-
Mark de Voogd studeerde elektrotechniek en werd kapitein
-
‘Laat leerlingen werken met Stuwplan 2000′
Door Henriette Driesen-Joanknecht
‘Ik deed MBO-elektrotechniek en moest zes weken stagelopen bij een bedrijf waar ik later zou willen werken. Ik had interesse in de marine, maar daar stage lopen ging niet. Dus probeerde ik de zeevaart, maar dan moest ik een ticket naar Zuid-Afrika kopen en dat werd te duur. Mijn decaan opperde de binnenvaart. Dat leek me eigenlijk niks, want ik kom uit Oost-Groningen en op het Winschoterdiep varen alleen kleine scheepjes. Ik dacht, het is maar voor zes weken en kwam op de kleine La Blanca terecht’, vertelt hij over de manier, waarop hij kennis maakte met de binnenvaart.
Hij moet een goede indruk hebben achtergelaten tijdens die stage, want een paar maanden later belde de eigenaar van de La Blanca of hij interesse had om te gaan varen. Eigenlijk vond hij dat wel een eer en hij werd ingeschreven bij de BBL-opleiding Matroos in Rotterdam.
Lespakket
De opleiding liep in die tijd niet goed, herinnert hij zich. ‘Ik had het geluk dat mijn broer in Spijkenisse woonde en ik tijdens mijn schoolweken bij hem kon slapen. Klasgenoten van mij sliepen bijvoorbeeld in het zeemanshuis. Het lesmateriaal liep in mijn tijd achter de feiten aan.’
De huidige binnenvaartopleidingen zijn meer van deze tijd, ziet hij bij de huidige leerlingen. Maar er zijn nog wel verbeterpunten te bedenken, vindt hij. ‘Laat leerlingen werken met Stuwplan 2000. Dat zijn dingen waar leerlingen meer aan hebben dan aan meteorologische kennis. En waarom moeten ze een radar van binnen bekijken? Daarvoor komt de monteur.’
Na BBL-matroos begon hij aan de opleiding tot schipper. Hij stopte daarmee, omdat hij het te druk had met uitgaan en andere dingen. Toen hij er wel tijd voor had, vroeg hij de schriftelijke cursus aan en haalde in 10 of 11 maanden alle papieren, inclusief radar en ADNR. Daarvoor moest hij wel het hele land afreizen. ‘Ik keek waar de examens werden gehouden. Was het volgende week in Utrecht, dan leerde ik dat vak en deed examen in Utrecht. Een week na Utrecht deed ik bijvoorbeeld examen in Assen voor een ander vak.’
Drinkwater
In het vaargebied van de Cunado ziet hij dat er veel wordt geïnvesteerd in de vaarwegen. ‘In ons vaargebied zijn ze goed bezig. Sluis Heumen en sluis Sambeek worden aangepakt. De Cunado vaart van Rotterdam naar Nijmegen of Wanssum.’
Wat wel beter kan zijn de drinkwatervoorzieningen op de Maasvlakte. De huidige oplossing blijkt in de praktijk niet goed te werken. ‘De drinkwaterboot op de Maasvlakte vaart alleen op woensdag, maar dan zijn wij daar niet. We mogen de boten voor de zeevaart bellen, maar die hebben nooit tijd. Ik snap dat niet. De binnenvaart ligt steeds vaker en verder bij de stad vandaan. Het lijkt mij logischer als er minder waterboten voor de stad varen.’
Het liefst zou Mark zelfstandig binnenvaartondernemer willen worden, maar daarvoor ziet hij momenteel geen mogelijkheden. ‘Ik denk dat de komende twee jaar nog moeilijk blijven. Maar ik verwacht dat de binnenvaart zich verder professionaliseert. Tegenwoordig zijn kapiteins meer manager, dan schippertje. Dat maakt dat het een aantrekkelijke bedrijfstak blijft voor jongeren, verwacht ik.’
Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Cunado. Lengte: 110 meter. Breedte: 12,50 meter. Diepgang: 4 meter. Tonnage: 4000. Motor: Stork Wärtsilä, 2300 pk. Europanummer: 02325102. Bouwjaar: 1988. Thuishaven: Hendrik Ido Ambacht. Eigenaar: Cunado BV.