Scheepsbouw

Zevende generatie Bocxe worstelt met overheidsbeleid

Scheepswerf Bocxe in Delft is een van de oudste werven van ons land. Opgericht in 1821 en nog steeds in handen van dezelfde familie. De huidige directeur Frans Bocxe is de zevende generatie. Hij werd in 2013 eigenaar. Na het doorlopen van de lts, mts en hts scheepsbouw in Haarlem, wist hij pas in de laatste jaren van zijn opleiding dat hij op de werf wilde gaan werken. ‘Ga toch wat anders doen joh’, zei zijn vader. Zo is het niet gegaan.

Frans Bocxe is de zevende generatie van Scheepswerf Bocxe BV.
Frans Bocxe is enthousiast over het werk, niet over de regelgeving, milieueisen en gemeentelijke omgevingsbesluiten, waar hij regelmatig tegen moet vechten. Foto's Truus den Hartog

Van het besluit voor scheepsbouw te kiezen heeft Bocxe geen moment spijt. ‘Het is het mooiste wat er is om met metaal te werken en te zien hoe het onder je handen groeit. Er is veel afwisseling in het werk. We doen alles van nieuwbouw, tot reparatie en onderhoud en wat er allemaal tussen ligt. De 11 man personeel is voor het merendeel intern opgeleid. En dan lopen er meestal nog drie stagiairs en  vier losse krachten op de werf.’

Wanbeleid

Over het werk is hij enthousiast, niet over de regelgeving, milieueisen en gemeentelijke omgevingsbesluiten, waar hij regelmatig tegen moet vechten. ‘Het toppunt is wel de Giessenbrug over de Delfshavense Schie. Die is acht jaar geleden gestremd en niet meer opengegaan. Ondanks vele telefoontjes en e-mails naar Rijkswaterstaat is nooit contact met mij opgenomen. Twee maanden geleden kreeg ik bericht dat de brug definitief dicht blijft, vanwege de kosten en de veiligheid. Geen discussie mogelijk. In 2027 zal de brug naar verluidt worden verhoogd naar 6,60 meter, conform de regelgeving voor deze categorie vaarweg. De provincie kan dan niets meer zeggen. Schepen met een vaste mast kunnen niet meer van Rotterdam naar Delft komen. Dat scheelt ons opdrachten.’

Volgende generatie

Frans Bocxe twijfelt of de achtste generatie de werf zal overnemen. ‘Mijn kinderen zijn nog erg jong. De papierwinkel, de regeltjes en de Omgevingswet beperken het vrije ondernemen. Twee jaar geleden hebben we een nieuwe hijskraan neergezet en we gaan de loods verlengen op het erf, zodat er meer binnen kan worden gewerkt. De politiek wil meer vervoer over water, maar intussen worden bedrijven die gevestigd zijn aan het water weggejaagd voor woningbouw. Dat zie ik ook in Delft. Uitbreiden of verplaatsen van de werf is nauwelijks een optie. Geen gemeente wil een scheepswerf. Je hebt veel grondoppervlak nodig voor weinig fte.’

Tekst gaat verder onder de foto

Ombouw naar elektrische voortstuwing van de rondvaart Amsterdam.
Een Amsterdamse rondvaartboot staat droog voor elektrificatie. Op de achtergrond lig de spits Oostenwind op de helling voor onderhoud.

Innovatie

Bocxe heeft door de jaren heen het werk zien veranderen. Kwamen er vroeger veel opdrachten binnen voor bijvoorbeeld het aanbrengen van Kalffdekken, denverhogingen en verlengingen, nu ziet Boxce vooral een ombouwtrend naar elektrische aandrijving. ‘Daar hebben we technisch opgeleid personeel voor nodig. Nieuwe krachten zijn schaars.’

Gevraagd naar een voorbeeld noemt hij een indrukwekkende reeks projecten. ‘Elk project is bijzonder. Zoals het historische Zwitserse schip dat we hebben omgebouwd tot partyschip, of het elektrische bevoorradingsschip voor Utrecht, de Ecoboot, of neem de complete restauratie van de zeillogger Balder.’

Schepenlijst

Sinds 1821 zijn bij Bocxe tot nu toe 330 nieuwbouwschepen gebouwd. Van een schouwtje van zes meter tot schokkers, werkboten voor Utrecht, rondvaartboten en een spits die in drie fasen is omgebouwd naar een schip van 75 meter. Al zo’n 20 jaar geleden zijn op de werf de eerste vier elektrische rondvaartboten voor Amsterdam gebouwd met nog een dieselgenerator als back-up. Het systeem werkte zo goed dat de generator achteraf niet nodig bleek. Intussen zijn er vele elektrisch aangedreven werkschepen bijgekomen die voornamelijk in de binnensteden worden ingezet.

Bocxe maakt zich geen zorgen over het voortbestaan van de Nederlandse scheepsbouw. ‘Je kunt zeker een boterham verdienen in dit vak. Dat blijft wel. Het werken met staal is het mooiste onderdeel van ons werk. Dat houden we zeker in stand.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer