-
‘Thuis eet je de koekjestrommel leeg’
-
‘Ik kan beter bij jou aan de bar doodgaan dan thuis’
Door
Henriette Driesen-Joanknecht
‘Als je na jaren werken thuis komt te zitten, dan eet je de koekjestrommel leeg. Je neemt plaats achter de laptop en gaat op familiebezoek. Na een tijdje kreeg ik de vraag of ik een schip wilde wegbrengen en van lieverlee begon ik met aflossen’, vertelt Ben.
Het aflossen beviel hem niet goed en hij zag zichzelf zó niet oud worden. Dat de binnenvaart in een crisis zat, hielp niet mee. Geld was het grootste probleem. ‘Niet iedereen betaalde en soms moest ik met advocaten achter mijn geld aan. Het stond me ook tegen dat ik bij nacht en ontij moest aflossen. Dan stond ik midden in de nacht met mijn tasje aan de wal en moest maar zien hoe ik thuiskwam. Ik wilde zo niet verder en heb hier met mijn vrouw als ZZP’er gesolliciteerd.’
Varend hotel
Het echtpaar ziet zichzelf geen eigen schip meer kopen. ‘Ik wil niets meer voor mezelf. Soms jeukt het wel, maar het verstand wint het tot nu toe. Als je nu als particulier vaart, heb je het niet breed. De vrachtprijzen zijn opvallend laag’, vertelt Ben.
Pia ziet ook op tegen de rompslomp die bij een eigen bedrijf komt kijken. Daarbij komt dat ze het naar hun zin hebben bij deze baas. ‘We hebben plezier in ons werk. Veel mensen varen ook lang bij deze firma. De meesten zitten er al een jaar of vijf, zes bij. Onze auto kan in de garage in de voorroef en het schip is goed in orde.’
Ze varen sinds 1980 samen. Ze stapten over van de vrachtvaart naar de passagiersvaart, omdat ze iets anders wilden. Het was pionieren in die tijd. ‘Buitenstaanders hebben er geen idee van wat er allemaal bij een passagiersschip komt kijken. Het is een varend hotel en je moet de mensen kunnen bezighouden. We hadden 13 personeelsleden. We hadden ook zelf een reisbureautje’, leggen ze uit.
Vakantiestemming
Varen met zoveel mensen aan boord was in elk geval afwisselend. Ze voeren bijvoorbeeld veel met veteranen en ouderen. ‘Je maakte leuke en minder leuke dingen mee. We hadden een vrij grote groep vaste klanten. Sommige voeren twee of drie keer per jaar mee. Het voordeel was dat de mensen in vakantiestemming waren, maar we maakten ook wel mee dat iemand aan boord overleed. We kregen trouwkaarten en rouwkaarten zeggen we altijd.’
Dat er mensen overleden had een grote impact op de bemanning. ‘De mensen voeren tot op hoge leeftijd mee. Sommigen waren 90, dan is het ook een risico. Die zeiden ook tegen mij: "Ik kan beter bij jou aan de bar doodgaan, dan thuis". Voor de bemanning was het best zwaar als iemand overleed. Je went er nooit aan.’
Een van de leukste dingen die Pia zich herinnert, is een bruiloft die ze organiseerde voor oudere gasten. ‘Die mensen hadden destijds geen bruiloft gegeven, omdat ze er geen geld voor hadden. Dus heb ik op de naaimachine een trouwjurk genaaid, een feest voorbereid en tegen de gasten gezegd dat ze een peper-en-zoutstelletje moesten kopen. Dat was een hartstikke leuk feest.’
Vlotte verkoop
De verkoop van het passagiersschip ging veel vlotter dan gedacht. ‘We hadden verwacht er een paar jaar over te doen, maar we waren haar binnen 14 dagen kwijt.’
Ze gaan ervan uit dat ze voorlopig als ZZP’ers blijven varen. Het ligt ze wel. ‘Wij kunnen als echtpaar redelijke goed aan werk komen. Als je op een vast schip vaart beschouw je het schip ook als je eigen schip. We zijn te spreken over onze baas. Straks hebben we weer drie weken vakantie en we zijn alle feestdagen vrij. Nu hebben we wel de lusten, maar niet de lasten van het varen.’
Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Vreeland. Lengte: 80 meter. Breedte: 9,50 meter. Diepgang: 2,50 meter. Tonnage: 1803. Europanummer: 02007106. Motor: Deutz 2 x 720 pk. Thuishaven: Arnhem. Bouwjaar: achterschip 1972, voorschip 2005. Eigenaar: Pieter Moorlag, Handelsmaatschappij Vonk.