-
‘Jongeren hebben verkeerd beeld van deze sector’
-
‘Met z’n zessen aan boord is gezellig’
Door
Henriette Driesen-Joanknecht
‘We hebben geen idee hoe we meer Nederlandse jongeren voor de duwvaart kunnen interesseren. We hopen dat er af en toe een paar goede komen. We denken dat veel jongeren niet weten dat de duwvaart beter betaalt en het leuk werk is. Hier ben je met z’n zessen aan boord en dat is gezellig. We werken met allemaal Nederlanders bij dit bedrijf’, noemen ze op.
Dat ze met allemaal Nederlanders werken, ervaren ze als een groot voordeel, want in de duwvaart is communicatie erg belangrijk. ‘Als je met vier bakken vaart is het belangrijk dat je elkaar goed begrijpt als er bijvoorbeeld moet worden gekoppeld. We hebben hier een Fries aan boord en dat is voor ons buitenlands genoeg.’
Momenteel werken er behoorlijk wat ex-vissersmannen bij de rederij. Die bevallen volgens de kapiteins erg goed. ‘Zij werken bij ons, omdat de visserij is stilgevallen. Je kunt van Katwijkers en Urkers zeggen wat je wilt, maar ze staan voor hun werk.’
Goed opletten
Dat de duwvaart zwaar wordt gevonden, komt doordat het meer handelingen op hetzelfde moment van de bemanning vraagt, leggen de kapiteins uit. ‘Als een motorschip gaat laden, dan laadt zij een keer en gaat daarna varen. Wij laden in IJmuiden soms 20 bakken. Ook het koppelen van de bakken wordt als zwaar ervaren, omdat je dan als bemanning met verschillende dingen tegelijkertijd bezig bent en goed moet opletten waarmee je bezig bent.’
Maar de toekomst voor het personeel in de duwvaart ziet er goed uit, verwacht de bemanning, want ze werken bij een bedrijf dat groeit. Ze kunnen zich ook niet voorstellen dat een schip goedkoper is dan een duwbak. ‘Ons kantoor bouwt bakken bij en wij doen ons best de boel een beetje heel te houden. Je ziet ook dat Veerhaven bijbouwt. We kunnen ons ook niet voorstellen dat een schip goedkoper is dan een duwstel.’
Dat er vroeger meer duwvaart leek te zijn, heeft volgens beiden ook te maken met de bedrijfsvoering van sommige verdwenen rederijen. ‘Het is belangrijk dat er op het kantoor een boekhouder zit die het een beetje snapt. En je moet natuurlijk mensen op de boten hebben die het waar kunnen maken.’
Huisvrouwen
Marco begon zijn varende bestaan in 1988 op zijn 18de in de duwvaart. ‘Varen leek me leuk en het is ook leuk. Ik solliciteerde en kwam op een duwboot terecht. Daar ben ik gebleven, omdat het me bevalt.’
Albert is een schipperszoon. Hij begon op een passagiersschip. ‘Mijn vader kende de eigenaar van die passagiersboten. We maakten Rijnreizen. Ik heb daar zeven jaar gewerkt en al mijn papieren gehaald. Daarna ben ik overgestapt naar de duwvaart.’
Hun vrouwen werken niet aan de wal. Albert juicht dat toe. ‘Ik heb vroeger wel vrouwen gehad die werkten, maar dat is niks. Ik heb er toen maar een gezocht die werkloos is. Ik vind het fijn, dat mijn kleren gestreken in de kast liggen en mijn biertje koud staat als ik thuiskom. Al die drukte en dat geplan hoeft van mij niet in mijn vrije tijd.’
De Aries vaart veel voor de energiecentrales. ‘We vervoeren regelmatig kolen. Maar ook de buizen voor de windmolens op zee. Veel werk wat wij doen heeft te maken met energie.’
Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Aries. Lengte: 18,50 meter. Breedte: 9,50 meter. Diepgang: 2,30 meter. Tonnage: 28. Europanummer: 02318920. Motor: 2 x 1250 pk Cummins. Thuishaven: Rotterdam. Bouwjaar: 1989. Eigenaar: Rederij De Jong Rotterdam.