Pindasoep van prof. dr. Sonderlingh
Ingrediënten:
- 2 uien
- 5 eetlepels pindakaas
- 1 klein blikje tomatenpuree
- 3 kippen- of groentebouillontabletten
- 500 gram kipfilet in stukjes gesneden
- 2 theelepels gemberpoeder
- 1 theelepels chilipoeder
- 2 theelepels tijm
- 4 kruimige aardappelen
- 1 grote courgette
- zout/peper
- 1,5 liter water
Omdat de recepten van het komende Nationaal Kamp een verrassing voor de kinderen moeten blijven, is dit een recept van het Nationaal Kamp van vorig jaar.
Voordat je begint te koken, zet eerst een pan met 1,5 liter water op om de soep te maken. Snipper de ui. Roer in een flinke pan de pindakaas met de tomatenpuree en 2 deciliter water tot een glad papje. Verkruimel de bouillontabletten en doe de ui, gemberpoeder, chilipoeder en tijm erbij. Roer er heel voorzichtig het hete water doorheen en breng aan de kook. Voeg de stukjes kipfilet erbij en laat dit zachtjes koken. Intussen de aardappelen schillen, wassen en in blokjes van 1 bij 1 cm snijden. Was de courgette, schil laten zitten, en snijd deze ook in blokjes. Doe de groenten en de aardappelblokjes in de pan en laat dit nog ongeveer 10 minuten koken.
Door
Erik van Huizen
Verpleegkundige Gerda komt niet uit de binnenvaart, maar kwam met de binnenvaart en het Nationaal Kamp in contact via haar man. ‘Mijn man zat op de LTS bij schipperskinderen in de klas. Hij was goed in wiskunde en gaf bijles op het internaat. Op een gegeven moment is hij stiekem met de schipperskinderen meegegaan naar het Nationaal Kamp voor Schipperskinderen. Hij kreeg aan het einde van de week te horen dat hij volgend jaar mocht terugkomen als kampwacht. Ik zat toen op een verpleegopleiding en woonde daar intern met een schippersdochter. Viavia heb ik toen mijn man leren kennen. Hij was tijdens de nieuwbouw van het Kamp bestuurslid. Toen de kok ermee stopte, hebben Dirk en ik de keuken overgenomen. We hebben nog een jaartje met de kok meegedraaid en nu draaien we zelfstandig.’
Op een vuurtje
In de meer dan 50 jaar dat het Kamp bestaat, is er volgens Gerda wel het een en ander veranderd. ‘Maar het koken op een vuurtje is gebleven. Dit jaar gaan we Chinees eten. Dirk en ik verzinnen de recepten. Ik ga thuis zitten googlen en kijk welke gerechten geschikt zijn voor de 11- en 12-jarigen. Ik kijk dan bijvoorbeeld of ik gerechten uit een oven ook op een tweepits gasstelletje in het bos kan maken. Zo hebben we dit jaar bijvoorbeeld een loempia. Maar de kinderen hebben natuurlijk geen frituurpan. Daarom bouwen we de loempia om naar een wrap met groenten. Omdat we geen magnetron hebben om de wrap op te warmen, maken we vooraf een Chinese tomatensoep. Als de soep heet is, wordt er een bord omgekeerd opgelegd. Daar bovenop komt dan de wrap. Dan wat kip, noedels en een kruidenmix in de roerbakpan en je hebt een soort loempiarol.’
Gerda kijkt er bij de receptkeuze ook naar of de kinderen genoeg groenten krijgen. ‘En ik wil de kinderen andere smaken leren kennen. Niet alleen maar stamppot of macaroni dus. We eten bijvoorbeeld ook een dag aardappelen met groente. De andijvie is dan vervangen door Chinese kool.’
Ook hygiëne
Behalve gezond koken, probeert Gerda er ook voor te zorgen dat de kinderen hygiënisch bezig zijn. ‘Dit jaar maken we bijvoorbeeld een gerecht met rijst, boontjes en rundergehakt. Dan moeten de kinderen zelf gehaktballetjes draaien, maar we moeten er wel voor zorgen dat ze geen buikloop krijgen. Ze moeten dus goed hun handen wassen. Plan is ze een testje te laten doen om te laten zien hoe lang je je handen moet wassen voordat ze echt schoon zijn. Wegwerphandschoenen, dot verf erop en 10 seconden wassen. Zo zien ze het zelf ook.’
Voor Gerda is het koken op het kamp niet het grootste probleem. ‘Vooral de bestellingen zijn een enorme klus. Al die lijsten moet je checken en dubbel checken. En als het eten dan wordt bezorgd, moet je met een snel oog kijken of alles klopt. Dat geeft toch een bepaalde druk. Ook heb je hele korte nachten. In de keuken wordt tot één uur ’s nachts doorgewerkt en om zes uur is het weer opstaan. De kinderen komen om zeven uur alweer voor het ontbijt. Dan zijn de bakker en de andere leveranciers alweer weg.’
Dieetkinderen
Dirk en Gerda koken op het Kamp voor alle kinderen die een dieet nodig hebben. Het gaat dan om kinderen die moslim, vegetarisch of hindoe zijn, of een allergie hebben. Verder koken ze voor de 64 stafleden die aan het kamp meewerken. ‘Het aantal kinderen met een bijzonder dieet heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. We hebben nu zo’n 50 kinderen die niet zomaar kunnen mee-eten. We hebben bijvoorbeeld een gerecht met spekjes en braadworst. Dat mogen de moslimkinderen niet eten. En we hebben ook kinderen die halal of vegetarisch moeten eten. Maar wij kunnen niet garanderen dat onze keuken halal is. Daarom koken we voor deze kinderen de hele week vegetarisch.’
Financieel
Overigens bepaalt niet alleen de smaak van Gerda en Dirk het menu. Dat doet ook het budget. Zelf regelde Gerda vorig jaar via haar eigen supermarkt 100 dozen Knorr boboti wereldgerechten voor het Afrikaanse stoofpotti. ‘We moeten ook goed naar het financiële plaatje kijken. We hebben al een aantal bedrijven dat de maaltijden sponsort, maar we zoeken nog meer bedrijven die in geld of goederen willen sponsoren.’
Bedrijven of particulieren die de maaltijden van het Nationaal Kamp willen sponsoren kunnen contact opnemen met de organisatie van het Nationaal Kamp (mailto:gerdavanzijl@gmail.com).