Recept Mieke’s versgeplukte mosselen
Benodigdheden
Wilde mosselen
Flesje Hoegaarden of oud-bruin
Zakje soepgroente of mosselgroente
Kervel
Peterselie
Mosterd
OlijfolieBereiding
De mosselen onder de kraan spoelen en met het bier, wat peper en zout, de soep- of mosselgroente en veel kervel aan de kook brengen. Vijf tot tien minuten door laten koken en afgieten.
Maak ondertussen een mosterdsausje met veel mosterd, olijfolie en peterselie. Roer dat een paar minuten stevig door elkaar. Als het te warm of te koud is gaat het schiften en kun je er eventueel een rauw ei doorheen mengen.‘Dan bak ik er zelf patat bij. Ik heb een pan met frituurvet aan boord en schil aardappels. Daar maak ik reepjes van en die dep ik droog. En dan vervolgens eerst voorbakken, even laten afkoelen en dan afbakken en een klein beetje zout erover. Voor mezelf maak ik er komkommer of sla bij. Piet eet dat niet, die vindt dat konijnenvoer. Ik houd zelf niet van mosselen en maak er een half blikje knakworst bij warm. Maar ik maak het graag klaar, want ik geniet als ik hem zo lekker zie eten.’
‘Bij de Krammersluizen drijven de steigers op grote buizen’, vertelt Piet. ‘Dan wip ik met mijn hark op zo’n buis en ga een maaltje mosselen plukken. Officieel mag het natuurlijk niet, maar ja, er mag zo veel niet. Omdat ze hangen, zit er geen korreltje zand tussen. Heerlijke mosselen zijn het.’
‘We laten zelfs wel eens stiekem een schutting lopen. Dan roep ik tegen de sluismeester dat ik de filters aan het verversen ben of zo, maar het gaat er dan om dat ik nog zo veel mosselen zie. Het wordt trouwens wel minder. Ze worden steeds meer verdrongen door de Japanse oester en daar kun je niks mee.
‘Ik zet de mosselen in een paar emmers op de luiken en als we in de sluis liggen, krab ik ze met een mesje schoon. De pokken en het groen eraf en nog even spoelen. En dan eten we ze binnen een of twee dagen. Af en toe zit er ook nog een oestertje bij en ik heb ook een keer een klein pareltje in een mossel gevonden.’
Krantje kopen
‘We eten zoveel mogelijk vers’, zegt Mieke. ‘Ik probeer iedere dag wel even de wal op te gaan, sowieso om een krant te kopen. In Frankrijk ga ik om de dag naar de bakker voor een vers stokbroodje. Die voor de tweede dag vries ik in en die gaat de oven in.’
Er is vrijwel altijd brood in de vriezer want Mieke heeft ‘suiker’ en moet de dag altijd beginnen met een boterhammetje. ‘En mocht het brood toch op zijn’, zegt Piet, ‘dan vind ik dat helemaal niet erg, want dan bakt ze pannenkoeken.’
Het vlees komt zoveel mogelijk van de slager in Coevorden. ‘Tot voor kort voeren we vast op Coevorden’, zegt Mieke. ‘Nu niet meer, maar we komen er nog wel veel. Ik geef telefonisch de bestelling door en we kunnen ook buiten openingstijden terecht. Ze kennen ons en wonen vlakbij de slagerij. We halen dan een of twee rollades, wat gehakt, een lekker speklapje en zo nog het een en ander. En ook veel vleeswaren. Een prima adresje, lekker en niet duur. Omdat ze zelf slachten, denk ik.’
De groenten worden zoveel mogelijk bij de groenteboer gehaald, want ze proberen de kleine middenstand zoveel mogelijk in ere te houden. De rest van de boodschappen komt van de supermarkt. ‘In Coevorden kun je voor de Super de Boer liggen en het karretje tot aan de loopplank rijden. Daarna varen we door de spoorbrug en daar leggen we aan. Dan kan Piet naar de sociëteit, een beetje bijpraten met de mannen en ik ruim de boodschappen op.’
Stoofpeercake
‘In de winter beginnen we rond een uur of zeven, in de zomer om zes uur. We zijn altijd rond die tijd op, ook als we stilliggen. Piet krijgt een bakje thee en gaat varen. ‘Zo rond een uur of elf krijgt Piet trek in een stukje worst of kaas.’ Tussen de middag wordt altijd warm gegeten. Om de beurt, want er wordt gewoon doorgevaren en in de stuurhut is weinig plek om samen te eten.
‘Vandaag stond er fijne mie met groente en varkensvleesreepjes en een pittig sausje op het menu. Normaal eten we dat nooit. Maar Piet is onlangs aan zijn kaak geopereerd en kan bijna niet kauwen. Daarom verzin ik eten wat hij gemakkelijk wegkrijgt. Het gaat al wat beter, tot vorige week at hij voornamelijk slaatjes, die ik dan ook nog door de blender deed. Ik heb vanochtend een pak boerencakemeel gekocht en ga een lekker zacht toetje voor hem maken. Verse, nog warme cake met stoofpeertjes met ingedikt sap erover heen. Dat heb ik laatst ergens gegeten en nu ga ik zelf proberen om het te maken.’