Door
Henriette Driesen-Joanknecht
‘De technische aanpassingen die ons worden opgelegd zijn onbegrijpelijk. Schepen die een motor hebben zoals ik hier heb staan (SKL – red.) moeten worden aangepast vanwege het milieu. Maar deze motor is veel zuiniger in brandstof- en smeerolieverbruik dan de nieuwe CCR-motoren. Dus volgens mij is een motor als deze veel milieuvriendelijker.’
Ook de eisen aan de radar en de piloot mogen wat hem betreft wel wat minder dwingend worden ingevoerd. ‘Ik kan me voorstellen dat, als er dingen kapot gaan, die moeten worden vervangen door iets wat aan de jongste eisen voldoet. Maar vervanging puur en alleen omdat de regels in Brussel het voorschrijven, vind ik zonde.’
Werkend leren
Talsma vaart sinds 1994 en werkte op diverse schepen. Hij wist als kind al dat hij wilden varen. Zijn papieren haalde hij schriftelijk. ‘Ik wist vanaf mijn achtste dat ik wilde varen. Mijn ouders voeren zelf niet, maar mijn vader was een fervent watersporter. Hij vertelde veel over de scheepvaart. Ik heb mijn papieren via werkend leren gehaald en kreeg daarbij hulp van een collega en goede vriend. Dat werkend leren ging prima, al ben ik niet zo’n student. De ene module lag me beter dan de ander. Ik was minder goed in de theoretische dingen. Ik heb veel te danken aan Andries de Weerd.’
-
‘Werkend leren ging prima, ook al ben ik niet zo’n student’
-
Jan Talsma vernoemde zijn schip naar zijn beide opa’s
De binnenvaartopleidingen zijn de laatste jaren flink gemoderniseerd. Talsma vindt dat goed, maar het kan geen kwaad de basis op de ouderwetse manier te leren. ‘Wat mij betreft mag de jongere garde ook wat meekrijgen van het ouderwetse varen. Ze zijn volledig afhankelijk van de piloot en de Tresco. Het is niet verkeerd om te leren op de hand te sturen, zodat je leert wat een schip doet. Maar natuurlijk, is het belangrijk dat leerlingen leren de moderne apparatuur te bedienen.’
Afvaldepot
Talsma is optimistisch over de toekomst voor zijn scheepstype, want er is in deze maat veel gesaneerd. ‘Er zijn nog steeds kleine partijen in de markt, omdat er ontvangers zijn die geen grote partijen willen. Maar het aantal actieve schepen in deze maat neemt af.’
Voorlopig ziet hij zichzelf geen groter schip aanschaffen. ‘Hoe mijn toekomst eruit ziet, hangt af van de vraag van de markt. Een ondernemer moet daarop inspringen. Het hangt ook van de technische eisen aan de schepen af. Voorlopig heb ik geen ambities, maar zeg nooit nooit.’
De Kornelis-Jan is vernoemd naar de opa’s van Talsma en vaart in Nederland en België. Over de voorzieningen in zijn vaargebied is hij redelijk tevreden, ook al is het wenselijk om het aantal afmeergelegenheden uit te breiden. Door de schaalvergroting nemen de schepen nu eenmaal meer plaats in. Ook de openingstijd van het afvaldepot langs het AR-kanaal kan wat hem betreft uitgebreider. ‘Nu is het tot een uur of vijf open. Ik zou graag zien dat dat tot tien uur ‘s avonds was. Dan heb je meer gelegenheid.’
Aan de wal
Zijn vriendin werkt aan de wal en de verwachting is dat dat zo blijft. ‘Ze werkt bij het waterschap in Friesland als systeembeheerder bij de technische dienst. Dat doet ze al acht jaar. Haar ouders deden ook aan pleziervaart. Ze heeft dus wel iets met water, maar voorlopig gaat de voorkeur er nog naar uit om aan de wal te werken.’
Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Kornelis-Jan. Lengte: 80 meter. Breedte: 8,20 meter. Diepgang: 2,72 meter. Tonnage: 1175. Europanummer: 2310432. Motor: SKL, 930 pk. Bouwjaar: 1959. Thuishaven: Drachten. Eigenaar: Scheepvaartbedrijf J. Talsma.