interpretatieverschillen

Rijk en provincie zien verschillend sluiscomplex bij Kornwerderzand voor zich, verschil van 80 miljoen euro

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de provincie Friesland hebben bij nader inzien uiteenlopende visies op het verruimingsproject van sluis Kornwerderzand in de Afsluitdijk. Aan die ‘interpretatieverschillen’ hangt een prijskaartje van 80 miljoen euro. Hoe zit dat?

In totaal is er een tekort van 375 miljoen euro, stelt minister Madlener. De sluisverruiming zou in 2028 rond moeten zijn. Foto ANP

Voor het ministerie betekent verruiming van de sluis dat, naast het vergroten van de sluis, het vervangen van de bruggen en het verdiepen van de vaargeulen, óók de voor-, binnen- en buitenhaven geschikt worden gemaakt voor grotere schepen. Daar vallen bijvoorbeeld de lig- en wachtplaatsen onder. De sluis zou op die manier in 2028 klaar zijn  voor een scheepsgrootte met een maximale afmeting van 135 x 16 x 4,50 meter (zeevaart scheepsklasse R/S 2), zo staat in de ‘Bestuursovereenkomst Verruiming Sluiscomplex Kornwerderzand‘ uit juli 2020.

Voorhavens nog even niet

Friesland nam in haar berekeningen tot nu toe de voorhavens niet mee. Grotere schepen – zeevaart scheepsklasse R/S 2 – kunnen dan ook gebruik maken van de sluis, maar moeten hier wel ontheffing voor aanvragen. ‘De regio is altijd uitgegaan van een scenario met de meest kosteneffectieve oplossing. Ook gezien het beperkte aantal van deze grote schepen dat gebruik zou maken van de sluis’, laat een woordvoerder van de provincie weten.

Het Rijk is echter geen voorstander van dit scenario, want ontheffingen zijn bedoeld voor uitzonderingen. Bovendien heeft het werken met ontheffingen een beperkende werking op de afwikkeling van scheepvaart en is tevens arbeidsintensief, zo schrijft minister Barry Madlener (IenW) in een brief aan de Kamer over de kostenstijgingen. De voorkeur van het ministerie is echter 80 miljoen euro duurder. Geld dat er niet is.

En de kosten van het project zijn al veel hoger dan de oorspronkelijk begrote 200 miljoen euro. Minister Madlener: ‘De totale kosten komen zo neer op 575 miljoen euro, wat resulteert in een totaal tekort van 375 miljoen euro.’

Optimistische raming

Die kostenstijging komt volgens Madlener ook door een te optimistische raming van de provincie. Uit een herijking van die raming komen nog eens 85 miljoen euro extra kosten, plus 60 miljoen euro aan risico-opslagen aan de raming. Dat, plus die 80 miljoen euro van de interpretatieverschillen, is 225 miljoen euro waar het ministerie van vindt dat de provincie die al begroot had moeten hebben.

Daarbij komt nog eens 114 miljoen euro om verzilting tegen te gaan, dit is randvoorwaardelijk. Hiervoor is sowieso 83 miljoen euro nodig, ook als de sluis niet wordt verruimd. Maar ook dat geld is er nog niet. Zo’n 35 miljoen euro van de kostenstijging is het gevolg van prijsstijgingen van materiaal en arbeid.

Wrange uitkomst

De provincie en het ministerie moeten het nu eerst eens worden over hoe het sluiscomplex verruimd gaat worden. Daarna moeten er nog honderden miljoenen worden bijgelegd. De minister maakte eerder al duidelijk niet van plan te zijn de eerste stap te zetten qua financiering, het risico ligt immers bij de provincie.

De Urker wethouder Nathaniël Middelkoop zei tegen Omroep Flevoland dat het geld juist wel bij het Rijk vandaan moet komen. ‘Het wrange is dat Rijkswaterstaat en het ministerie wel met aangescherpte normen komen, maar niet met extra geld.’

Wethouder Klaas de Vries van Meppel stelde tegenover Dagblad van het Noorden het een gekke situatie te vinden dat hem om meer geld wordt gevraagd.

Kritiek bruggenbesluit

Dat de sluis bij Kornwerderzand in 2028 is verruimd, lijkt nu hoogst onwaarschijnlijk. De minister dreigde eerder al om wel de basculebruggen een op een te vervangen, want dat moet in 2025 zijn gebeurd. De huidige bruggen passen echter niet in het verruimingsplan. Worden ze vervangen door bruggen met dezelfde afmetingen, dan is verruiming van de sluis tientallen jaren uitgesloten, aldus Madlener. Om dat tegen te houden dienden ChristenUnie, SGP, GroenLinks-PvdA, CDA en SP in de Tweede Kamer een motie in bij de begrotingsbehandeling, maar die kreeg geen meerderheid in de Tweede Kamer. Voor Madlener is verruiming van Kornwerderzand geen topprioriteit, zo blijkt uit de Kamerbrief. ‘Het project Kornwerderzand moet bezien worden in het bredere plaatje van het financieel beeld op het Mobiliteitsfonds. Er is sprake van beperkte financiële ruimte en verschillende tegenvallers en uitvoeringsrisico’s in het huidige programma van het Mobiliteitsfonds. Dit vraagt om het maken van scherpe keuzes, niet alles kan tegelijk.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer