Gouke begon ooit op een tankschip dat in de ARA voer. Om zijn Rijnpatent te halen kwam hij op een koppelverband terecht. ‘Ik ben toen bij mijn neefje gaan varen. En sindsdien ben ik op koppelverbanden gebleven.’
Marcia werkte tijdens haar stage voor de BOL-opleiding op een ‘gewoon’ vrachtschip, maar stapte toen ze haar diploma had gehaald bij Gouke aan boord. In het begin moest ze wennen aan de afmetingen, nu vindt ze het leuk. ‘In het begin vond ik de lengte overweldigend, maar nu zie ik er de sport wel van in. Ik vind het leuk om met vijf bemanningsleden de boel in de vaart te houden.’
Eten koken
Beiden willen het jaar afwachten voordat ze hun plannen voor een eigen schip concreter maken. Dat heeft met de economie te maken, want ze willen het wel. ‘Het probleem is dat het momenteel lastig is om een financiering rond te krijgen. De vrachtprijzen liggen zo laag, dat je geen rekenmachine nodig hebt om te berekenen dat je het niet op kunt varen. Want je hebt dan een volle hypotheek en personeel met vrije tijd’, zegt Gouke.
Gouke is een schipperszoon. Zijn ouders voeren op de Dortmunder Elan. Hij volgde het VMBO- Rijn en Binnenvaart en daarna het BBL-stuurman/schipper.
Marcia is van de wal. Ze leerde Gouke kennen toen ze op de HAVO zat. De binnenvaart kende ze al, want haar moeder is een schippersdochter. Haar ouders stimuleerden haar een opleiding gericht op de binnenvaart te volgen. ‘Ik vond varen altijd leuk. Ik heb ooms en tantes die varen. Na de HAVO wist ik absoluut niet wat ik wilde. Mijn ouders gaven mij toen een duwtje in de rug om de BOL-opleiding Rijn- en binnenvaart te volgen. Zij vonden dat je het beste iets kunt doen wat je leuk vindt. Mijn stage liep ik bij mijn oom en tante op de Rehoboth (95 meter).’
Marcia vaart niet mee als de mast, maar ziet het echt als haar werk. ‘Ik help overal mee. Ik schuur, verf en vaar. ’s Morgens starten we met elkaar in de hut op met koffie en dan ga ik aan het werk. Om vier uur ga ik eten koken.’
Afspraken
Gouke en Marcia zijn optimistisch over de toekomst van de binnenvaart, want binnenvaartschepen blijven nodig, omdat niet alle lading in een vrachtwagen kan. Economie een golfbeweging en ze constateren dat het werk aantrekt, maar dat de vrachtprijzen alleen nog niet mee gaan. ‘Het is te hopen dat de economie aantrekt, zodat iedereen normaal zijn boterham kan verdienen. Het voordeel van de crisis is dat iedereen weer met zijn beide benen op de grond staat.’
Voor de crisis voeren Marcia en Gouke twee weken op, twee weken af. Nu werken ze zoals het uitkomt. ‘Het enige nadeel van dit systeem is, dat het moeilijk is afspraken te maken om bijvoorbeeld te sporten, wat een hobby van mij is. Aan boord is het nu harder aanpoten dan voor de crisis, maar het bevalt me nog steeds’, constateert Gouke.
Ook Marcia vindt dat ze een goede beroepskeuze heeft gedaan. ‘Ik vind het leuk aan boord. Mijn hobby is lezen, dat kan aan boord ook en we krijgen een hondje. Het is leuk als er een beetje leven aan boord is.’ (HDJ)
Scheepsgegevens
Scheepsnaam (schip): Fiorano. Lengte: 110 meter. Breedte: 11,45 meter. Diepgang: 3,33 meter. Tonnage: 2740. Europanummer: 02324060. Motor: Caterpillar 2x 1520 pk. Bouwjaar: 1999. Thuishaven: Zwijndrecht. Eigenaar: Swintrans.
Scheepsnaam (bak): Fiorano 2. Lengte: 85,50 meter. Breedte: 11,45 meter. Diepgang: 3,67 meter. Tonnage: 2398. Europanummer: 02330827. Motor: Caterpillar 2x 600 pk. Bouwjaar: 2008. Thuishaven: Zwijndrecht. Eigenaar: Swintrans.