Kielzog

Woonschip Squeeze blijft vrachtschip: ‘Geen vetpot, maar mooi werk’

Ed en Nelleke zochten een woonschip, maar gingen er vracht mee varen. Met haar roef aan de den, langgerekte stuurhut-annex-eetkeuken en hemelsblauwe beschildering is de Squeeze een opvallende verschijning onder de spitsen. Ed en Nelleke kochten haar in 2023 om er een woonschip van te maken. Ze konden echter geen ligplaats vinden.

Nelleke en scheepshond Squeeze. ‘Als je een reisje bent mee geweest, denk je: wat een rust.’ Foto Heere Heeresma jr.

Ed (1977) vaart sinds zijn 18-de in de binnenvaart. ‘Ik wou van de straat af. Ik had geen geld, niks meer. Ik kon een beroepsoriëntatiecursus doen en daar kwam uit dat ik wou varen.’

Ed deed een verkorte matrozenopleiding op de Maritieme Academie in Harlingen. ‘Je moest wel hard werken, maar je kon het in een jaar halen. Zo ben ik via Andries de Weerd op de Viking gekomen, in de containerlijndienst tussen Meppel en Rotterdam. Ik kon geen touw vastzetten, niks. Ik had niet zoveel opgelet op school en ben als deksman aan boord gekomen. Hartstikke mooi, veel geleerd. Ik zoog het op als een spons. In de praktijk heb ik het wel geleerd.’

Vervolgens kwam Ed als matroos op de duwboot Nero, die met containers tussen Rotterdam en Antwerpen voer. ‘Ik maakte een praatje en kon gelijk beginnen. Ik heb er vier jaar gewerkt. Ik haalde mijn stuurmanspapieren, maar ze hadden geen schipper nodig, dus toen ben ik op het containerschip Vaarwel gaan varen. Op een koppelverband ben ik naar Constanza aan de Zwarte Zee geweest.’ En vijf jaar geleden leerde hij Nelleke kennen.

Woonschip

‘Ik heb vanalles gedaan aan de wal’, vertelt Nelleke (1984). ‘Toen ik Ed tegenkwam werkte ik als leidinggevende in een supermarkt. Als je een reisje bent mee geweest, denk je: wat een rust. Ik heb mijn matrozenpapieren gehaald en wil sowieso verder voor mijn andere papieren.’

Ze voeren eerst samen op de Belgische cementtanker Cedert. ‘Dat stond voor Cement Ed en De Rijke Transport’, vertelt Ed. ‘En op de Cedert zijn we deze tegengekomen in Merelbeke. Ik had me nooit in een spits verdiept, maar dacht: wat een leuk scheepie joh.’

De Squeeze (38,99 x 5,09 meter, 339 ton, 290 pk Volvo Penta uit 1978) heette toen Roleta en is in 1952 bij G. & A. van Damme te Baasrode in België gebouwd als de Frans Alois.

Voor de financiering stapte Ed naar de bank, ‘maar daar lachen ze je gewoon uit’. Ed zette zijn huis te koop, dat in twee weken was verkocht. ‘Ik dacht hypotheek-vrij te zijn met een mooie woonboot, maar kon er geen plek voor vinden.’

Extra grote vlaggenstok

Ed en Nelleke noemden hun spits Squeeze. ‘Omdat kleine scheepjes worden uitgeknepen’, aldus Nelleke. Hoe vinden ze het varen met een spits tussen de grote beroepsvaart? ‘Slecht’, zegt Ed. ‘Daarom hebben we zo’n grote vlaggenstok, net als op een kinderfiets. En we kijken een boel achterom. Eigenlijk hoor je er niet meer bij. Dat hoor je op de marifoon. Bij de Kreekrak zeiden ze: spitsen horen hier niet, ga via het Albertkanaal.’

Noord-Zuidvaart

Ed en Nelleke hebben inmiddels een jaar op proef voor de ELV gevaren. Ze hebben 16 reizen gemaakt. Kunstmest naar Frankrijk en granen terug voor bierbrouwerijen. Ze twijfelen nog of ze staalrollen gaan vervoeren. ‘Het is een heel relaxed leven’, vertelt Ed. ‘Als je leeg bent moet je een paar dagen wachten op werk. Dan gaan we onderhoud doen of de buurt verkennen.’

Is er genoeg werk? ‘Nou, soms liggen we twee, drie weken stil’, zegt Nelleke. ‘Dan denken we: we hadden wel weer aan de reis gewild.’

Hun verste bestemming tot dusver was Nogent-sur-Seine. ‘Wat een avontuur met die stromingen en ondieptes, een stuw waar we bijna afgezogen zijn!’

Ze hopen een reis naar Zuid-Frankrijk aangeboden te krijgen. ‘Het is geen vetpot, zo’n spits’, zegt Ed. ‘Je kunt net zo goed gaan aflossen, dan verdien je meer. Als je 10 dagen in de maand gaat aflossen, verdien je ook 3000 euro en heb je 20 dagen over. En nou moet je voor hetzelfde geld de hele maand werken. Maar toch zijn we er blij mee. Ik vind het mooi werk. En ook als er geen werk meer is, dan hebben we het toch meegemaakt.’

Woonschip Squeeze blijft vrachtschip: ‘Geen vetpot, maar mooi werk’ | Schuttevaer.nl
Kielzog

Woonschip Squeeze blijft vrachtschip: ‘Geen vetpot, maar mooi werk’

Ed en Nelleke zochten een woonschip, maar gingen er vracht mee varen. Met haar roef aan de den, langgerekte stuurhut-annex-eetkeuken en hemelsblauwe beschildering is de Squeeze een opvallende verschijning onder de spitsen. Ed en Nelleke kochten haar in 2023 om er een woonschip van te maken. Ze konden echter geen ligplaats vinden.

Nelleke en scheepshond Squeeze. ‘Als je een reisje bent mee geweest, denk je: wat een rust.’ Foto Heere Heeresma jr.

Ed (1977) vaart sinds zijn 18-de in de binnenvaart. ‘Ik wou van de straat af. Ik had geen geld, niks meer. Ik kon een beroepsoriëntatiecursus doen en daar kwam uit dat ik wou varen.’

Ed deed een verkorte matrozenopleiding op de Maritieme Academie in Harlingen. ‘Je moest wel hard werken, maar je kon het in een jaar halen. Zo ben ik via Andries de Weerd op de Viking gekomen, in de containerlijndienst tussen Meppel en Rotterdam. Ik kon geen touw vastzetten, niks. Ik had niet zoveel opgelet op school en ben als deksman aan boord gekomen. Hartstikke mooi, veel geleerd. Ik zoog het op als een spons. In de praktijk heb ik het wel geleerd.’

Vervolgens kwam Ed als matroos op de duwboot Nero, die met containers tussen Rotterdam en Antwerpen voer. ‘Ik maakte een praatje en kon gelijk beginnen. Ik heb er vier jaar gewerkt. Ik haalde mijn stuurmanspapieren, maar ze hadden geen schipper nodig, dus toen ben ik op het containerschip Vaarwel gaan varen. Op een koppelverband ben ik naar Constanza aan de Zwarte Zee geweest.’ En vijf jaar geleden leerde hij Nelleke kennen.

Woonschip

‘Ik heb vanalles gedaan aan de wal’, vertelt Nelleke (1984). ‘Toen ik Ed tegenkwam werkte ik als leidinggevende in een supermarkt. Als je een reisje bent mee geweest, denk je: wat een rust. Ik heb mijn matrozenpapieren gehaald en wil sowieso verder voor mijn andere papieren.’

Ze voeren eerst samen op de Belgische cementtanker Cedert. ‘Dat stond voor Cement Ed en De Rijke Transport’, vertelt Ed. ‘En op de Cedert zijn we deze tegengekomen in Merelbeke. Ik had me nooit in een spits verdiept, maar dacht: wat een leuk scheepie joh.’

De Squeeze (38,99 x 5,09 meter, 339 ton, 290 pk Volvo Penta uit 1978) heette toen Roleta en is in 1952 bij G. & A. van Damme te Baasrode in België gebouwd als de Frans Alois.

Voor de financiering stapte Ed naar de bank, ‘maar daar lachen ze je gewoon uit’. Ed zette zijn huis te koop, dat in twee weken was verkocht. ‘Ik dacht hypotheek-vrij te zijn met een mooie woonboot, maar kon er geen plek voor vinden.’

Extra grote vlaggenstok

Ed en Nelleke noemden hun spits Squeeze. ‘Omdat kleine scheepjes worden uitgeknepen’, aldus Nelleke. Hoe vinden ze het varen met een spits tussen de grote beroepsvaart? ‘Slecht’, zegt Ed. ‘Daarom hebben we zo’n grote vlaggenstok, net als op een kinderfiets. En we kijken een boel achterom. Eigenlijk hoor je er niet meer bij. Dat hoor je op de marifoon. Bij de Kreekrak zeiden ze: spitsen horen hier niet, ga via het Albertkanaal.’

Noord-Zuidvaart

Ed en Nelleke hebben inmiddels een jaar op proef voor de ELV gevaren. Ze hebben 16 reizen gemaakt. Kunstmest naar Frankrijk en granen terug voor bierbrouwerijen. Ze twijfelen nog of ze staalrollen gaan vervoeren. ‘Het is een heel relaxed leven’, vertelt Ed. ‘Als je leeg bent moet je een paar dagen wachten op werk. Dan gaan we onderhoud doen of de buurt verkennen.’

Is er genoeg werk? ‘Nou, soms liggen we twee, drie weken stil’, zegt Nelleke. ‘Dan denken we: we hadden wel weer aan de reis gewild.’

Hun verste bestemming tot dusver was Nogent-sur-Seine. ‘Wat een avontuur met die stromingen en ondieptes, een stuw waar we bijna afgezogen zijn!’

Ze hopen een reis naar Zuid-Frankrijk aangeboden te krijgen. ‘Het is geen vetpot, zo’n spits’, zegt Ed. ‘Je kunt net zo goed gaan aflossen, dan verdien je meer. Als je 10 dagen in de maand gaat aflossen, verdien je ook 3000 euro en heb je 20 dagen over. En nou moet je voor hetzelfde geld de hele maand werken. Maar toch zijn we er blij mee. Ik vind het mooi werk. En ook als er geen werk meer is, dan hebben we het toch meegemaakt.’