‘Onder water moet je iets te doen hebben’

Met zijn duikschip Panda biedt Herman Klaassen trainings- en opleidingsfaciliteiten voor beroepsduikers. Ook reddingsduikers van de brandweer komen erop oefenen. Maar meestal vaart de Panda als hotelschip voor sportduikers op de Grevelingen en de Oosterschelde.

‘Onder water moet je iets te doen hebben’

Door Heere Heeresma jr.
Als kleine jongen keek Klaassen (1961) graag naar de onderwaterprogramma’s van kapitein Cousteau. Op zijn 12de kreeg hij duikles van de Arnhemse badmeester Gerard Weldering – stiekem, want zijn ouders vonden het niet goed. Ook is hij toen met zijn lekke zeilbootje en een autokaart van Huissen bij Arnhem naar Friesland gevaren. Er was dus er geen houden aan en zijn ouders moesten zich erbij neerleggen dat hij in 1987 beroepsduiker werd. Lassen, branden, betonstorten, Klaassen heeft het allemaal gedaan, maar na een paar jaar had hij het gezien. ‘Onwijs kutwerk toen, voor 25 gulden per uur’, vertelt hij. ‘Daarvoor ga ik niet in de kou en het donker zitten. Het was inshore en iedereen kon toen een duikbedrijfje beginnen. Tegenwoordig is het goed geregeld, maar toen waren het vaak cowboys.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

‘Onder water moet je iets te doen hebben’ | Schuttevaer.nl

‘Onder water moet je iets te doen hebben’

Met zijn duikschip Panda biedt Herman Klaassen trainings- en opleidingsfaciliteiten voor beroepsduikers. Ook reddingsduikers van de brandweer komen erop oefenen. Maar meestal vaart de Panda als hotelschip voor sportduikers op de Grevelingen en de Oosterschelde.

‘Onder water moet je iets te doen hebben’

Door

Heere Heeresma jr.

Als kleine jongen keek Klaassen (1961) graag naar de onderwaterprogramma’s van kapitein Cousteau. Op zijn 12de kreeg hij duikles van de Arnhemse badmeester Gerard Weldering – stiekem, want zijn ouders vonden het niet goed. Ook is hij toen met zijn lekke zeilbootje en een autokaart van Huissen bij Arnhem naar Friesland gevaren. Er was dus er geen houden aan en zijn ouders moesten zich erbij neerleggen dat hij in 1987 beroepsduiker werd. Lassen, branden, betonstorten, Klaassen heeft het allemaal gedaan, maar na een paar jaar had hij het gezien. ‘Onwijs kutwerk toen, voor 25 gulden per uur’, vertelt hij. ‘Daarvoor ga ik niet in de kou en het donker zitten. Het was inshore en iedereen kon toen een duikbedrijfje beginnen. Tegenwoordig is het goed geregeld, maar toen waren het vaak cowboys.’

  • ‘De gok genomen om door te gaan’

In 1992 begon Klaassen met de klipper Avanti, voorheen Anna, sportduikers rond te varen op de Zeeuwse wateren. Hij kocht de klipper als casco en bouwde haar op met hulp van zijn vader, een timmerman in de bouw. Maar Klaassen zag in 2004 al aankomen dat hij de Avanti niet door de nieuwe keuringen kon krijgen. ‘Er zouden brandwerende platen en dergelijke in moeten. En ook al deden we het allemaal zelf, het was wel weer een investering. Zo’n schip wordt een bodemloze put. De omzetten waren ook net niet goed genoeg. Dus op een gegeven moment moet je kiezen: stoppen of investeren. En ik heb de gok genomen om toch door te gaan.’
Klaassen kocht de Panda, een Kempenaar van 55 bij 6,60 meter. Om zijn ligplaats in Zeeland te kunnen behouden liet hij het schip inkorten tot 43 meter. Terwijl hij in de weekends op de Avanti met sportduikers voer, werkte hij doordeweeks aan de verbouwing van de Panda.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer