‘Die kopschroef is de joker waarmee je dingen kunt doen die een ander niet kan’, zegt Remery. ‘Zoveel pk is uniek in zo’n duwboot. De vorige eigenaar duwde een sleepschip en heeft die kopschroef erin gezet om het achterschip tegen de stroom in te kunnen draaien. Als je achteruit de rivier op vaart, valt de kop altijd op stroom. Ze gebruikten de kopschroef als hekschroef, zodat ze het achterschip op stroom konden draaien en in de afvaart konden gaan.’
De vader van Remery, die nog op de duw-sleepboot Annie vaart, voer al op de in 1948 als sleepboot gebouwde Nellie toen hij nog voor het Friese baggerbedrijf Dikkerboom en Sybrandy werkte. Na het faillissement van dit bedrijf verloren vader en zoon de Nellie uit het oog. Remery ging op zijn 15de bij zijn vader op de Annie varen, die deze van zijn werkgever had kunnen overnemen.
Na een periode in de tankvaart ging Remery op zoek naar een eigen duwboot. Toen hij de Nellie in 1997 terugvond was de boot onherkenbaar veranderd. Nadat ze was gekapseisd had een nieuwe eigenaar het casco in lengterichting doormidden gesneden en verbreed. ‘Iemand zei dat het een duwboot is waarin een sleepboot verstopt zit.’
Omdat hij een korte duwboot zocht om binnen de maximale lengte van 86 meter voor het varen met één bemanningslid te blijven, kocht de toen 27-jarige Remery de Nellie. Na 15 jaar heeft hij hem ‘in zijn zak zitten’, waardoor hij zich geen zorgen maakt in deze stille tijd. Zonodig legt hij de Nellie tegen de kant om zichzelf als zetschipper te verhuren. Daarom vaart hij sinds zeven jaar met uitzendkrachten als matroos.
Via Sylvia Jansen van sleepagent Touwslager werkt Remery voornamelijk in de bagger. Momenteel heeft hij alleen kleinere klussen. Hij voelt de toenemende concurrentie van grotere duwboten en beunschepen. ‘Doordat de bouw stilligt hebben schepen die in het zand zaten niets te doen. Het is voor ons een beetje rot, want het werk is minder en de concurrentie is groter.’ (HHjr)