Door
W.M. den Heijer
De Nederlandse rederijen hebben trawlers onder Franse, Britse, Duitse, Litouwse en Faeröerse vlag varen. Trawlers die niet in Europese wateren vissen, worden door de rederijnen ook nog weleens tijdelijk omgevlagd naar staten die ver buiten de EU liggen.
-
IJmuiden handelscentrum diepgevroren pelagische vis
Zowel in de Pacific als voor de kust van Mauritanië is de visserij de eerste zes maanden ronduit slecht geweest. Slechts een enkele keer werd een succesje behaald. In Europese wateren was het al niet anders. Het drastisch gekrompen quotum voor blauwe wijting hakte er stevig in. In de derde week van mei liep de Faeröerse vriestrawler KG-14, eigendom van een dochteronderneming van de Katwijkse rederij Parlevliet & Van der Plas, als enige de haven van IJmuiden binnen met een volle lading blauwe wijting. De overige in Europa opererende vriestrawlers moesten het doen met horsmakreel en kleine partijtjes zilversmelt en blauwe wijting. Intussen zit een deel van de vloot op haring, en dan vooral grove haring, die bewesten Shetland en in het noordelijke deel van de Noordzee te vangen is.
De grootse eenheden, zoals de SCH-54 en de SCH-302 van Van der Zwan en de SCH-72 en SCH-81 van Vrolijk, vissen bij Mauritanië op aanvankelijk sardine en sinds enkele weken op sardinella. Deze trawlers gebruiken Las Palmas als basis. De vriestrawlers die in EU-wateren vissen, lossen doorgaans in IJmuiden, dat nog steeds het belangrijkste opslag- en doorvoercentrum van diepgevroren pelagische vis in Europa is.