Door
Lies Russel
Lisette Booij is zich al volop aan het inwerken. Wanneer zij aantreedt, doet zij dat in een dienstverband voor twee werkdagen per week. Zij is afkomstig uit een schippersfamilie, heeft aan de universiteit van Nijmegen bedrijfscommunicatie gestudeerd en deed haar afstudeerstage bij de internationale afdeling van Koninklijke Schuttevaer. Daarna werkte ze bij Bureau Voorlichting Binnenvaart en bij AgentschapNL, voordien SenterNovem. Voor de laatste instantie werkte zij mee aan acties als Voortvarend Besparen, in samenhang met de Binnenvaartbrandstofcompetitie. Zo stond ze een jaar geleden daarvoor flyers en thermosflessen met erwtensoep uit te delen op de sluizen. Ze werkte ook aan de Subsidieregeling Innovatie Binnenvaart. Nu heeft ze in Schore haar eigen communicatiebureau BooijPuntCom.
Meevaren op de Duricha
Samen met haar partner, schipper Richard Kruisinga, heeft ze inmiddels twee dochters, Carmen van 3 en Loreley van 1. Regelmatig vaart ze een aantal dagen mee op het binnenvaartcontainerschip Duricha (135 m), zij het iets minder vaak dan vroeger.
‘Richard vaart nu in een systeem van twee weken op, twee af. Het schip heeft een vaste route: Rotterdam – Duitsland tot Keulen – Antwerpen – Rotterdam. Als hij aan boord zit, stap ik op in de afvaart, in Antwerpen, op de Kreekrak- of Volkeraksluizen. Met onze twee meisjes, een tas met boodschappen voor een week en steevast ook een tas met wasgoed. Met twee kleintjes blijf je namelijk wassen.’
Jan de Vries (70) legt ‘een paar’ functies neer
Het is, zegt ze, voor het inwerken voor haar komende baan bij Schuttevaer een voordeel dat Jan de Vries bijna bij haar om de hoek woont, in Hansweert. De Vries, ‘de wandelende encyclopedie van de Zeeuwse binnenvaart’, heeft haar op diverse jaarvergaderingen van de Zeeuwse afdelingen inmiddels voorgesteld. Door de laatste fusie, die van Noord-Zeeland met Schouwen-Duiveland, zijn nu nog vier afdelingen over: Terneuzen, Midden-Zeeland, Noord-Zeeland en Goeree-Overflakkee.
‘Goed zo, meiske’
Bij een van die vergaderingen steigerde een aantal vrouwelijke aanwezigen (bankdames onder anderen) van de stoelen toen De Vries zijn opvolgster Booij toesprak met ‘Goed zo, meiske.’ De dames spraken al van ‘een Balkenende-effect’. Dus confronteerde uw verslaggeefster Jan de Vries met zijn uitspraak.
Hij snapte er echt niets van. Hij zegt dat zó vaak, dat bijvoorbeeld Lisette Booij het al niet eens meer hoort. Ja maar, zegt hij dan ook ‘jochie’ tegen bijvoorbeeld Jaap Lems, voorzitter Midden-Zeeland? Ja, hoor. Of hij noemt iemand ‘vrolijke vriend’ of zoiets.
Hetgeen Lems onmiddellijk bevestigde: ‘Dat hóórt gewoon bij die man.’