Door
Henriette Driesen-Joanknecht
‘Na de ambachtsschool, ging ik naar de avondschool en daar haalde ik mijn technische diploma’s. Onderhoudsmonteur A&B, lasdiploma’s, machinaal bankwerken en zelfs MVL. Dat had je toen nog nodig om aan stoomketels te mogen lassen’, vertelt Sloot. Zijn kennis van metaal komt nog steeds van pas. ‘Laatst lagen we op de werf en daar werkten allemaal Polen. Ik heb voorgedaan hoe er moest worden gelast. Hun monden vielen open.’
Van zijn opa weet hij dat die in het baggerwerk zat en in de Bylandt en Kaliwaal actief was. Het kan in elk geval geen ongezond werk zijn geweest, constateert hij. ‘Veel weet ik er niet van, maar mijn opa is 86 geworden, dus aan het werk zal het niet gelegen hebben. Hij rookte 10 dikke sigaren per dag en was nooit ziek.’
-
‘Ontzettend trots dat we op een 400-tonner mochten varen’
Een toekomst in de binnenvaart begon pas voor hem te leven, toen hij via zijn meisje matroos werd bij haar oom aan boord. Hij vond het werk leuk en besloot te blijven varen toen de verkering uit ging. ‘Ik ben na die relatie op een tanker gaan varen, de Dieze van Total. Zij is later de Rijnstroom van Van der Sluis geworden. Als het goed is is het nu de Destiny, maar misschien is ze alweer verkocht. Nadat ik mijn vaarpapieren had gehaald solliciteerde ik op een dekschuit van 210 ton, de Soli dei Gloria. Twee jaar later ben ik getrouwd met Carla.’
Procenten
Intussen varen ze 37 jaar samen en werken toe naar een bestaan aan de wal. Ze begonnen op de En Avant van 197 ton bij de firma Babas. Deze firma kocht later de Vrouw Grietje en dat werd de nieuwe En Avant. ‘We waren ontzettend trots dat we daarop mochten varen, want het was een schip van 400 ton. Het is nu nauwelijks voor te stellen, maar in onze ogen was het een modern schip. We kregen een generator en hadden 220 Volt aan boord. Dat was luxe.’
Ze voeren ermee naar een fabriek in Vianen die zeer speciaal zand nodig had. Sloot voer op procenten (50/50) en was verantwoordelijk voor de kwaliteit van het zand. Het legde een behoorlijke druk op hem en hield hem behoorlijk bezig. ‘Ik was in gedachten altijd bezig met de kwaliteit van het zand. Ik liep er met mijn handen in te graaien tijdens de reis en op het laatst kon ik er niet meer van slapen. Na zes jaar werd die druk voor mij te groot en ik solliciteerde op de Kon-Tiki.’
Op de beurs
Met de Kon-Tiki voer hij ook op procenten, eveneens ieder de helft. Eerst in het zand en grind, maar later over de beurs. De beurs was geen vetpot en het was een woelige tijd in de binnenvaart. ‘Ik had op dat schip een matroos in dienst. We lagen op de beurs. Aan het eind van de week ging de matroos met geld naar huis. Ik had niks, omdat er geen werk was. Ik heb nog aan de stakingen meegedaan en stond met een foto in de Schuttevaer. Daar waren ze op kantoor niet blij mee.’
Zijn vrouw zag op een gegeven moment een advertentie staan voor personeel op de Babas 4. Maar Sloot wilde eigenlijk niet met hangende pootjes terug naar zijn vorige werkgever. Toch belde hij en werd gelijk aangenomen. Na een jaar in loondienst werd het schip, inclusief vijf jaar werk, te koop aangeboden. Ze besloten op het aanbod in te gaan, herdoopten haar Carla-B en varen daar nu nog mee.
Ze verwachten over niet al te lange tijd naar de wal te gaan en hopen het schip te verkopen. Het zou zonde zijn als ze wordt gesloopt. ‘We hebben haar altijd bijgehouden. Zij is dubbelwandig, heeft een autokraan, kopschroef, navigatiesysteem, camera’s, een nieuwe motor, koppeling en De Waal schroefas-afdichting. Alles wat je nodig hebt zit erop. We houden er wel rekening mee dat ze wordt gesloopt, maar hopen van niet.’
Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Carla-B. Lengte: 49,41 meter. Breedte: 6,35 meter. Diepgang: 2,13 meter. Tonnage: 415. Europanummer: 2304888. Motor: GM, 320 pk. Bouwjaar: 1930. Thuishaven: Pannerden. Eigenaar: VOF Carla B.