-
Containeroverslag loopt terug
De overslag van ruwe olie lag duidelijk lager dan in 2012, vooral door de zwakke markt voor brandstoffen in Europa en onderhoudstops bij de raffinaderijen. Dankzij de bloeiende internationale handel werden wel meer olieproducten aan- en afgevoerd. De containeroverslag liep door de economische crisis terug.
‘Over het geheel genomen was het een goed derde kwartaal’, zegt president-directeur Hans Smits van het Havenbedrijf Rotterdam. ‘Het eerste halfjaar liet nog een afname zien van 0,9% ten opzichte van 2012. Over de eerste negen maanden is de afname echter nog maar 0,1%. Ik verwacht dat de haven deze opwaartse lijn vasthoudt, zodat de overslag over heel 2013 in tonnen uitkomt op hetzelfde niveau als in 2012.’
Sinds 1 januari is de exploitatie van de zeehaven van Dordrecht geïntegreerd met die van Rotterdam. De overslag van Dordrecht (circa 3 miljoen ton per jaar, 0,7% van de overslag in Rotterdam) wordt daarom sinds dit jaar meegeteld. Ook als Dordrecht niet meegenomen wordt, neemt de overslag in Rotterdam in het derde kwartaal toe, namelijk met 1% ten opzichte van het derde kwartaal 2012.
Nat massagoed
De overslag van ruwe olie liep terug met 6,7%. De raffinaderijen in het Rotterdamse complex hebben te maken met een verminderde vraag naar brandstoffen. Daarnaast waren er grootschalige onderhoudstops in het raffinagecluster. Dit zal ook in het vierde kwartaal de import van ruwe olie drukken. De handel in minerale olieproducten blijft echter levendig, waardoor er 1,3% meer diesel, kerosine, stookolie (export in VLCC’s) werd behandeld. Er werd 1,2% meer overig nat massagoed geladen en gelost, vooral plantaardige olie. Ook de toename van terminalcapaciteit speelde een positieve rol. De chemieoverslag, verreweg het grootste deel van het overig nat massagoed, heeft nog last van de crisis. De overslag van LNG lag 6,6% hoger dan het, zeer lage, niveau van 2012. Door de hoge productprijzen wordt nog steeds weinig geïmporteerd van buiten Europa, maar de invoer van LNG uit Europese bronnen neemt toe.
Droog massagoed
Binnen het droog massagoed presteren alle goederensoorten beter dan in 2012. De toegenomen behandeling van ertsen en schroot met 10,3% is vooral te danken aan de concentratie van de aanvoer in zeer grote schepen (Valemax) in Rotterdam en de doorvoer naar staalfabrieken elders in Europa. Een tweede belangrijke factor is de schrootoverslag in Dordrecht. Tevens trekt de staalproductie in Duitsland iets aan, waarvoor naast erts ook cokeskolen nodig zijn. De overslag van kolen (+17,3%) profiteert van de afnemende winning van Duitse kolen, de start van een nieuwe kolencentrale in Lünen (Duitsland) en een lage kolenprijs. De behandeling van agribulk (+15,4%) kreeg een impuls door de export van tarwe en import, in grote schepen, voor het persen van olie uit zaden en bonen (‘crushing’). De behandeling van overig droog massagoed, zoals mineralen, bouwmaterialen en kleinere ertssoorten, nam toe met 3,4%.
Containers en breakbulk
Het containersegment laat een teruggang zien in zowel tonnen (-2,7%) als aantal teu (-1,0%). De belangrijkste oorzaak is de door de economische situatie lage vraag naar (consumenten)goederen. Van de drie onderliggende categorieën binnen containers daalde de overslag van deepsea containers met 2,5% (in teu) als gevolg van vermindering van scheepscapaciteit op enkele diensten tussen Azië en Europa. Dit heeft ook effect op het feedervolume dat, mede door verplaatsing van enkele feederdiensten naar Duitse havens, afnam met 9,9% (in teu). Daarentegen groeide het shortsea vervoer met 12,7% (in teu) op met name Scandinavië, Rusland en de Baltische staten als gevolg van groeiende economie in dit deel van Europa. Dankzij de verbetering van de Britse economie trok roll on/roll off aan met 2,8%. De overslag van overig stukgoed ligt 23,1% lager dan in 2012. De aanvoer van brammen, halfproduct van staal, is gestopt en de behandeling van andere staalproducten lijdt onder de zwakke Europese markt. De afname van het breakbulksegment als geheel, bedroeg 3,9%.