-
‘2011 was een jaar waarover we niet mogen mopperen.’
-
‘Te weinig ligplaatsen voor kleine schepen.’
Door
Henriette Driesen-Joanknecht
‘Ik leerde haar kennen via mijn broer. Die woonde in Vaassen en Hilda was daar de oppas. Dan kom je elkaar tegen op verjaardagen’, vertelt Martijn.
Hilda is van huis uit onderwijsassistent voor cluster 4 leerlingen. Ze leerde de binnenvaart kennen via Martijn. ‘Eerst zie je aan boord alleen de mooie kanten. Wat het echt betekent om te varen weet je niet. Daar kom je later pas achter. Niettemin is het nog steeds erg leuk om te varen.’
Ze kochten hun schip twee jaar geleden op 1 april en dat is geen grap benadrukken ze. Ze varen eigenlijk overal heen, behalve naar Duitsland. ‘Ik heb mijn Rijnpatent, maar Hilda heeft haar papieren nog niet en dit schip gaat niet zo hard te berg’, legt Martijn uit.
Over de exploitatie zijn ze tot nu toe tevreden en ze verwachten dat er werk blijft voor dit soort schepen, omdat verruiming van de kanalen niet altijd betekent dat er gelijk 135-meterschepen kunnen varen. ‘Er blijven plaatsen waar je niet kunt komen met een groter schip. Hardenberg wordt nu groot gemaakt voor hun begrippen, maar na de uitbreiding is het kanaal nog maar geschikt voor een verlengde Kempenaar.’
Veilige beslissing
Ze kozen voor dit schip, omdat het een financieel veilige beslissing was. ‘Op dit schip hebben we lagere lasten. We hebben minder mensen met papieren nodig. En het was voor Hilda allemaal nieuw. Ik heb er geen spijt van’, zegt Martijn.
Hun eigen toekomst ligt nog niet vast. Het hangt ervan af of Dilano naar het internaat gaat. Ze willen hem het liefst zelf opvoeden, maar dat moet wel mogelijk zijn. ‘De afweging moeten we nog maken, dit is wel je beroep. We kiezen er in elk geval voor om of samen naar de wal te gaan of samen aan boord te blijven.’
Het was wel even wennen op dit schip, omdat Martijn ermee in een andere markt ging varen dan de zand- en grindvaart die hij van huis uit kent. ‘Voor mij was veevoer een onbekende markt. In het begin vond ik het moeilijk, omdat ik bang was onder de prijs te varen. Het verschil is ook dat de zand- en grindvaart een markt is waarin heel erg wordt gepland. In het veevoer weet je niet wanneer je aan de beurt bent. Maar als het veevoer echt loopt, dan is de omloopsnelheid net zo als in het zand en grind. 2011 was in elk geval een jaar waarover we niet mogen mopperen.’
Ligplaatsen
Het valt het echtpaar wel dat op dat er verhoudingsgewijs weinig ligplaatsen zijn die geschikt zijn voor kleine schepen. Soms staan er bijvoorbeeld te weinig palen en zitten de bolders te ver uit elkaar. Op de Lek is in elk geval behoefte aan een plaats waar je kunt overnachten, vinden ze. ‘Je hebt Vreeswijk en dan wordt het ’s Gravendeel of Rotterdam. Een overnachtingsmogelijkheid ergens halverwege zou handig zijn. Je bent toch zo’n vier uur aan het varen. Je merkt bijvoorbeeld ook dat je met een schip als dit op het Amsterdam-Rijnkanaal niet goed ligt.’
De eigenaren van de Jasmijn zijn lid van de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart (CBOB). Maar ze zijn niet actief in de bond. ‘We werden lid omdat we dan iets achter de hand hebben als er wat is. Soms heb je weleens vragen ergens over en die kun je daar dan neerleggen. Je krijgt altijd antwoord.’
Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Jasmijn. Lengte: 55,22 meter. Breedte: 6,63 meter. Diepgang: 2,60 meter. Tonnage: 614. Europanummer: 02103852. Motor: GM, 240 pk. Bouwjaar: 1964. Eigenaar: VOF Oosse-Keurhorst. Thuishaven: Wenum Wiesel.