Bonbons van Suzanno
Ingrediënten:
- 250 gram pure chocolade, 70% cacao. Puur is volgens Suzanno ook altijd het gezondst.
- Zakje ongezouten pinda’s of;
- 250 gram (blok) marsepein (vraag bij banketbakker) of;
- 250 gram mooie verse stevige liefst kleine aardbeien, goed uitgelekt en drooggedept (vocht ruïneert de chocoladestructuur) of;
- potje gemberbolletjes (ook goed laten uitlekken en stuk voor stuk door de kristalsuiker rollen).
Benodigdheden:
- 1 warme motor en oorbeschermers
- 1 plastic kom
- 1 plastic (pol)lepel
- bakpapier
- cocktail- of satéprikkers
Voorbereiding:
Zorg dat je alles goed voorbereid en klaarlegt. Neem per soort bonbon een bord, leg hierop een stuk bakpapier en plak dit aan de onderzijde van het bord vast met tape, zodat het niet kan verschuiven. Hierop komen de in de chocolade gedoopte bonbons te liggen, die moeten afkoelen en stollen. Zorg voor een koele of koude ruimte. Maak van de marsepein alvast blokjes (of paaseitjes), dit geldt ook voor het fruit en de gemberbolletjes.
Deel de reep in 5 gelijke stukken.
- Neem 4 van deze stukken en breek of hak ze in kleinere stukjes.
- Hak ook het 5de deel, maar houd deze apart.
- Doe de chocolade in de plastic kom en zet deze in de machinekamer op de motor op een plek waar hij niet kan verschuiven.
- Laat dit 5 minuten staan en roer vervolgens 3x door met de pollepel, ook al zie je nog geen begin van smelten ontstaan.
- Herhaal dit elke 5 minuten, net zo lang totdat er een mooie glanzende, soepel van de pollepel aflopende massa is ontstaan.
- In het begin zul je denken: waarom ben ik aan het roerenin als er nog niets aan het smelten is. Doe het maar gewoon, want er gebeurt meer dan werkelijk zichtbaar is in deze chocomassa.
- Voeg het 5de verhakte deel toe en roer het er vlot door, zodat het geheel goed wordt opgenomen.
Ga hierna vlot te werk. Maak per persoon 2 of 3 van dezelfde soort bonbons:
- Doop blokjes/eitjes marsepein in de chocolade (met prikkertje) of;
- gemberbolletje aan een stokje, of;
- het fruit per stuk aan stokje of cocktailprikker.
Doe de pinda’s in wat er nog over is van de chocolade. Pindarotsjes worden altijd gretig afgenomen. Tussentijds kun je, als de chocolade te stug wordt, nog eens de machinekamer bezoeken om chocolade te smelten.
Door
Erik van Huizen
‘Ik snap dat de rubriek normaal gesproken gaat over de lunch of het diner aan boord, maar ik vind het met komende feestdagen in zicht wel leuk iets anders te maken’, vertelt Suzanno. Ze komt samen met haar man Piet van de wal. Piet groeide op in Groningen en was hovenier aan de Rijks Universiteit Groningen. Hij stopte na 22 jaar toen de universiteit een sterfhuisconstructie bedacht. Suzanno was aan de wal onder meer schoonheidspecialiste, stewardess bij de KLM en manager van een reisbureau. Met haar eerste man voer ze bijna acht jaar op een spits. In 2002 kreeg ze een burn-out. Piet en Suzanno besloten in 2005 te gaan varen op de Traveler. Intussen hebben ze het erg naar hun zin. ‘We zeggen wel eens, hadden we dit maar jaren eerder gedaan.’
Passie van opa
Toen ze nog aan de wal woonden, maakten Piet en Suzanno regelmatig bonbons met vrienden, familie en collega’s. De passie voor zoetigheid komt van de opa van Piet. ‘Mijn man komt uit een familie van zoetekauwen. Opa was melkboer, maar maakte voor feesten en partijen zelf gebak. De kinderen en kleinkinderen vonden dat natuurlijk fantastisch. Lekker met de vinger door het cakedeeg, we kennen het allemaal wel.
Op een gegeven moment kwam Piet dan ook met de opmerking dat het misschien leuk zou zijn een beetje te gaan knoeien met chocolade. We hebben een workshop gevolgd bij chocolatier Schlaman in Groningen. Dat was vreselijk leuk. Maar het was ook wel erg ingewikkeld. Je had er allerlei attributen voor nodig om van die lekkere romige vullingen in de bonbons te kunnen maken.’
Gemberbonbon
De bonbons die aan boord worden gemaakt zijn volgens Suzanno niet ingewikkeld. ‘De collega’s hoeven echt niet bang te zijn om deze bonbons te maken. Dit is een vele malen simpeler recept dan normaal. Als je de recepten voor het maken van chocolade in de kookboeken leest, dan heb je van alles nodig. Niet bij mijn recept. Je hebt er zelfs geen magnetron of een luxe au-bain-marie-pan voor nodig. Want als we varen hebben we altijd een warme motor tot onze beschikking. Voorwaarde is wel dat de machinekamer schoon is, dat wil zeggen vrij is van gasolie- en carterdampen. De hitte van de motor kun je namelijk gebruiken om chocolade te smelten.
‘Wat heel makkelijk is om te maken, zijn pindarotsjes. Of maak lekkere bonbons van chocolade en marsepein. En met gember kun je ook een heerlijke gemberbonbon maken. Ik heb heel veel recepten voor bonbons, maar omdat ik al zo lang met chocolade werk, maak ik ze meestal op gevoel.’
Te warm
De laatste tijd schiet het maken van de chocoladesurprises er volgens Suzanno er nog wel eens bij in. ‘Omdat we de veel op Zuid-Frankrijk varen, want voor goede bonbons moet het niet te warm zijn. De chocolade moet kunnen afkoelen. En dat kan in Zuid-Frankrijk dus bijna nooit. Of je moet airco aan boord hebben.’
Piet en Suzanno eten de zelf gefabriceerde bonbons meestal zelf op. ‘Maar het zijn ook leuke kleine cadeautjes om mee te nemen als je op bezoek gaat. En zo klaar.
‘In Frankrijk zie je dat schippersvrouwen vaak zelfgemaakte jam weggeven. Bijvoorbeeld gemaakt van zelfgeplukte bramen langs de vaarweg. Wij maken dus bonbons.’