Brandstory

Bij ABN AMRO spreken we de taal van de binnenvaartondernemer

Het team van de Binnenvaart Unit van ABN AMRO wil een meedenkende partner zijn voor binnenvaartondernemers. ‘Wij investeren in kennis en expertise om samen met onze klanten de toekomst in te kunnen gaan.’

bart banning en ard-jan vergunst ABN Amro
Bart Banning (links) en Ard-Jan Vergunst. Foto ABN Amro

Dit artikel wordt u aangeboden door ABN Amro

‘Zeker, de bank blijft er in de eerste plaats voor de financiering’, zegt Ard-Jan Vergunst. Maar hij en zijn collega Bart Banning benadrukken dat de rol van de bank ook verandert.

Banning: ‘De bank is veel meer dan alleen geldschieter. We hebben diepgewortelde kennis van de markt en van trends in de binnenvaartsector. Kennis en expertise over transitiethema’s als energie en technologie zijn voor ons cruciaal om het inhoudelijke gesprek te kunnen voeren.’

Kennis delen

De bank wil die kennis met scheepvaartondernemers delen. Of dat nu een zelfstandig scheepseigenaar betreft die veelal op de dagelijkse praktijk is gericht, een bedrijf met meerdere schepen of een coöperatie die intensief nadenkt over visie, strategie en ‘stippen op de horizon’. Al deze partijen kunnen rekenen op de bank als waardevolle gesprekspartner.

Banning is sector banker Transport en Logistiek en gespecialiseerd in trends en ontwikkelingen in de binnenvaart. Hij vertaalt die naar de impact ervan op de sector. Vergunst onderhoudt vanuit de bank de commerciële klantcontacten en zit met de ondernemers zelf om tafel om transacties of financieringen te begeleiden.

‘We hebben een brede portefeuille, van starters, single ship owners tot de grotere vlooteigenaren’, zegt Vergunst erover. ‘Wel denk ik dat we onderscheidend zijn met de mogelijkheden die we starters in de sector bieden.’

‘Die doelgroep vinden we van groot belang’, vult Vergunst aan. ‘Een starter is vaak een gedreven jonge schipper die over een paar jaar doorrolt naar een groter schip en over vijftien jaar misschien wel meerdere schepen heeft.’

Elkaars taal begrijpen

Banning en Vergunst benadrukken dat gesprekken die vanuit de Binnenvaart Unit worden gevoerd sterk gericht zijn op kennisuitwisseling en het informeren van binnenvaartondernemingen over ontwikkelingen in de sector. ‘We delen onze visie én zijn benieuwd naar hun visie. Kortom, door elkaars taal te begrijpen kunnen we de sector, én de spelers in die sector toekomstbestendig houden. Ook belangrijk voor de stevige rol die de binnenvaart als modaliteit binnen de logistieke sector heeft.’

Financiering is een belangrijk element in de gesprekken, maar het onderwerp vloeit vrijwel altijd voort uit de gesprekken tussen bankiers en schippers over visie, plannen en trends. Een passende financiering is dan ook vaak eerder het sluitstuk dan het vertrekpunt van een gesprek met de binnenvaartondernemer.

Verduurzaming

Bovenaan de trends in de binnenvaartsector staat met stip het thema verduurzaming. Banning: ‘Zeker de nieuwere generatie ondernemers is daar enorm mee bezig. Wanneer je de bewuste keuze maakt in de binnenvaartsector te stappen, dan doe je dat voor de komende twintig, misschien wel dertig jaar. Die ondernemer voelt de verantwoordelijkheid en stelt zich open voor de uitdagingen op dit vlak.’

Waarbij de hoofdvraag voor alle binnenvaartondernemingen is: hoe blijft het bedrijf en de vloot de komende tien tot vijftien jaar relevant? Beantwoording van die vraag start met een heldere visie op de toekomst.

Voor zowel de innovatieve koplopers, die als eerste nieuwe technieken invoeren, als de volgers heeft de bank toegesneden financieringsmodellen. Banning: ‘Nieuwe technologieën vragen vaak om een hybride financiering door de combinatie met subsidie, zodat het financierbaar is.’

‘De koplopers zijn de aanjagers van innovaties, maar het is belangrijk dat de kennis en ervaring wordt gedeeld met de veel grotere groep volgers. Pas dan krijgt de echte transitie vorm.’

CSRD-richtlijn

In de gesprekken met schippers over schoon en duurzaam vervoer is momenteel de CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Report Directive) een hot issue waar grotere bedrijven aan moeten voldoen. Deze duurzaamheidsrapportage verplicht ze om vanaf 2024 te rapporteren over hun impact op mens en milieu.

Kleinere binnenvaartbedrijven vallen niet direct onder deze richtlijn. Maar vaart een binnenvaartschip voor een grote opdrachtgever, dan zal die laatste eisen gaan stellen aan de (CO2-)uitstoot van de schepen waarmee hun goederen worden vervoerd. De CSRD is dus ook voor kleinere schippers wel degelijk relevant.

’Wij financieren schepen voor een periode tot een jaar of twintig’, aldus Vergunst. ‘Daarbij kijken we allang niet meer alleen naar de bedrijfscijfers uit het verleden. We willen juist weten hoe de ondernemer zelf de toekomst van zijn bedrijf ziet en wat zijn duurzaamheidsvisie is. En ook voor de ondernemer die nog volledig fossiel vaart, die geen HVO gebruikt of nabehandelinsginstallatie heeft, zetten we het luik open. Maar dan alleen in combinatie met een heldere visie op duurzaam varen in de toekomst.’
    

Bij ABN AMRO spreken we de taal van de binnenvaartondernemer | Schuttevaer.nl
Brandstory

Bij ABN AMRO spreken we de taal van de binnenvaartondernemer

Het team van de Binnenvaart Unit van ABN AMRO wil een meedenkende partner zijn voor binnenvaartondernemers. ‘Wij investeren in kennis en expertise om samen met onze klanten de toekomst in te kunnen gaan.’

bart banning en ard-jan vergunst ABN Amro
Bart Banning (links) en Ard-Jan Vergunst. Foto ABN Amro

Dit artikel wordt u aangeboden door ABN Amro

‘Zeker, de bank blijft er in de eerste plaats voor de financiering’, zegt Ard-Jan Vergunst. Maar hij en zijn collega Bart Banning benadrukken dat de rol van de bank ook verandert.

Banning: ‘De bank is veel meer dan alleen geldschieter. We hebben diepgewortelde kennis van de markt en van trends in de binnenvaartsector. Kennis en expertise over transitiethema’s als energie en technologie zijn voor ons cruciaal om het inhoudelijke gesprek te kunnen voeren.’

Kennis delen

De bank wil die kennis met scheepvaartondernemers delen. Of dat nu een zelfstandig scheepseigenaar betreft die veelal op de dagelijkse praktijk is gericht, een bedrijf met meerdere schepen of een coöperatie die intensief nadenkt over visie, strategie en ‘stippen op de horizon’. Al deze partijen kunnen rekenen op de bank als waardevolle gesprekspartner.

Banning is sector banker Transport en Logistiek en gespecialiseerd in trends en ontwikkelingen in de binnenvaart. Hij vertaalt die naar de impact ervan op de sector. Vergunst onderhoudt vanuit de bank de commerciële klantcontacten en zit met de ondernemers zelf om tafel om transacties of financieringen te begeleiden.

‘We hebben een brede portefeuille, van starters, single ship owners tot de grotere vlooteigenaren’, zegt Vergunst erover. ‘Wel denk ik dat we onderscheidend zijn met de mogelijkheden die we starters in de sector bieden.’

‘Die doelgroep vinden we van groot belang’, vult Vergunst aan. ‘Een starter is vaak een gedreven jonge schipper die over een paar jaar doorrolt naar een groter schip en over vijftien jaar misschien wel meerdere schepen heeft.’

Elkaars taal begrijpen

Banning en Vergunst benadrukken dat gesprekken die vanuit de Binnenvaart Unit worden gevoerd sterk gericht zijn op kennisuitwisseling en het informeren van binnenvaartondernemingen over ontwikkelingen in de sector. ‘We delen onze visie én zijn benieuwd naar hun visie. Kortom, door elkaars taal te begrijpen kunnen we de sector, én de spelers in die sector toekomstbestendig houden. Ook belangrijk voor de stevige rol die de binnenvaart als modaliteit binnen de logistieke sector heeft.’

Financiering is een belangrijk element in de gesprekken, maar het onderwerp vloeit vrijwel altijd voort uit de gesprekken tussen bankiers en schippers over visie, plannen en trends. Een passende financiering is dan ook vaak eerder het sluitstuk dan het vertrekpunt van een gesprek met de binnenvaartondernemer.

Verduurzaming

Bovenaan de trends in de binnenvaartsector staat met stip het thema verduurzaming. Banning: ‘Zeker de nieuwere generatie ondernemers is daar enorm mee bezig. Wanneer je de bewuste keuze maakt in de binnenvaartsector te stappen, dan doe je dat voor de komende twintig, misschien wel dertig jaar. Die ondernemer voelt de verantwoordelijkheid en stelt zich open voor de uitdagingen op dit vlak.’

Waarbij de hoofdvraag voor alle binnenvaartondernemingen is: hoe blijft het bedrijf en de vloot de komende tien tot vijftien jaar relevant? Beantwoording van die vraag start met een heldere visie op de toekomst.

Voor zowel de innovatieve koplopers, die als eerste nieuwe technieken invoeren, als de volgers heeft de bank toegesneden financieringsmodellen. Banning: ‘Nieuwe technologieën vragen vaak om een hybride financiering door de combinatie met subsidie, zodat het financierbaar is.’

‘De koplopers zijn de aanjagers van innovaties, maar het is belangrijk dat de kennis en ervaring wordt gedeeld met de veel grotere groep volgers. Pas dan krijgt de echte transitie vorm.’

CSRD-richtlijn

In de gesprekken met schippers over schoon en duurzaam vervoer is momenteel de CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Report Directive) een hot issue waar grotere bedrijven aan moeten voldoen. Deze duurzaamheidsrapportage verplicht ze om vanaf 2024 te rapporteren over hun impact op mens en milieu.

Kleinere binnenvaartbedrijven vallen niet direct onder deze richtlijn. Maar vaart een binnenvaartschip voor een grote opdrachtgever, dan zal die laatste eisen gaan stellen aan de (CO2-)uitstoot van de schepen waarmee hun goederen worden vervoerd. De CSRD is dus ook voor kleinere schippers wel degelijk relevant.

’Wij financieren schepen voor een periode tot een jaar of twintig’, aldus Vergunst. ‘Daarbij kijken we allang niet meer alleen naar de bedrijfscijfers uit het verleden. We willen juist weten hoe de ondernemer zelf de toekomst van zijn bedrijf ziet en wat zijn duurzaamheidsvisie is. En ook voor de ondernemer die nog volledig fossiel vaart, die geen HVO gebruikt of nabehandelinsginstallatie heeft, zetten we het luik open. Maar dan alleen in combinatie met een heldere visie op duurzaam varen in de toekomst.’