaer.nl

Langoustinevissers vrezen gevolgen aanlandplicht

De kotter is van 1969 en meet krap 27 meter. Ondanks die hoge leeftijd is het een goed zeescheepje en draait ze lekker mee met de rest van de vloot. De opvarenden verdienen een goede boterham. Maar of dat de komende jaren ook zo zal zijn, is nog maar de vraag. Schipper Jan de Visser van de WR-19 is verre van optimistisch. ‘De bal ligt telkens bij ons.’

Langoustinevissers vrezen gevolgen aanlandplicht
  • Wieringer schipper De Visser: ‘De bal ligt telkens bij ons’
  • ‘Het is een grote vergissing van Brussel’

Door W.M. den Heijer
De aanlandplicht, die vanaf 1 januari op de Noordzee onder meer gaat gelden voor de visserij op tong, schol en Noorse kreeft, houdt de gemoederen in de visserij danig bezig. Maar niet alleen de vissers zitten met hun handen in het haar. Visafslagdirecties weten ook niet hoe ze hierop moeten anticiperen. Een visafslag is gebouwd en ingericht voor de aanvoer, het sorteren en verhandelen van consumptievis. Waar de aangevoerde discards naartoe moeten, is ook niet bekend. Wie gaat ermee aan de slag? Het is een absurde maatregel volgens De Visser. ‘Het is een grote vergissing van Brussel. Zo zie ik het. Niemand is hiermee gebaat. Je gaat toch geen baby-visjes dood aanvoeren, waar niemand iets aan heeft? Ja, verwerken tot veevoer of tot voer voor huisdieren. Belachelijk. Stel dat de helft blijft leven, dan vindt dat toch zijn weg weer? En wat dood gaat, dient als voer voor roofdieren, zoals zeevogels en grotere vissen, of voor de afvalverwerkers van de zee, zeesterren en krabben. Uiteindelijk keert dat wat wij op de band laten lopen weer terug in het ecosysteem. Ik kan me haast niet voorstellen dat NGO’s (milieuorganisaties – red.) deze maatregel toejuichen. De NGO’s en Brussel hebben kennelijk geen flauw idee wat de consequenties van de discardban zijn. Daar hebben ze nog echt niet over nagedacht.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer