Door Patrick Naaraat
De motorenbranche heeft de koers verlegd. De malaise in de binnen- en kustvaart heeft de meeste leveranciers doen omzien naar andere markten. En dat schijnt goed te zijn gelukt. Vooral de bagger- en offshoresector en de megajachtbouw hebben aan belang gewonnen. Daarmee is met name de binnenvaart voor een flink aantal bedrijven een secundaire markt geworden.
Dat is logisch, want de investeringsgolf die deze sector een decennium lang buitengewoon interessant maakte, is weggeëbd. De investeringen zijn er tot een absoluut minimum gedaald.
Lees alles van Schuttevaer over voortstuwing in Dossier Scheepsmotoren
Linke soep
Daarin schuilt het gevaar dat de binnenvaart, de innovatiekampioen van weleer, achterop raakt. Dat is betrekkelijk linke soep, want voor je het weet roept er weer een premier dat ‘de tijd van de trekschuit’ voorbij is.
Het kan ook betekenen dat de voortrekkers van de overschakeling op LNG voorlopig eenlingen blijven. Die opmars moet van twee kanten komen; als de varende ondernemers geen sjoege geven, vermindert ook bij de motorenleveranciers de interesse voor maritieme toepassingen.
Wat beide partijen momenteel nog drijft, zijn de emissienormen. De uitgestelde CCR 3-norm voor de Rijnvaart komt er nu misschien in 2016. De meeste fabrikanten hebben hun oplossingen klaar. Veelal ook nog zonder dure nageschakelde technieken.
Zeevaart
Anders ligt dat voor de zeevaart in onze regio. Daar draait het om de zwavelnorm, die het huidige gebruik van zware-stookolie al vanaf 2015 verbiedt in SECA-gebieden. Dat betekent investeren in scrubbers of LNG, of overschakelen op gasolie. Dat laatste is het meest waarschijnlijk, want ook de shortsea heeft meer dan barre tijden achter de rug. De portemonnee van de particuliere reders is leeg. Die kunnen zich geen hoge investeringen permitteren. En de banken zien hen momenteel ook liever gaan dan komen.
Dat is spijtig voor de motorenbranche, want de scrubbers en gasmotoren worden vooral in dit marktsegment alom aangeprezen. Op grotere schepen verdient een scrubber zich relatief snel terug. Een LNG-installatie heeft een langere terugverdientijd.
De oliebranche waarschuwt echter al voor sterk stijgende gasolieprijzen in 2015, vanwege een toenemende vraag. Dat zou LNG aantrekkelijker maken, ware het niet dat investeren in LNG voor veel ondernemers nog te ongewis is. Regels en een distributienetwerk ontbreken vooralsnog. En blijft LNG goedkoper dan gasolie?
Maar wat dan ook, zonder poen is het niet te doen. En dat is alleen mogelijk als een reële prijs wordt betaald voor vervoer. Voorlopig is het zelfs nog maar de vraag of de shortsea-reders erin zullen slagen de overschakeling van stookolie naar gasolie te verdisconteren in de vrachtprijs. De roep om de zwavelnorm uit te stellen zwelt al aan.