Door Dirk van der Meulen
Alle fractievertegenwoordigers in de Vaste Kamercommissie voor infrastructuur en milieu spraken dinsdagavond hun zorg uit over de economische gevolgen voor de binnenvaart, maar gaven uiteindelijk de minister hun vertrouwen. CDA en D66 zeiden moties te overwegen, maar leken daar aan het eind van het debat van af te zien. SP-Kamerlid Farshad Bashir vond dat minister Schultz ‘heel erg laconiek’ deed alsof regionale overheden op ‘een pot met geld zitten’.
Maximaal flexibel
Minister Schultz was in het debat op haar best. Ze koos behoedzaam positie, beloofde de economische belangen voorop te stellen, maakte duidelijk dat bezuinigen bij Rijkswaterstaat echt nodig is, dat ze van de binnenvaartsector verwacht dat die zich ‘maximaal flexibel’ opstelt (‘Dat doe ik zelf ook’) en dat ze erop rekent dat regio’s en bedrijven extra zullen bijdragen aan een optimale bediening. ‘We moeten samen kijken hoe we de pijn kunnen verzachten’, aldus de minister in het debat.
Schultz gaat met regionale overheden overleggen hoe de bezuiniging op de sluisbedieningstijden kan worden ingevuld. Met de provincie Limburg heeft ze al gesprekken gevoerd, de uitkomst daarvan komt nog voor het zomerreces naar de Tweede Kamer. In het najaar komt Schultz, in het kader van de MIRT-discussie (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport), met een afgerond voorstel over de feitelijke beperking in de bedieningstijden van sluizen en bruggen. Ze gaat op zoek naar andere mogelijkheden, met zo min mogelijk effect op de bedieningsniveaus. ‘Ik wil de regio’s graag de ruimte geven hun eigen oplossing te kiezen. De Kamer heeft het laatste woord.’
Reactie verladers
Verladersorganisatie EVO zegt in een reactie op het Kamerdebat het verstandig te vinden dat wordt gekeken naar de bediening van de sluizen, zodat de schade voor het bedrijfsleven zoveel mogelijk beperkt blijft. Toch blijft de verladersorganisatie benadrukken dat de bezuiniging nauwelijks iets oplevert terwijl de kosten voor het bedrijfsleven stijgen.
Daarom vindt EVO dat de voorgenomen bezuiniging op sluisbedieningstijden moet worden geschrapt. Die kost volgens EVO veel meer dan de twee miljoen die de maatregel lijkt op te leveren. EVO acht het echter onaanvaardbaar om, zoals de minister in het debat suggereerde, bedrijven mee te laten betalen. ‘De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor een betrouwbare infrastructuur.’
Overijssel: ‘Onacceptabel’
In een reactie op het Kamerdebat noemt de provincie Overijssel de plannen van het Rijk om de bedieningstijden van de bruggen en sluizen in rijksvaarwegen drastisch terug te brengen, ‘onacceptabel’. De provincie Overijssel wil dat het kabinet de bezuinigingsvoorstellen terugdraait en eerst onderzoekt welke andere bezuinigingsmogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld door een efficiencyslag of bediening op afstand, die niet ten koste gaan van de bedieningstijden. Dit hebben Gedeputeerde Staten in een brief aan minister Schultz laten weten.
Voor Oost-Nederland gaat het om een bezuiniging van 7,5 fte aan brug- en sluiswachters in dienst van Rijkswaterstaat. Dit betekent in de praktijk dat de bedieningstijden worden teruggebracht van 90-146 uur per week naar 60 tot 90 uur per week. Dit heeft zeer grote negatieve gevolgen voor de binnenvaart, recreatievaart en ondernemers op en langs de Rijksvaarwegen. Ook het gebruik van de vaarwegen van de provincie in de Kop van Overijssel en Twente, die aantakken op de Rijksvaarwegen, komt hierdoor onder druk te staan.
Miljoenen teniet gedaan
Gedeputeerde Gerrit Jan Kok, verantwoordelijk voor verkeer en vervoer in de provincie Overijssel, kijkt met verbazing naar de voorstellen van het Rijk. ‘De miljoenen die het Rijk en de provincie de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd en ook de komende jaren willen investeren in het verbeteren van de vaarwegen en het stimuleren van het goederenvervoer over water worden hiermee in één keer teniet gedaan. Uitvoering van deze bezuinigingsplannen vergroot de druk op het wegen- en spoorwegennet. En daar willen we juist minder vrachtvervoer om onder andere filevorming, milieu- en geluidsoverlast te verminderen en onze leefomgeving te verbeteren.’
Het provinciebestuur van Overijssel sluit zich aan bij de noodsignalen die al zijn afgegeven door het bedrijfsleven en andere overheden in de richting van het Rijk. De provincie is van mening dat het Rijk terug moet naar de tekentafel om eerst alle bezuinigingsopties in beeld te brengen voordat het gesprek met de regio en het bedrijfsleven kan plaatsvinden over het vervolg.