Jonge Vlamingen met grootse plannen

Bjorn de Backer (16), Manjit Øien (16), Lorenzo Kwick (17) en Leslie Clatworthy (16) volgen de Rijn- en Binnenvaartopleiding bij Cenflumarin in Antwerpen. Ze hebben grootse plannen voor de toekomst. Maar ze zullen ze eerst nog een paar jaar naar school moeten, omdat België een schoolplicht tot achttienjarige leeftijd kent. Eind dit schooljaar hopen ze te slagen voor het examen matroos en het VHF-attest (marifooncertificaat).

Jonge Vlamingen met grootse plannen

Deze vier constateren van zichzelf dat ze gemotiveerd zijn, want ze kozen de opleiding niet  om straks met speelgoed te varen, stellen ze. Later zien ze zichzelf meerdere schepen bezitten. Zo hebben Leslie en Bjorn de droom om samen een rederij te beginnen. Die rederij gaat dan Bless You heten, waarbij Bless staat voor Bjorn, Leslie en soorten schepen. ‘We willen schepen tot maximaal 86 meter, omdat we met koppels willen werken. Op zo’n klein schip is een matroos eigenlijk luxe’, vertellen ze.

Een schip van Bjorn gaat later La Primavera heten, wat de lente betekent. Het schip van Leslie kan bijvoorbeeld Lefa heten. ‘Dat komt van Leslie en Eva, en als het uitgaat heb ik de naam nog’, zegt hij praktisch.

Lorki en Nutryday

Lorenzo noemt zijn schepen later Lorki en Nutryday, verwacht hij. Lorki staat voor Lorenzo en zijn vriendinnetje Kim en Nutryday betekent voedzame dag. Hij ziet zichzelf rustig aan zijn carrière beginnen. ‘Ik ga beginnen als aflosser. Dan ga ik een paar schepen kopen. Als ik die heb afbetaald laat ik er een paar bouwen in Rusland. Ik kies voor Rusland, omdat die schepen steviger zijn. Bij de Chinese schepen zijn de lassen slecht. De schepen die in België aankomen moeten vaak opnieuw worden gelast en ik ben erg secuur op onderhoud. De maat 135 meter heb ik het liefst.’

Ook Majit ziet zichzelf later als ondernemer werkzaam zijn. ‘Ik wil eerst kapitein worden op een sleepboot. Als bijbaan ga ik aflossen op een tanker en op den duur wil ik een eigen tanker aanschaffen.’

Economie

De jongens hebben alle vier hun familiewortels op het water liggen. Zo voer de vader van Leslie als machinist bij de stadssleepdienst van Antwerpen en bekleedt hij nu een walfunctie als brigadier bij die dienst. Ook de familie van Manjit werkt bij de stadssleepdienst. Zijn moeder is er matroos en zijn oom kapitein. Bjorn en Lorenzo komen uit schippersfamilies. Bjorn komt van de Sylvia en Lorenzo van de Claumar.

De crisis in de binnenvaart geeft de jongens weinig zorgen. Ze verwachten dat die grotendeels is weggeëbd tegen de tijd dat zij de school verlaten. ‘Mijn vader zegt dat tegen de tijd dat wij gaan werken het beter zal zijn’, merkt Lorenzo op.

‘Economie gaat altijd op en neer. Het kan nooit alleen goed of slecht zijn. Bovendien kunnen ze moeilijk de schepen in beslag nemen. Dat is voor de bank even slecht als voor de eigenaar, omdat de waarde dan zakt’, voegt Bjorn toe.
Manjit constateert dat de meeste ondernemers eerder hun eigen vermogen opeten dan dat hun schepen failliet gaan.

Zes jaar

Van de opleiding is de praktijk en het varen met de Themis verreweg het leukst, want dan hoef je niet in de klas te zitten, vinden de jongens eensgezind. ‘Het allerleukste vind ik als we met de Themis volaan varen. Als ze normaal vaart zie je een paar kleine golfjes, maar als ze volaan vaart dan heeft ze een grote snor. Dat vind ik een mooi gezicht’, vertelt Lorenzo.

Ook Bjorn vaart graag met de Themis, omdat zij op plaatsen komt waar het schip van zijn ouders niet kan komen.

Ze zijn tot nu toe tevreden over de opleiding en kozen ervoor omdat er toekomst zit in de binnenvaart, je als je hard wilt werken veel geld kunt verdienen en niet iedereen het doet. ‘Als je deze opleiding hebt afgerond kun je echt iets’, vindt Manjit.

De Belgische Rijn- en Binnenvaartopleiding duurt zes jaar, leggen hun leerkrachten desgewenst uit. Het eerste jaar is een algemeen jaar, in het tweede jaar werken de leerlingen met kleine vaartuigen. Het derde en vierde jaar zijn de opleiding tot matroos. Het vijfde en zesde jaar omvatten de opleiding tot stuurman. ‘Na het zesde jaar zijn de leerlingen normaalgesproken achttien jaar. Dan hebben ze alle theorie gekregen om het stuurbrevet te halen. Onze school mag geen staatsexamens afnemen. De leerlingen moeten daarom het examen voor het stuurbrevet en radar apart aanvragen’, zegt Manuel Lechantre.

De Belgische opleiding kent ook een zevende keuzejaar, dat opleidt voor de beperkte kustvaart, waarna bij Oostende naar buiten mag worden gevaren. (HDJ)

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Themis II. Lengte: 55 meter. Breedte: 7,23 meter. Diepgang: 1,45 meter. Passagiers: Slepen 28 passagiers, dagvaart 100 passagiers. Europanummer: 6000248. Motor: 2 x Scania, 350 pk. Bouwjaar: 1965, omgebouwd 2002. Thuishaven: Antwerpen. Eigenaar: KTA-Zwijndrecht.

 

Jonge Vlamingen met grootse plannen | Schuttevaer.nl

Jonge Vlamingen met grootse plannen

Bjorn de Backer (16), Manjit Øien (16), Lorenzo Kwick (17) en Leslie Clatworthy (16) volgen de Rijn- en Binnenvaartopleiding bij Cenflumarin in Antwerpen. Ze hebben grootse plannen voor de toekomst. Maar ze zullen ze eerst nog een paar jaar naar school moeten, omdat België een schoolplicht tot achttienjarige leeftijd kent. Eind dit schooljaar hopen ze te slagen voor het examen matroos en het VHF-attest (marifooncertificaat).

Jonge Vlamingen met grootse plannen

Deze vier constateren van zichzelf dat ze gemotiveerd zijn, want ze kozen de opleiding niet  om straks met speelgoed te varen, stellen ze. Later zien ze zichzelf meerdere schepen bezitten. Zo hebben Leslie en Bjorn de droom om samen een rederij te beginnen. Die rederij gaat dan Bless You heten, waarbij Bless staat voor Bjorn, Leslie en soorten schepen. ‘We willen schepen tot maximaal 86 meter, omdat we met koppels willen werken. Op zo’n klein schip is een matroos eigenlijk luxe’, vertellen ze.

Een schip van Bjorn gaat later La Primavera heten, wat de lente betekent. Het schip van Leslie kan bijvoorbeeld Lefa heten. ‘Dat komt van Leslie en Eva, en als het uitgaat heb ik de naam nog’, zegt hij praktisch.

Lorki en Nutryday

Lorenzo noemt zijn schepen later Lorki en Nutryday, verwacht hij. Lorki staat voor Lorenzo en zijn vriendinnetje Kim en Nutryday betekent voedzame dag. Hij ziet zichzelf rustig aan zijn carrière beginnen. ‘Ik ga beginnen als aflosser. Dan ga ik een paar schepen kopen. Als ik die heb afbetaald laat ik er een paar bouwen in Rusland. Ik kies voor Rusland, omdat die schepen steviger zijn. Bij de Chinese schepen zijn de lassen slecht. De schepen die in België aankomen moeten vaak opnieuw worden gelast en ik ben erg secuur op onderhoud. De maat 135 meter heb ik het liefst.’

Ook Majit ziet zichzelf later als ondernemer werkzaam zijn. ‘Ik wil eerst kapitein worden op een sleepboot. Als bijbaan ga ik aflossen op een tanker en op den duur wil ik een eigen tanker aanschaffen.’

Economie

De jongens hebben alle vier hun familiewortels op het water liggen. Zo voer de vader van Leslie als machinist bij de stadssleepdienst van Antwerpen en bekleedt hij nu een walfunctie als brigadier bij die dienst. Ook de familie van Manjit werkt bij de stadssleepdienst. Zijn moeder is er matroos en zijn oom kapitein. Bjorn en Lorenzo komen uit schippersfamilies. Bjorn komt van de Sylvia en Lorenzo van de Claumar.

De crisis in de binnenvaart geeft de jongens weinig zorgen. Ze verwachten dat die grotendeels is weggeëbd tegen de tijd dat zij de school verlaten. ‘Mijn vader zegt dat tegen de tijd dat wij gaan werken het beter zal zijn’, merkt Lorenzo op.

‘Economie gaat altijd op en neer. Het kan nooit alleen goed of slecht zijn. Bovendien kunnen ze moeilijk de schepen in beslag nemen. Dat is voor de bank even slecht als voor de eigenaar, omdat de waarde dan zakt’, voegt Bjorn toe.
Manjit constateert dat de meeste ondernemers eerder hun eigen vermogen opeten dan dat hun schepen failliet gaan.

Zes jaar

Van de opleiding is de praktijk en het varen met de Themis verreweg het leukst, want dan hoef je niet in de klas te zitten, vinden de jongens eensgezind. ‘Het allerleukste vind ik als we met de Themis volaan varen. Als ze normaal vaart zie je een paar kleine golfjes, maar als ze volaan vaart dan heeft ze een grote snor. Dat vind ik een mooi gezicht’, vertelt Lorenzo.

Ook Bjorn vaart graag met de Themis, omdat zij op plaatsen komt waar het schip van zijn ouders niet kan komen.

Ze zijn tot nu toe tevreden over de opleiding en kozen ervoor omdat er toekomst zit in de binnenvaart, je als je hard wilt werken veel geld kunt verdienen en niet iedereen het doet. ‘Als je deze opleiding hebt afgerond kun je echt iets’, vindt Manjit.

De Belgische Rijn- en Binnenvaartopleiding duurt zes jaar, leggen hun leerkrachten desgewenst uit. Het eerste jaar is een algemeen jaar, in het tweede jaar werken de leerlingen met kleine vaartuigen. Het derde en vierde jaar zijn de opleiding tot matroos. Het vijfde en zesde jaar omvatten de opleiding tot stuurman. ‘Na het zesde jaar zijn de leerlingen normaalgesproken achttien jaar. Dan hebben ze alle theorie gekregen om het stuurbrevet te halen. Onze school mag geen staatsexamens afnemen. De leerlingen moeten daarom het examen voor het stuurbrevet en radar apart aanvragen’, zegt Manuel Lechantre.

De Belgische opleiding kent ook een zevende keuzejaar, dat opleidt voor de beperkte kustvaart, waarna bij Oostende naar buiten mag worden gevaren. (HDJ)

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Themis II. Lengte: 55 meter. Breedte: 7,23 meter. Diepgang: 1,45 meter. Passagiers: Slepen 28 passagiers, dagvaart 100 passagiers. Europanummer: 6000248. Motor: 2 x Scania, 350 pk. Bouwjaar: 1965, omgebouwd 2002. Thuishaven: Antwerpen. Eigenaar: KTA-Zwijndrecht.