Het gaat om trajectmetingen. Er wordt niet met bijvoorbeeld een lasergun gemeten, maar met de stopwatch. De trajecten waar wordt gecontroleerd zijn ingemeten door landmeters, zodat de handhavers precies de juiste afstand weten tussen bijvoorbeeld twee bruggen. Bij het eerste meetpunt wordt het voorschip ‘ingeklokt’. De stopwatch wordt stilgezet bij het tweede meetpunt. Dat laatste gebeurt pas bij doorvaart van het achterschip, zodat een extra marge ontstaat. Door de afstand van het traject door de gemeten tijd te delen kan de gevaren snelheid worden berekend.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?