De staatssecretaris heeft 157 miljoen euro gereserveerd om de brug aan te pakken, die in 2020 het einde van haar levensduur bereikt. Het Havenbedrijf Rotterdam is bereid maximaal 80 miljoen euro bij te dragen. ‘De Calandspoorbrug is van groot belang voor de aan- en afvoer van goederen van en naar de Maasvlakte’, zegt Mansveld. ‘Goede doorstroom van het spoorverkeer is belangrijk voor de economische ontwikkeling en dus voor de werkgelegenheid in de Rotterdamse haven.’
De Calandbrug is een stalen hefbrug uit 1969 over het Calandkanaal en maakt deel uit van de Betuweroute. De brug moet regelmatig open voor het scheepvaartverkeer, dat voorrang heeft. Door de verwachte toename van het aantal schepen en treinen dreigen fileproblemen.
Mansveld laat meerdere alternatieven uitwerken, zoals renovatie van de bestaande brug en het verleggen van de spoorbrug en een deel van de Havenspoorlijn, zodat het scheepvaart- en treinverkeer elkaar niet meer kruist. De staatssecretaris voert de studie uit in samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam, ProRail en Keyrail. Het streven is in 2015 een voorkeursalternatief te hebben gekozen, zodat in dat jaar met de werkzaamheden kan worden begonnen. Overigens hebben het Havenbedrijf Rotterdam en de spoorbedrijven eind vorig jaar al een uitvoerige studie gepubliceerd waarin omleiding van de Havenspoorlijn als beste optie uit de bus kwam. Dat zou zo’n 300 miljoen gulden gaan kosten.