‘Jongeren laten zich niet meer met een kluitje in het riet sturen’

Werkendam is een ‘binnenvaartnest’ en heeft dan ook een internaat. Op het Merwede Internaat zitten 144 kinderen en er werken zo’n 90 begeleiders, inclusief keukenpersoneel en oproepkrachten. Een van hen is Bram den Ouden, die voorheen internationaal chauffeur was. Op sociaal-emotioneel gebied is het internaat wel even wat anders dan de vrachtwagen. ‘Je moet jezelf kwetsbaar opstellen, maar er wordt ook van je verwacht dat je regels hanteert en grenzen stelt.’

Merwede Internaat Werkendam

Door:

Jacques Kraaijeveld

De jeugd is mondiger dan 15 jaar geleden, weet Den Ouden. ‘Ze willen graag antwoord op hun vragen en laten zich niet meer met een kluitje in het riet sturen.’ Hij probeert zich daarom te verdiepen in de leefwereld van de jongeren om hem heen. ‘Ook op het gebied van geloofszaken, politiek en ethische kwesties verwachten ze dat je een visie hebt. Ik volg nu een opleiding die me helpt verder te ontwikkelen op het gebied van begeleiding en opvoeding van jongeren. Ik hoop hier nog lang met veel plezier te mogen werken. Er gaat geen dag voorbij of we hebben plezier met elkaar. Ik denk bijvoorbeeld aan het moment dat heel de groep jongeren mij midden in de nacht kwam feliciteren.’

Collega Elizabeth van der Wal-Verloop schuift aan. Een groep kinderen opvoeden doe je niet zomaar, zegt ze. ‘Toen ik begon voelde ik me  echt een groentje. Je moet ook echt door een proces heen. Het is een zoektocht, ’t eerste jaar. Je komt vanalles tegen bij jezelf; wie je bent, wat je werkstijl is. In het begin had ik ook best wel moeite met de VO’ers (middelbare scholieren – red.) die ik toen op de groep had. Je voelt je nog jong en onervaren. En toch, als je daar je energie insteekt, je als het ware gooit op het opbouwen van een relatie, kun je een heel eind komen. Het opbouwen van een relatie met de kinderen is sowieso een van de belangrijkste zaken binnen dit werkveld. Daar moet je mee beginnen. Als je eenmaal een goede basis hebt, kun je daar op voortbouwen.’

Houvast

Kinderen houden niet van veranderingen in groepsleiding. ‘Dat vinden ze echt lastig en vervelend. Maar helaas hoort het erbij. Ook bij ons. Sinds afgelopen zomervakantie zijn we weer met z’n drieën als team. Een vast team is ontzettend belangrijk op een groep. Zeker als je als team je draai hebt gevonden en er met elkaar voor gaat, is dat merkbaar bij de kinderen. Die weten dan waar ze aantoe zijn en wat ze aan hun juffen hebben. Dat zorgt voor stabiliteit op de groep. Het is en blijft zo dat je met kinderen werkt en dus geen dag hetzelfde is, maar stabiliteit geeft houvast voor iedereen.

‘Het "draaien" van de groep is het belangrijkste aspect. Dat is eigenlijk heel breed. De kern is het opvoeden en begeleiden van de kinderen van je groep. En daar komt ook een groot stuk samenwerking met de ouders bij kijken. Dat laatste wordt snel vergeten, maar is niet minder belangrijk. Je moet het wel samen met de ouders doen. Zij geven de verantwoordelijkheid uit handen en aan ons de kunst om de wensen van ouders en de mogelijkheden binnen het internaat zo goed mogelijk te combineren.’

Etiketjes

‘Het er gewoonweg zijn voor het kind vind ik zelf een van de mooiste kanten. Eigenlijk is het iets heel moois dat je voor zulke kinderen mag zorgen. Je speelt als het ware de rol van vervangend ouder en dat is best bijzonder.

‘Zelf heb ik er moeite mee dat een kind al vrij snel een "etiketje" krijgt opgeplakt. Ook zou ik niet snel het woord "probleemkind" gebruiken, maar meer richting "zorgkind" gaan. Wat aangeeft dat een kind net iets meer zorg en begeleiding nodig heeft dan een ander kind. Voor mijn gevoel is het iets van deze tijd dat, als een kind bijvoorbeeld druk is, het gelijk wordt opgezadeld met de diagnose ADHD. En dat een kind dat wat stilletjes is, gelijk een sociale stoornis heeft. Daar hou ik niet zo van. Ik geef toe dat er inderdaad echt zorgkinderen zijn, maar een kind mag ook bijvoorbeeld wat meer achtergrondfiguur zijn, wat minder vrienden hebben dan een ander, of wat drukker zijn dan z’n kamergenootje.
‘Nog een leuke anekdote? Toen ik net getrouwd was – in onze kringen is het de Bijbelse gewoonte om te trouwen en ook daarna pas open te staan voor kinderen – maakte ik een keer de opmerking dat ik 13 kinderen had. Een van de kinderen reageerde heel verbaasd, want dat kon toch niet: net getrouwd en dan al zoveel kinderen?! Ook heb ik in m’n beginperiode weleens de flater geslagen dat ik aan een van de jongens vroeg wat z’n vader voor werk deed…’

‘Jongeren laten zich niet meer met een kluitje in het riet sturen’ | Schuttevaer.nl

‘Jongeren laten zich niet meer met een kluitje in het riet sturen’

Werkendam is een ‘binnenvaartnest’ en heeft dan ook een internaat. Op het Merwede Internaat zitten 144 kinderen en er werken zo’n 90 begeleiders, inclusief keukenpersoneel en oproepkrachten. Een van hen is Bram den Ouden, die voorheen internationaal chauffeur was. Op sociaal-emotioneel gebied is het internaat wel even wat anders dan de vrachtwagen. ‘Je moet jezelf kwetsbaar opstellen, maar er wordt ook van je verwacht dat je regels hanteert en grenzen stelt.’

Merwede Internaat Werkendam

Door:

Jacques Kraaijeveld

De jeugd is mondiger dan 15 jaar geleden, weet Den Ouden. ‘Ze willen graag antwoord op hun vragen en laten zich niet meer met een kluitje in het riet sturen.’ Hij probeert zich daarom te verdiepen in de leefwereld van de jongeren om hem heen. ‘Ook op het gebied van geloofszaken, politiek en ethische kwesties verwachten ze dat je een visie hebt. Ik volg nu een opleiding die me helpt verder te ontwikkelen op het gebied van begeleiding en opvoeding van jongeren. Ik hoop hier nog lang met veel plezier te mogen werken. Er gaat geen dag voorbij of we hebben plezier met elkaar. Ik denk bijvoorbeeld aan het moment dat heel de groep jongeren mij midden in de nacht kwam feliciteren.’

Collega Elizabeth van der Wal-Verloop schuift aan. Een groep kinderen opvoeden doe je niet zomaar, zegt ze. ‘Toen ik begon voelde ik me  echt een groentje. Je moet ook echt door een proces heen. Het is een zoektocht, ’t eerste jaar. Je komt vanalles tegen bij jezelf; wie je bent, wat je werkstijl is. In het begin had ik ook best wel moeite met de VO’ers (middelbare scholieren – red.) die ik toen op de groep had. Je voelt je nog jong en onervaren. En toch, als je daar je energie insteekt, je als het ware gooit op het opbouwen van een relatie, kun je een heel eind komen. Het opbouwen van een relatie met de kinderen is sowieso een van de belangrijkste zaken binnen dit werkveld. Daar moet je mee beginnen. Als je eenmaal een goede basis hebt, kun je daar op voortbouwen.’

Houvast

Kinderen houden niet van veranderingen in groepsleiding. ‘Dat vinden ze echt lastig en vervelend. Maar helaas hoort het erbij. Ook bij ons. Sinds afgelopen zomervakantie zijn we weer met z’n drieën als team. Een vast team is ontzettend belangrijk op een groep. Zeker als je als team je draai hebt gevonden en er met elkaar voor gaat, is dat merkbaar bij de kinderen. Die weten dan waar ze aantoe zijn en wat ze aan hun juffen hebben. Dat zorgt voor stabiliteit op de groep. Het is en blijft zo dat je met kinderen werkt en dus geen dag hetzelfde is, maar stabiliteit geeft houvast voor iedereen.

‘Het "draaien" van de groep is het belangrijkste aspect. Dat is eigenlijk heel breed. De kern is het opvoeden en begeleiden van de kinderen van je groep. En daar komt ook een groot stuk samenwerking met de ouders bij kijken. Dat laatste wordt snel vergeten, maar is niet minder belangrijk. Je moet het wel samen met de ouders doen. Zij geven de verantwoordelijkheid uit handen en aan ons de kunst om de wensen van ouders en de mogelijkheden binnen het internaat zo goed mogelijk te combineren.’

Etiketjes

‘Het er gewoonweg zijn voor het kind vind ik zelf een van de mooiste kanten. Eigenlijk is het iets heel moois dat je voor zulke kinderen mag zorgen. Je speelt als het ware de rol van vervangend ouder en dat is best bijzonder.

‘Zelf heb ik er moeite mee dat een kind al vrij snel een "etiketje" krijgt opgeplakt. Ook zou ik niet snel het woord "probleemkind" gebruiken, maar meer richting "zorgkind" gaan. Wat aangeeft dat een kind net iets meer zorg en begeleiding nodig heeft dan een ander kind. Voor mijn gevoel is het iets van deze tijd dat, als een kind bijvoorbeeld druk is, het gelijk wordt opgezadeld met de diagnose ADHD. En dat een kind dat wat stilletjes is, gelijk een sociale stoornis heeft. Daar hou ik niet zo van. Ik geef toe dat er inderdaad echt zorgkinderen zijn, maar een kind mag ook bijvoorbeeld wat meer achtergrondfiguur zijn, wat minder vrienden hebben dan een ander, of wat drukker zijn dan z’n kamergenootje.
‘Nog een leuke anekdote? Toen ik net getrouwd was – in onze kringen is het de Bijbelse gewoonte om te trouwen en ook daarna pas open te staan voor kinderen – maakte ik een keer de opmerking dat ik 13 kinderen had. Een van de kinderen reageerde heel verbaasd, want dat kon toch niet: net getrouwd en dan al zoveel kinderen?! Ook heb ik in m’n beginperiode weleens de flater geslagen dat ik aan een van de jongens vroeg wat z’n vader voor werk deed…’