-
Verkeerscentrale Den Helder 25 jaar
-
‘Geen voorkeursbehandeling voor marineschepen’
-
‘Ik ben nog van plan een Urks woordenboek aan te leggen’
Door Paul Schaap
Toen 25 jaar geleden in Den Haag werd besloten langs de Nederlandse kust verkeersdiensten in te richten, moest er wel eerst het een en ander gebeuren. ‘In die tijd was er in Den Helder nog geen verkeerstoren’, vertelt Arie Pen (68), die deze beginperiode heeft meegemaakt. ‘Die moest nog worden gebouwd. Omdat Den Helder ook marinehaven was, werd besloten dat deze verkeerspost, in tegenstelling tot alle andere posten in Nederland, door marinemensen zou worden bemand. Onze opleiding moesten we gaan volgen bij het Marin in Wageningen, omdat daar de Nationale Nautische Verkeersdienst Opleiding (NNVO) werd gegeven. En stagelopen deden we onder meer in IJmuiden en op het betonningsvaartuig Breeveertien van kapitein Arie Boon. Op dit schip stond namelijk hetzelfde type radar dat ook op de nieuwe verkeerspost zou komen te staan.’
De verkeersdienst in Den Helder kwam in eerste instantie in de uitkijktoren van Rijkswaterstaat in Huisduinen. Arie Pen: ‘Wij liepen er met zeven operators in volcontinudienst. Zeven dagen per week, 24 uur per dag. Dan liep je in je eentje wacht met alleen maar een oude radar en een verrekijker. Dit was best een moeilijke tijd. Vooral de vissers hadden er grote moeite mee dat er nu opeens over de radio werd gevraagd om zich te melden en op te geven wat hun bestemming was. Het duurde even voordat zij doorhadden dat wij er ook voor hen waren. Bijvoorbeeld met het geven van advies, het verstrekken van radarinformatie of het bestellen van een auto om bij aankomst in de haven hun gevangen vis te kunnen afvoeren.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?