Jansen ontdekte een mechanisme bij schelpdieren waarmee die hun stofwisseling kunnen regelen. Het bleek hem dat de zuidelijke verspreidingsgrens van het nonnetje, een tweekleppig schelpdiertje, sinds de jaren zeventig 400 kilometer noordelijker is komen te liggen. Mosselen zijn beter aangepast aan temperatuurstijgingen en worden niet bedreigd door klimaatsveranderingen. De aarde warmt op, klimaatzones verschuiven. Dieren en planten die zich makkelijk verplaatsen schuiven mee, anderen sterven uit omdat ze slecht kunnen verkassen. Het water langs de Europese westkust werd de laatste halve eeuw 1 tot 1,5 graad warmer. Wat zijn de effecten? Waarin verschillen dieren die wel overleven bij hogere temperatuur? Hoe passen ze zich aan? Wat zijn de grenzen van die aanpassing?
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?