Door Menno Smit
In zijn afscheidstoespraak memoreerde Odink de sterk wisselende omstandigheden in de visserijsector tijdens zijn voorzitterschap. ‘We begonnen werd met een ingrijpende sanering van de kottervloot. Daarna kreeg de sector te maken met torenhoge energieprijzen en nu weer met lage opbrengstprijzen.’Teleurstelling was er over de uitspraken van de Raad van State over de mosselsector, de houding van de Mededingingsautoriteit (NMa) ten opzichte van de garnalensector en recentelijk over de afwijzing door de politiek van het door de sector ontwikkelde aalbeheerplan.Positief noemde Odink de verruimde quota voor een aantal vissoorten, dankzij de meerjarige beheersplannen, het convenant voor de mosselsector en de inspanningen voor een duurzame garnalenvisserij. Ook het overleg met natuur- en milieuorganisaties is in zijn ogen constructiever geworden. Als voorbeeld noemde hij de gezamenlijk afspraken over een duurzaamheidstraject. Overigens is Greenpeace daarbij niet betrokken, want constructief overleg met deze organisatie is volgens Odink nog steeds niet mogelijk.
Veel bereiktOok de sector zelf heeft volgens Odink veel bereikt. Heel positief noemde hij de initiatieven om tot een meer duurzame visserij te komen. Zo werd het Certificaat Verantwoordelijk Vissen (CVV) ontwikkeld, het Visserij Innovatie Platform opgericht en de kottervisserij heeft veel energie gestoken in energiebesparing en de ontwikkeling van duurzame visserijmethodes, zoals SumWing en pulskor. Deze nieuwe vismethodes besparen niet alleen veel brandstof, ze leveren ook minder bijvangst op en aanzienlijk minder bodemberoering.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?