Kielzog

‘Kosten vergroening zijn te hoog voor particulier’

Zijn moeder komt uit een binnenvaartfamilie, maar zelf komt Klaas Wijbenga (1988) van de wal. ‘Toen ik een jaar of 10 was had ik al het idee te gaan varen in de binnenvaart. En altijd met de intentie om voor mezelf te beginnen.’ Klaas volgde een binnenvaartopleiding aan het Nova College in Harlingen, voer op verschillende schepen en kocht in 2014 zijn eerste schip, de 75-meter Charissa. In 2016 kocht hij de 86-meter Angela W en in 2020 zijn huidige schip, de Spirit (110 x 11,45 meter, 3300 ton, 1775 pk Caterpillar).

Klaas Wijbenga, geflankeerd door Ymkje en Christian op de Spirit. ‘Als je passie voor het vak hebt, moet je het zeker doen.’ Foto Heere Heeresma jr.

Klaas vaart de Spirit met zijn broer Christian (1998) en diens vriendin Ymkje de Vries (2004) die allebei stuurman zijn. De Spirit ligt in Amsterdam om sojaschroot te laden voor Aschach in Oostenrijk. ‘We varen eigenlijk altijd met bulkgoederen; kolen en veevoeder. Af en toe containers. En we nemen vaak staalrollen en constructie mee terug, meestal uit Duitsland. Ik heb een Rijnpatent tot Bazel, maar we komen niet veel op de Boven-Rijn, we gaan meestal een zijrivier in. En een keer of vijf per jaar de Donau op, voornamelijk naar Oostenrijk en een enkele keer door naar Hongarije. Op de Donau kom je op een dag een handjevol schepen tegen, soms niemand. Het Oostenrijkse deel vind ik heel mooi qua landschap.’

Vergroening

Heeft het varen hem gebracht wat hij ervan verwachtte? ‘In feite heb ik mijn doel wel bereikt. Maar heeft het varen me gebracht waar ik wil staan? Vind ik een moeilijke. Varen is een passie en een mooi vak om te doen. Maar in de huidige tijd? Nee. Ik snap heel goed dat we met z’n allen een bepaalde richting op moeten qua vergroening voor de volgende generatie en ook voor ons. Ik wil daar best mijn steentje aan bijdragen. Maar voor een particulier vind ik het een onmogelijke opgave, omdat de kosten veel te hoog zijn. De markt is aan het veranderen. Je hebt te maken met de energietransitie. De kolen gaan eruit. Dat is al jaren heel goed te merken. In 2022 hadden we als binnenvaart het geluk dat de gasprijzen omhoog schoten. Daardoor werden kolen weer aantrekkelijk en was er een piek in het kolenvervoer. Maar op een gegeven moment ging de gasprijs zakken en het kolenvervoer weer met rasse schreden achteruit. Ik begrijp wel dat ze de kolen eruit willen hebben, want kolen zijn niet de meest schone brandstof.’

Ladingaanbod

Maar is er een alternatieve vervoersstroom voor de grote schepen? ‘Nee, dat denk ik niet. Hier en daar zie je een ontwikkeling rond nieuw ladingaanbod, maar niet voldoende. Op de Rijn voeren heel veel koppelverbanden. Een deel is verkocht naar Oekraïne voor het graanvervoer daar, maar in die sector is het geen weelde. En ook in onze tonnenmaat merken we dat er niet voldoende werk is. Momenteel zijn er teveel grote schepen in verhouding tot het ladingaanbod. Dat heeft meerdere oorzaken, het water is het hele jaar al hoog. Zodra het zakt neemt iedereen minder mee en is er meer scheepsruimte nodig. Dat resulteert weer in een heel andere markt.’

Kleiner schip

Hoe wil hij op deze ontwikkelingen inspelen? ‘Kan ik erop inspelen? Hebben wij daar zeggenschap over?’ Moet hij misschien verder met een kleiner schip? ‘Daar zitten we weleens over te filosoferen. Maar ga je het met een kleiner schip wél redden? Ik zie vrienden en kennissen met een kleiner schip beter door deze tijd lopen dan wij. Maar als iedereen met een 110-meter of groter naar een kleiner schip teruggaat, dan gaan we daar ook een probleem krijgen. Op het moment dat ze schepen nodig hebben, merk je dat de grote schepen een sprong maken en dat het bij kleine schepen een beetje stabiel blijft. En als het een periode wat slechter is, dan merken wij dat als grote schepen ook enorm.’ Zou hij ondanks die problemen jongeren adviseren om de binnenvaart in te gaan? ‘Als je passie voor het vak hebt, moet je het zeker doen. Je ziet een hoop en leert een hoop, als je die passie hebt.’