‘De dalende tendens van de tweede helft van 2013 zette aanvankelijk door, maar dankzij een sterke maand maart bleef de overslag in de eerste drie maanden toch bijna gelijk’, zei president-directeur Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam donderdag 17 april in een toelichting op het Havencongres.
‘Voor heel 2014, reken ik op een kleine groei, maar gaat mijn aandacht vooral uit naar structurele ontwikkelingen die de haven van Rotterdam onder druk zetten. Het gaat daarbij om de overcapaciteit in de Europese raffinagesector, de snelle opkomst van Amerikaans schaliegas die investeringen in de Europese chemie onder druk zet en veranderingen in de containersector. Reders bouwen steeds grotere containerschepen en gaan intensief samenwerken om die optimaal te vullen. Tegelijkertijd is in veel Noordwest-Europese havens terminalcapaciteit bijgebouwd terwijl de economisch groei daarbij achterbleef. Samen met klanten en stakeholders werken we eraan om deze uitdagingen het hoofd te bieden.’
Nat massagoed
De overslag van nat massagoed nam met 8% af tot 49 miljoen ton. De aanvoer van ruwe olie daalde met ruim 400.000 ton, vergelijkbaar met de lading van anderhalve zeer grote tanker, tot krap 24 miljoen ton. Dit niveau is volgens verwachting, gezien de lage bezettingsgraden, rond de 70%, van de West-Europese raffinaderijen.
Oorzaak hiervan is de aanhoudend lage vraag naar raffinageproducten in Europa en toenemende concurrentie van raffinaderijen buiten Europa. De aan- en afvoer van minerale olieproducten nam met 2,8 miljoen ton af tot 18 miljoen ton. De overslag van gasolie bleef gelijk, maar die van nafta, benzine en kerosine en de afvoer van stookolie liepen terug ten opzichte van dezelfde periode in 2013.
Omdat de olieprijzen op korte termijn hoger zijn dan die op de langere termijn (‘backwardation’), loont het niet om producten op te slaan. Dit leidt tot lagere bezettingsgraden op de tankterminals. De behandeling van overig nat massagoed daalde ruim een miljoen ton tot 7 miljoen. De overslag van chemische basisproducten, circa 60% van ‘overige nat’, daalde, onder andere door lagere productie van de raffinaderijen. Plantaardige oliën en biobrandstoffen werden ook minder geladen en gelost.
Droog massagoed
De totale overslag van droog massagoed nam toe met 15% tot 23 miljoen ton. De aanvoer van erts steeg met ruim 9 % als gevolg van verdere concentratie van erts-aanvoer voor Europese staalfabrieken via Rotterdam. Van hier wordt de erts doorgevoerd in kleinere zeeschepen naar Bremen en Duinkerken en per binnenvaartschip naar onder andere Gent.
De overslag van kolen steeg met bijna 1 miljoen ton tot 8 miljoen. Het grootste deel van deze groei heeft te maken met lage overslag in maart vorig jaar, terwijl de gemiddelde overslag in de eerste drie maanden van dit jaar redelijk stabiel bleef. Eind vorig jaar was extra ingekocht door onzekerheid over levering vanuit Colombia. Door de zeer zachte winter heeft geen extra aanvoer van energiekolen in de wintermaanden plaatsgevonden.
De overslag van agribulk is sterk toegenomen met 1,1 miljoen ton als gevolg van groei van maisoverslag uit Oekraïne. De behandeling overig droog massagoed (bouwstoffen, mineralen, biomassa) realiseerde een groei van bijna 400.000 ton tot 3,5 miljoen ton. Dit wijst op gunstiger vooruitzichten in de bouw, metaal- en chemische industrie.
Containers, stukgoed
De overslag van containers steeg in tonnen met ruim een procent tot dik 30 miljoen ton en bleef in eenheden gelijk: 2,9 miljoen TEU. De groei betrof zowel de deepsea (aan- en afvoer uit / naar Azië en Noord-Amerika) als shortsea markt. Ook de doorvoer naar de Oostzeelanden nam toe door verplaatsing van transhipmentlading uit andere havens naar Rotterdam.
De aan- en afvoer van shortsea containers uit / naar de Oostzeelanden en de UK nam toe door economische groei in deze landen.Het roro-verkeer verbeterde met 9% (400.000 ton) dankzij de aantrekkende Britse economie. De overslag van overig stukgoed (staal, non-ferro metalen, papier, fruit, projectlading) nam eveneens toe met 9% (ruim 100.000 ton). De toename betrof vooral non-ferro metalen en projectlading.