-
Dirk en Ditty Smedeman ‘laatste generatie man/vrouwbedrijf’
-
‘Jammer dat onze manier van varen verdwijnt’
Door Henriette Driesen-Joanknecht
Het idee was om aan de wal een baan te zoeken, maar dat viel uiteindelijk niet mee. ‘We hebben geen andere opleiding dan varen en zijn al wat ouder. Om nu al je geld dan al op te leven is geen goed plan. Toen hebben we dit schip gekocht. We kunnen hier goed van leven en houden het wel vol tot het einde. We hadden ook niet verwacht dat we ons schip binnen 14 dagen kwijt zouden zijn’, vertelt Dirk.
Hij is een schipperszoon en ging als 13-jarige terug naar boord, omdat zijn broer de dienstplicht moest vervullen. ‘Ik zat bij een kruidenier in de kost, want mijn ouders voeren op een luxe motor, de Vinod. Mijn broer moest in dienst en mijn vader zei: "Als hij geen vrijstelling krijgt, haal ik de jongste van school". Dat gebeurde dus.’
Dirk kijkt er niet negatief op terug en het had ook zijn voordelen. ‘Het was niet overwegend slecht. Je wist ook niet beter. Het valt me wel op dat de jeugd in onze tijd volwassener was dan tegenwoordig.’
Vijf kinderen
Op z’n 21ste voer hij op zijn eerste eigen schip. Het was een spits met de naam Norderney. Hij voer er alleen of met een matroos op. Drie jaar later kocht hij een jongere spits die hij dezelfde naam gaf. Hij trouwde en het echtpaar verving in de jaren daarna de spits met de Moria, een 47-meterspits. Een 1000-tonner met de naam Moria volgde de 47-meterspits op. Ze kregen vijf kinderen, waarvan er drie zijn gaan varen. Een is er stuurman op het passagiersschip Angela Esmee, een vaart op de sleepboot Arend en een op de Everingen. Verder is een van hun kinderen politieagent in Amsterdam en een zoekt er werk.
De Menorah is in de Tweede Wereldoorlog gebouwd. ‘Ik denk dat ze nog staal over hadden. De vorige eigenaar zal er meer vanaf weten, want die heeft haar lang gehad’, zegt Dirk nuchter.
Het schip vaart tot 1 januari voor Peterson en gaat daarna de vrije markt op. Dan zal het volgens Dirk tussen Duinkerken en Hamburg varen. In dat vaargebied kun je in elk geval op de Duitse kanalen rustig overnachten. De rest van de vaarwegbeheerders zou daar een voorbeeld aan kunnen nemen.
Wat wel mag verbeteren zijn de vrachten, maar Dirk verwacht dat die eens weer zullen stijgen. ‘Het is een cyclus. Het is nooit alleen goed of alleen slecht.’
Tot het einde
Dirk en Ditty hebben een huis aan de wal. ‘Dat hebben we nu 14 jaar. We namen het voor de kinderen en om zelf heen te gaan. Dan hoef je in het weekend niet ver te rijden. De eerste jaren had ik geen behoefte aan een huis. Het was ook vrij druk met vijf kinderen in zeven jaar tijd’, vertelt Ditty.
Ze zijn van plan om tot het bittere einde op dit schip te blijven varen. Maar het hangt er natuurlijk vanaf of het door de keuringen komt.
Als ze eerlijk zijn, denken ze dat zij de laatste generatie zijn die als gezinsbedrijf vaart. Ook verwachten ze dat de kleinere schepen zullen verdwijnen. ‘Ik denk dat wij tot de laatste particulieren behoren die als man/vrouwbedrijf varen en dat de kleine binnenvaart in de huidige vorm verdwijnt. Op een klein schip is alles net zo duur als op een groot schip. Het is duur om de schepen door de keuring te halen. Je ziet dat veel kleine schepen naar de sloop gaan, terwijl je er nog prima op kunt varen. Nieuwbouw is te duur in dit tonnage en als het voldoen aan de keuringseisen de marktwaarde van het schip overstijgt is het voor veel ondernemers niet zinvol. Het is jammer dat onze manier van varen verdwijnt.’
Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Menorah . Lengte: 63 meter. Breedte: 7,04 meter. Diepgang: 2,54 meter. Tonnage: 625. Europanummer: 02313874. Motor: Cummins, 600 pk. Bouwjaar: 1942. Thuishaven: Terneuzen. Eigenaar: VOF Smedeman-Blom.