- Passagiersvaart brengt 162.000 euro in het laatje
Door Hannie Visser-Kieboom en Dick den Braber
Gorinchem heeft vorig jaar circa 400 riviercruiseschepen ontvangen in de voorhaven, naast de afmeerlocatie voor Riveer, de Gorinchemse veerdienst. De cruiseschepen leverden de gemeente 162.000 euro havengeld op. In 2018 ging het om 155.000 euro. De twee autosteigers op de rivier leveren geen inkomsten op, terwijl ze wel volledig door de gemeente worden onderhouden.
Een opmerkelijke plek voor een autosteiger, zo schrijft de gemeente in haar verkenning, omdat Buiten de Waterpoort, waar de autosteiger ligt, een autoluwe plek is. Terwijl de steiger is bedoeld om auto’s van en aan boord te zetten, die dan dwars door de stad moeten rijden.
De gemeente stelt dat het logischer is de plek voor de cruisevaart te bestemmen. ‘Daarmee winnen we aan veiligheid in de voorhaven, omdat de riviercruiseschepen dan op de rivier kunnen blijven. Met cruisevaart maken we de steigers ook economisch aantrekkelijker, omdat het havengeld oplevert’, schrijft de gemeente in de verkenning. Naar aanleiding daarvan is besloten de plannen verder uit te werken. ‘Maar het zal zeker niet om 2020 gaan. Het gaat hier om een lange-termijninvestering. Wat we exact gaan doen, hoeveel dat gaat kosten en op welke termijn dat te realiseren, zal afhangen van het plan van aanpak en de keuzes die daarbij worden gemaakt’, zo laat de gemeentewoordvoerder weten.
Niet doen
Binnenvaartschippers in de regio hebben ernstige bezwaren tegen het plan. Zo stelde de jaarvergadering van BLN-Schuttevaerafdeling Alblasserwaard 30 december onomwonden dat de dubbele autosteiger behouden moet blijven voor de vrachtvaart. Afdelingsvoorzitter Joop van Belle noemde de kwestie hoogst ernstig.
De autosteiger is volgens de schippers veelvuldig in gebruik. ‘We moeten zelfs regelmatig op elkaar wachten’, vertelde een schipper in de zaal. ‘Zonder die steiger moeten we de auto helemaal in Werkendam afzetten, waarbij we twee keer de kruising van de Boven-, Beneden- en Nieuwe Merwede moeten oversteken.’
Van Belle: ‘De gemeente spreekt vooralsnog van een onderzoek naar deze optie. Maar als dit plan doorgaat hebben we een probleem.’ Hij wees erop dat BLN-Schuttevaer de autosteiger juist een uitstekend voorbeeld vindt van hoe het hoort. Verder heeft die ook de functie van calamiteitensteiger. De argumenten van de gemeente vindt hij niet steekhoudend. ‘Gorinchem heeft het over drukte in de binnenstad door het gebruik van de binnenvaartschippers. Maar juist passagiers van cruiseschepen geven drukte in het centrum. Schippers rijden gelijk naar huis.’
Eigendom gemeente
De steiger is eigendom van de gemeente, dus ze is vrij ermee te doen wat ze wil, verzuchtte de voorzitter. ‘Maar wij zullen alle zeilen bijzetten om het plan te torpederen. We willen hierbij samen optrekken met Rijkswaterstaat en contacten leggen in de plaatselijke politiek.’
De autosteiger in Gorinchem was na oplevering in 2008 een veelgeprezen voorbeeld voor soortgelijke steigers. Oud-Schuttevaer-bestuurslid Agien Kamsteeg was destijds in deze krant uitgesproken enthousiast over het project. Hij kaartte het in februari 2006 vanuit de Schuttevaer-afdeling Hardinxveld-Giessendam aan bij de gemeente Gorinchem. De gemeente had er wel oren naar en in het najaar werd een projectteam geformeerd. Projectleider Dert Vlaander van de gemeente Gorinchem kon zich op zijn beurt geen beter en kritischer klankbord voorstellen dan Koninklijke Schuttevaer.
Dat ook Rijkswaterstaat zich met het ontwerp ging bemoeien was volgens beiden een gelukkige omstandigheid. Rijkswaterstaat stelde voor, rekeninghoudend met vergunningseisen in het kader van de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken (Wbr), er een dubbele autosteiger van te maken, die ook als calamiteitensteiger dienst kon doen en zowel op- als afvarend eenvoudig was aan te schieten.