Recept
Zelf brood bakken
De familie Eerkes heeft een broodbakmachine, maar sinds daar een essentieel onderdeel van kwijt is ("vast een keer per ongeluk weggegooid"), kneedt Lydia het deeg met de hand. ‘Ik heb altijd Honig bakmix op voorraad. Wit, bruin of waldkorn, het is allemaal even lekker. Je maakt het deeg zoals aangegeven op de verpakking en dat is heel simpel, ik ben er denk ik in totaal tien minuten mee bezig. Even kneden, tien minuten wegzetten, dan weer kneden, nog drie kwartier in een bakblik laten rijzen en dan de oven in.‘Ik moet wel zelf bakken, want we hebben niet genoeg ruimte in de vriezer, nu we drie kinderen hebben. Zo’n zelfgebakken brood is zo op, want het smaakt heel goed. Ik heb deze week, nu we in Duitsland zitten, al twee keer gebakken, heerlijk.’
Door
Marja de Vet
Roel en Lydia Eerkes varen sinds twee jaar samen met hun dochters Hannah (4), Lisanne (2) en Nadine (5 maanden) op het tachtig-meterschip Lydia. Daarvoor werkten ze aan de wal. Lydia als HBO-verpleegkundige op het Radboud in Nijmegen. ‘Omdat varen Roels passie is, hebben we besloten vier jaar samen te varen, tot onze oudste naar school moet.’
De boodschappen haalt Lydia meestal zelf. ‘Ik struin alle schappen af, zonder boodschappenbriefje. Als we korter dan twee dagen liggen, bestel ik boodschappen bij het bunkerstation. Je krijgt ze dan van Super de Boer. Ze vragen 2,50 euro extra voor het aan boord brengen. Dat vind ik meevallen. En je kunt precies aangeven wat je van welk merk wilt hebben.’ De boodschappen gaan aan boord in twee grote koelkasten met vriesgedeelte.
De wal op
Voor de crisis deden ze werk wat ze leuk vonden. Nu nemen ze wat er is voor een redelijke prijs. ‘We gaan het liefst ver weg. Als we naar Regensburg gaan, sla ik voor drie weken in. Ik koop alle groentes die ik kan kopen en die eten we dan in volgorde van bederfelijkheid op. Nadeel vind ik dat je dan witlof moet eten terwijl je zin hebt in macaroni.
‘De eerste tijd van zo’n lange reis eten we voornamelijk aardappels, vlees en groente. Na anderhalf tot twee weken is al het vers op. Dan schakelen we over op diepvriesgroente en nasi, bami, pasta’s en ovenschotels. Roel gaat ’s morgens om zes uur voor het varen ook even de wal op om brood en zo te halen. Op de Main kan dat goed. Ons lievelingsgerecht is tagliatelle met zalm en roomsaus. Ik bak champignons, prei en uien en doe daar een pakje roomsaus door. Op het laatst gaat de in stukjes gesneden zalm erdoor. Lekker en gemakkelijk. De kinderen eten het liefst komkommer, maar zijn ook dol op fijngeprakte broccoli of bloemkool.’
Wat pot schaft
‘De kinderen moeten alles proeven wat op tafel komt. Maar we zijn niet heel streng. Als ze het niet lusten, krijgen ze wat anders. Mijn voorkeur gaat uit naar vers, ik ben niet zo van de potjes en geef ook borstvoeding. Nadine mag over een maand ook een warm hapje. Ze krijgt ons eten zoutloos uit de blender. Pas daarna doe ik er voor ons zout bij.
‘We eten altijd met ons vijven in de stuurhut. Soms tussen de middag warm, maar ook vaak ’s avonds. Net hoe het uitkomt. Ik geef Hannah ’s morgens ook les uit het LOVK-pakket en dan heb ik niet altijd tijd om te koken. In de winter eet Roel ’s avonds alleen in de stuurhut. Dat vindt hij niet erg.’ ‘Als het eten maar lekker is’, zegt Roel.
’s Morgens en ’s middags wordt boven koffie gedronken. ‘s Ochtends met een plak ontbijtkoek erbij en ’s middags meestal wel met koek of chocola.
Genieten
‘Ik ben echt een walmeisje en ik heb heel lang volgehouden dat ze mij niet op een schip zouden zien. Maar het bevalt me heel goed. Veel beter dan ik had verwacht. We zijn altijd samen en genieten van de kinderen. En als we liggen doen we leuke, onverwachte dingen. Dat varen geeft een hoop rust. Ik ben ook wel gemakkelijk, het maakt niet uit als de kinderen een uurtje later in de kleren zijn. We zeggen heel regelmatig tegen elkaar: wat hebben we het toch goed.
‘De meisjes interesseren zich helemaal niet voor het varen. En ik vind sturen saai, maar soms is het nodig. Voordat we gingen varen, heb ik in twee maanden tijd de zeven tentamens gehaald via het STC.
‘Als ik over twee jaar aan de wal ga, neemt Roel een matroos en dan moet hij koken. Hij doet het graag. Als we stilliggen is hij ook regelmatig aan de beurt. Ik en de meisjes gaan Roel straks missen, maar ik kan dan wel weer meer mijn eigen ding doen en dat is een voordeel.’