Door
Henriette Driesen-Joanknecht
‘Na mijn internaatstijd werkte ik van mijn 14de tot mijn 22ste bij mijn ouders aan boord van de Arnold en daarna begon ik op de Johannes-Z, die ik met mijn vader aanschafte. De eerste tijd voer ik met mijn broer en daarna met mijn vrouw. Daarna kwam het schip waarop ik nu vaar. De VOF die we toen hebben opgezet bestaat nog steeds’, vertelt hij.
-
Al generaties lang in zand- en grindvaart
Het bevalt hem goed om in een familiebedrijf te werken. Het grote voordeel is dat je een vorm van continuïteit kunt bieden. ‘Wij hebben altijd heel gemakkelijk samengewerkt. Je staat sterker met zijn drieën. Als er een uitvalt blijft de rest doorgaan’, concludeert hij.
Maasvlakte
Van Zwol verwacht dat de toekomst er op de lange termijn goed uitziet, al is het momenteel niet best in de zand en grind. ‘Nu is het slecht, al lijkt het weer aan te trekken. Maar er wordt momenteel weinig gebouwd en er zijn weinig grote infrastructurele projecten, dat treft onze markt. Gelukkig hebben we de aanleg van de Tweede Maasvlakte nog, daarheen gaat ook zand dat wij vervoeren.’
-
‘Je staat sterker met z’n drieën’
Arnold zat tot zijn 14de op het internaat in Oud Gastel. Hij is nog uit de tijd dat schipperskinderen continu-onderwijs kregen en vaak met 12 jaar weer naar boord gingen. Dat hij twee jaar langer op het internaat bleef kwam doordat hij een extra jaar volgde. ‘Ik heb een extra klas gedaan. Die was voor degenen die wilden doorleren. Het was een soort brugklas, denk ik.’
Minder vrijheid
Hij ervoer dat in de loop van de tijd de zand- en grindvaart veranderde. Het vrije ging er vanaf, maar de voordelen zijn groter dan de nadelen, vindt hij. ‘Vroeger zocht je zelf een molen uit, tegenwoordig word je op tijd ingedeeld. Het nadeel is dat je een deel van het vrijheidsgevoel inlevert. Het voordeel is dat je beter kunt plannen en ook je vrije tijd beter kunt indelen. Voor mij zijn de voordelen groter dan de nadelen. Vroeger lag je dagen in een gat te wachten en wist je bijvoorbeeld niet wanneer je de kinderen kon halen.’
Het echtpaar kreeg twee kinderen, die beiden niet voor een bestaan in de binnenvaart kozen. Hun zoon wilde wel graag aan schepen werken. ‘Onze dochter heeft een administratieve baan en onze zoon werkt als elektrotechnicus bij Havelaar Technische Dienst (HTD) in Werkendam. Hij wilde graag bij een scheepvaartgerelateerd bedrijf werken. Het varen zelf lag hem niet. Hij vindt alles leuk aan boord, behalve sturen. Dat verveelt hem zo.’
Derde generatie
Van Zwol koos voor de zand- en grindvaart, omdat hij dat van huis uit kende en het hem lag. ‘We varen van huis uit al drie generaties zand en grind. Mijn opa voer op een zelflosser, de Johanna. Mijn vader begon op een zelflosser, de Arpau. Mijn opa was nog uit de tijd dat de schipper vaak zelf in zand handelden. De schipper kocht toen zelf zijn lading en verkocht het weer aan vaste klanten.’
De Johanna van zijn opa wordt nu trouwens gebruikt als woonschip. Zij ligt in Geertruidenberg, een schoolgenoot van Arnold bezit haar nu.
Het echtpaar Van Zwol fiets graag. Het laatste jaar maakten de dagtochten plaats voor een fietsvakantie. ‘Vorig jaar hebben we het Bodenmeer rondgefietst, dat beviel ons zo goed, dat we dit jaar van Passau naar Wenen fietsen. Het zijn groepsreizen. Je huurt de fietsen daar. Thuis fietsen we ook een rondje Heusden of naar Werkendam, Almkerk, Veen.’
Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Cornelia. Lengte: 80 meter. Breedte: 8,50 meter. Diepgang: 3,20 meter. Tonnage: 1451. Europanummer: 2318963. Motor: Caterpillar, 1015 pk. Bouwjaar: 1990. Thuishaven: Raamsdonksveer. Eigenaar: VOF Van Zwol.