Je zou dan beter begrijpen waarom Rotterdam, met een jaarlijkse overslag van circa 470 miljoen ton, de grootste haven van Europa is geworden – je zou je verbazen over de stofzuigerkracht van Nederland op alle goederen die Europa in- en uitgaan. Maar hoe komt dat eigenlijk? Waarom zouden zeeschepen uit AziĆ« (met aan boord bijna een miljard ton aan goederen per jaar) een paar dagen langer doorvaren naar een haven aan de Noordzee, terwijl zij eerder ook in Griekenland, Spanje of ItaliĆ« hadden kunnen lossen? En waarom zijn Genua (50 miljoen ton), Bilbao (31 miljoen ton) en Pireaus (6 miljoen ton) wel ‘grote’ zeehavens, maar niet de toegangspoort tot Europa? In die range zijn de Noordzeehavens Antwerpen (235 miljoen ton), Hamburg (135 miljoen ton) en Amsterdam (100 miljoen ton) natuurlijk veel groter, maar toch anders dan Rotterdam.
Onuitputtelijke binnenvaart
De reden dat Rotterdam zo groot is, is simpel. Niet omdat het aanĀ zee ligt, of veel dieper water heeft (dat hebben veel andere havens ook). Niet omdat de Betuwelijn is aangelegd (volume 6 tot 9 miljoen ton). Niet omdat wij slimmer zijn dan de rest (nou ja). Maar wel omdat de Rijn een geweldige toegangspoort tot de Europese industrie vormt en een onuitputtelijk reservoir aan scheepvaartcapaciteit biedt. Geen enkele andere haven kan zo van een rivier profiteren als Rotterdam, althans, Antwerpen en Amsterdam natuurlijk ook.
Van bovenaf kun je zien dat de dikste goederenstroom op het Europese vasteland bestaat uit een lange dikke sliert schepen die tussen Rotterdam en Bazel varen, totaal goed voor ruim 400 miljoen ton goederen per jaar. Geen enkele andere Europese goederencorridor verwerkt zoān volume met slechts Ć©Ć©n modaliteit. Dat maakt Rotterdam onverslaanbaar! Alleen Chinese rivieren overtreffen deze cijfers.
Wegvervoerland
Dus stel dat de Rijn in Hamburg in zee zou zijn gestroomd, dan zou Hamburg de grootste haven van Europa zijn geworden en zouden zeeschepen nog een dag langer doorvaren om daar de beste toegangspoort tot Europa te bedienen. In dat geval hadden wij iets anders gedaan. Bijvoorbeeld robots maken, gymschoenen of nog veel meer kaas. We zouden dan misschien wat meer lijken op Letland of Portugal. Daar zijn ze jaloers op onze perfecte geografische ligging.
Bij gebrek aan een goede lange vaarweg – want Elbe en Weser zijn maar kleine rivieren die een vergelijkbaar volume als de Rijn bij lange na niet aankunnen – hebben de Noord-Duitse havens zich noodgedwongen vooral toegelegd op goederenvervoer per spoor. En dat blijft zo. Frankrijk daarentegen is vooral een wegvervoerland. Frankrijk heeft ook geen vergelijkbare rivier als de Rijn die diep in Europa penetreert. Daarom gaat hier maar een paar procent over water. Ook dat kun je vanaf grote hoogte goed zien.
IJzersterke positie
Jaarlijks 400 miljoen ton goederen vanuit Pireaus, Genua of Bilbao 1000 kilometer Europa inbrengen is fysiek niet mogelijk (door bergketens en/of het ontbreken van een grote lange rivier). Weg en spoor kunnen zoān volume niet aan. Ook al hebben de Zuid-Europese zeehavens een flinke groei doorgemaakt, ze bedienen vooral een regionaalĀ afzetgebied.
Dat onze voorouders toevallig zijn gaan wonen in de delta van de Rijn, Maas en Schelde en deze rivieren zijn gaan gebruiken voor handel en transport, heeft ons gemaakt tot wat we zijn; een van de meest economisch welvarende delen van de wereld. Niet voor niets hebben de belangrijkste industrieƫn in Europa gekozen voor een plek aan deze rivieren om van efficiƫnte en goedkope aanvoer van grondstoffen te kunnen profiteren. Die uitgangspositie blijft ook in de toekomst ijzersterk. Zelfs een driedubbel vervoersvolume kunnen Rijn, Donau, Maas en Schelde nog gemakkelijk aan.
Blijven investeren
Zijn er dan geen bedreigingen? Jawel, maar die doen aan het voorgaande niet heel veel af. Natuurlijk verkeert een deel van de Duitse industrie in zwaar weer. Maar als je naar het verleden kijkt weet je dat dat wel weer goed komt. Dat we met alle spanningen in de wereld toch nog een redelijk goed economisch vooruitzicht hebben is tekenend. Er is dus geen crisis zolang we maar positief zijn en blijven investeren in duurzame innovatieve schepen die de wereld nodig heeft.
Kees de Vries