Bestemming is de Noord-Senegalese havenstad Saint Louis, die aan de monding van de Senegalrivier ligt. De schepen worden na lossing overgedragen aan de OMVS (Organisatie voor de ontwikkeling van de Senegalrivier). De OMVS gaat, met ondersteuning van diverse Nederlandse bedrijven, waaronder Havenbedrijf Rotterdam, een nieuw traject voor vervoer over de Senegalrivier opzetten. Bedoeling is dat de schepen ijzererts, fosfaat en andere droge exportlading gaan vervoeren naar de nieuwe haven van Saint Louis voor verscheping over zee. Met de ontwikkeling van het rivierproject is een bedrag gemoeid van 700 miljoen dollar. De Sénégalrivier is 1700 kilometer lang. Op 27 kilometer van de mondig ligt een dam met een sluis. De dam voorkomt dat zout water in de droge tijd (november tot juni) te diep naar binnen dringt.
De schepen worden bij Saint Louis op zee overboord gezet, waarna ze op eigen kiel naar binnen varen. De ingang van de haven is niet goed betond en niet zo diep. Ad Schroot vaart een van de Kempenaars zelf naar binnen.
De koelsystemen van de motoren zijn bij Houben in Maasbracht aangepast en hebben een servicebeurt gekregen. De brandstoftanks zijn schoongemaakt en de ankerlieren zijn vervangen. Probleem in dit gebied is echter de grote hoeveelheid woestijnstof in de lucht. Die vormt een bedreiging voor motor, aangezien het fijne stof
luchtfilters verstopt en doordringt tot in de turbo, achter de kleppen en in de gas- en smeerolie. (HH)
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?