Lading opgeknipt

Markt snakt naar kleine schepen, maar groot is juist de trend

Binnenvaartschepen worden gemiddeld steeds groter, maar verladers hebben juist meer behoefte aan kleine schepen. Daarom is het het verdwijnen van het kleine schip is eigenlijk een vreemde trend, zeggen de marktanalisten Wilco Volker en Wouter van der Geest. ‘Er komen ladingsstromen aan die behoefte hebben aan kleinschalig vervoer over water’, stelt Volker.

Een klein binnenvaartschip in Rotterdam. Foto ANP

‘En precies die scheepsgrootte zie je afnemen, terwijl de logistiek juist belang heeft bij een diverse binnenvaartvloot die grote maar zeker ook kleinere partijen kan vervoeren’, stelt Volker, die werkzaam is als logistiek adviseur. De binnenvaartvloot moet voldoen aan de vraag uit de logistiek. En ik zie best wat ontwikkelingen waardoor ik denk: die schepen tussen de 350 en 1600 ton blijven echt nodig.’

Volker doelt onder meer op de grote bouwopgave in Nederland, meer circulaire stromen die gebruik willen maken van het water en de differentiatie van producten. ‘Productdifferentiatie komt vooral door verladers die steeds meer verschillende soorten grondstoffen gebruiken om hun producten te maken. Bijvoorbeeld in de kunstmestmarkt, waar je steeds meer verschillende soorten kunstmest ziet voor specifieke gewassen en grondsoorten. Of in de bouwsector, waar naast het traditionele zand en grind ook steeds vaker circulair beton-granulaat wordt gebruikt voor de productie van beton. Die trend zorgt ervoor dat bulkverzendingen steeds meer “opgeknipt” worden in kleinere goederenstromen en partijgroottes.’

De trend die Volker noemt, ziet ook binnenvaartexpert Wouter van der Geest van adviesbureau Rebelgroup ‘al zijn het voorzichtige trends’. De grote bulkpartijen zullen afnemen, verwacht hij. ‘Dat gaat in kleinere partijen worden aangeboden. Voor kleine schepen zijn zand, grind en bouwmaterialen de belangrijkste ladingsstroom, goed voor zo’n 60%.’

Wat volgens Van der Geest ook meespeelt is dat voorraad geld kost en het voor veel verladers efficiĂ«nter is lading ‘just-in-time’ geleverd te krijgen. Volker ziet op zijn beurt ook dat bij de meest recente modal shift-projecten nieuwe verladers vooral vragen naar klasse III en IV schepen.

Krimpende vloot

Opmerkelijk genoeg, neemt het aantal schepen onder de 1500 ton neemt al decennia af. In 2022 waren er nog circa 450 Dortmunders, 400 Kempenaars en 250 spitsen in de vaart, volgens Volker. De krimp is mede het gevolg van de CCR-eisen, waarbij oude schepen aan dezelfde eisen moeten voldoen als nieuwe schepen. Waar traditioneel gezien schepen van vader op zoon overgingen, zien veel kinderen weinig perspectief. En nieuwbouw? ‘Klasse II tot IV schepen worden nu amper nieuw gebouwd. Hoe kun je die vloot dan op peil houden?’, vraagt Volker zich af. ‘Er varen nog mooie schepen, die ondernemers wil je perspectief bieden zodat ze blijven investeren in hun schip.’

Voor een deel van die vloot – schepen tot 55 meter – lijkt er een algemene regeling voor de CCR-eisen te komen. Maar zelfs als die worden versoepeld voor schepen tot 55 meter, is het probleem is niet verholpen. Deze groep schepen vervoert volgens Van der Geest namelijk nog geen 10% van de 40 miljoen ton die kleine schepen jaarlijks te vervoeren hebben.

Een aanzienlijk groter aandeel hebben de schepen tussen de 70 en 80 meter. ‘En ook deze schepen kunnen niet voldoen aan de CCR-eisen’, stelde Machiel Smitsman van de Algemeene Schippers Vereeniging (ASV) eerder in een ingezonden brief. De ASV wil voor bestaande schepen van de CCR-eisen af, omdat ze zowel financieel als technisch onhaalbaar zijn. Smitsman hoopt dat de verwachte vrijstelling tot 55 meter ook gaat gelden voor CEMT klasse III en IV. ‘Want het is niet een probleem dat alleen de kleinste scheepstypen raakt, het is veel breder.’

Ook Volker wijst er in zijn startnotitie voor de Binnenvaarttafel in Den Haag op dat tussen 2003 en 2022 het aantal schepen in CEMT-klasse I tot IV is gehalveerd. ‘Daarmee wordt de Nederlandse binnenvaartvloot homogener en dat is voor de sector niet goed. Met een vloot die meer van hetzelfde is, krijg je een soort “one size fits all” en wordt je voor veel partijen minder interessant. Het gevolg van een homogene markt is, dat schepen inwisselbaar zijn. Daardoor is de sector gevoeliger voor prijsschommelingen, dat is iets wat we nu al zien gebeuren. De binnenvaartmarkt is erg volatiel.’

Dat bevestigt de prijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waar de cijfers alle kanten op schieten.

Kleine vaarwegen

Volgens Volker heeft de binnenvaartsector meer aan prijsstabiliteit, maar daar is het behoud van een diverse binnenvaartvloot voor nodig. Buiten de CCR-eisen is daar ook meer aandacht voor de kleinere vaarwegen voor nodig. ‘Het is belangrijk dat overheden meer oog hebben voor de haarvaten van het vaarwegenstelsel, inclusief de kades. Vergeet niet, in Nederland en in onze buurlanden is 50% van de vaarwegen voor klasse I tot IV schepen.’

En zo zit dit segment van de binnenvaart al jaren in een neerwaartse spiraal. Een algemene vrijstellingsregeling voor schepen tot in ieder geval klasse III zou lucht bieden, denkt Van der Geest. ‘Dan kunnen de schippers weer vooruit kijken.’

Nieuwbouw

De meest voor de hand liggende optie om aan de vraag te voldoen is nieuwbouw van kleine schepen. De schepen in dit vlootsegment zijn immers gemiddeld ouder dan 50 jaar. De vraag is of dat financieel-economisch haalbaar is. Een van de ondernemers die daarin sterk gelooft is Antoon van Coillie, de CEO van Zulu Logistics. Van Coillie stelde in een interview met Nieuwsblad Transport al eens dat 70% van de binnenvaartvloot rijp is voor de sloop. En ook op het podium van het Scheepsmotoren Event in 2022 riep de Belg op te investeren in op afstand bestuurbare nieuwbouwschepen tot 85 meter.

Deel dit artikel

Reacties (6)

  • Ik vraag me bij dit soort berichten altijd af, waar ligt de incentive voor de tussenhandel om hier werk van te maken. Degene die aan tafel zit namens de schippers, te onderhandelen met de klanten die deze schepen zo hard nodig hebben, falen die al decennia lang om de diversiteit geborgd te houden.? Je moet die waarde weten te verzilveren, zonder dat onze klanten daar “last van hebben”. Samen die schouders er onder, om maar weer eens een steeds terugkerende kreet te gebruiken.

    Geplaatst door: Ericvd op
  • Vanaf 2003 is het bewust beleid van de CCR om nieuwbouw te stimuleren omdat het als niet wenselijk werd gezien dat schepen werden geconserveerd. Dit staat in een door de CCR zelf opgesteld rapport.

    Vanwege de specifieke karakteristieken van de binnenvaartvervoersmarkt was en is het onmogelijk om kleine schepen nieuw te bouwen die rendabel zijn. Diverse zwaar gesubsidieerde mislukte projecten in de afgelopen 20 jaar hebben dat wel duidelijk gemaakt.

    Heel wat jaren is er gepleit om de overgangsbepalingen niet een einddatum te geven. Dit om de bestaande vloot kleine zoveel als mogelijk te behouden. Meerdere rapporten in de jaren hebben ook geconcludeerd dat dit Ă©Ă©n van de maatregelen is die nodig zijn om de vloot kleine schepen voor uitsterven te behoeden.

    In dit artikel komt het op mij over alsof bij velen dit hele proces van oorzaak tot gevolg en wat er allemaal ondernomen is ter voorkoming niet bekend is.

    Geplaatst door: Ron Breedveld op
  • Wat is er nu hard aan die marktvraag? Ik ken vele, vele anecdotes (o.a. ASV) maar geen harde data. Ik vind dit artikel nu ook weer niet overlopen van harde feiten of cijfers. Economisch zou je verwachten dat als de vraag toeneemt daarmee ook … het economisch mechanisme vanzelf op gang komt. Ondanks het feit dat voor deze marktniche de relatie met de mogelijk probleemoplossers op bedrijfsmiddel niveau (i.e. de werven) al decennia structureel verstoord is. Uit die richting mag je dus geen oplossing meer verwachten). Maar dat betekent niet dat deze er niet is. Ondanks een verdienmodel gebaseerd op volume (dat dus sturend werkt bij kapitaalverschaffers).
    Persoonlijk vind ik – als sector buitenstaander – die CCR eisen een broodje aap. Er is naar mijn idee gĂ©Ă©n sprake van kwade wil maar in eerste instantie vermoedde ik dat dit voortkwam uit een groep pensionado’s bezorgd over de restwaarde van hun schip. Ik heb ervaring in andere sectoren waar het bedrijfsmiddel ook in een technische levensfase terecht komt waar de economische levensfase even geen antwoord op heeft. Betekent niet dat dat er niet is. (dubbele ontkenning). Ik wijs lezers van Schuttevaer altijd op dat inspirerende Masterplan Duurzame Visserij op Urk van alweer even geleden. Ook als alle CCR eisen morgen vervallen heeft dat naar mijn persoonlijk mening geen enkel effect want er is nog wel wat meer aan de hand zoals vergrijzing, afschrijvingspraktijken, andere logistieke werkwijzen etc.etc.

    Geplaatst door: vegtjan0808@gmail.com op
  • Goed om te weten: op Bargelink.com zijn er actueel 595 schepen tussen 350 en 1.600 to geregistreerd. Na meer dan 23 jaar bij Bargelink (en ook vooraf in mijn tijd als bevrachter) is nog steeds duidelijk: Schepen van dit tonnenmaat zijn en blijven belangrijk. Zoals wij in Duistland zeggen: Grootte wordt overgewaardeerd.

    Geplaatst door: Axel Götze-Rohen op
  • De explosieve krimp is niet mede het gevolg van de CCR-eisen, de explosieve krimp is grotensdeels het gevolg van CCR-eisen. Je gaat als ondernemer geen schip kopen waarvan je weet dat het binnen een aantal jaar niet meer kan voldoen aan bouwtechnische eisen die niet te halen zijn. En ben je eigenaar van een goed klein schip welke niet aan deze bouwtechnische eisen kan voldoen, dan kan je er zeker van zijn dat je grote investeringen niet meer gaat terug verdienen voor het moment dat je het schip naar de sloop brengt. Dus geen nieuwe vloer, nieuwe motor of een keer een nieuwe lessenaar in de stuurhut. Zolang het werkt vaar je het schip technisch gezien op. Zelfs al komt er nu toch nog een generale uitzondering voor kleine schepen op de CCR-eisen, zullen deze schepen door het langdurig niet doen van grotere investeringen niet meer verkocht worden op de markt. Het gaat in Ă©Ă©n keer teveel kosten die nieuwe vloer te leggen en motor te vervangen. Zeker tegen de rentes die betaalt moeten worden aan crowdfundingsfinancieringen is het plaatje financieel niet meer rond te krijgen.

    En dat de CCR dacht hiermee een nieuwbouwgolf in het kleine schepen segment te veroorzaken onderstreept de incompetentie van de CCR als organisatie. Je kan niet met nieuwbouw van kleine schepen concurreren tegen de huidige vloot van kleine schepen die in hun levensloop al 5x volledig zijn afgeschreven. Markteconomisch kan je stellen dat de vrachtprijzen die in de huidige markt bedongen worden langdurig veel te laag zijn t.o.v. wat nodig is om met een nieuwbouw klein schip rond te varen. Een economische wetmatigheid die al minstens 100 jaar van toepassing is op de scheepvaart. Er varen immers al lang geen tjalkjes van 80 ton meer in de rondte! Er moet een economisch rendabele tarief betaald worden voor nieuwbouw kleine schepen, echter voordat dat zal gebeuren is een groot deel van het transport naar het dan goedkopere wegverkeer overgaan.

    Als je het mij vraagt is de koe al verdronken en heeft het weinig zin meer de put nog te dempen… hoe spijtig dan ook!

    Liam Feenstra

    Geplaatst door: nosceorbis op
  • Een van de ondernemers die daarin sterk gelooft is Antoon van Coillie, de CEO van Zulu Logistics. Van Coillie stelde in een interview met Nieuwsblad Transport al eens dat 70% van de binnenvaartvloot rijp is voor de sloop. En ook op het podium van het Scheepsmotoren Event in 2022 riep de Belg op te investeren in op afstand bestuurbare nieuwbouwschepen tot 85 meter. Einde citaat.

    Vandaar dat je ook enorm veel van die Zulu schepen ziet varen. Bakken subsidiegeld binnen geharkt, maar van de grond komt het niet. Het is werkelijk waar stuitend hoe in de hang naar vernieuwing, alles wat zich decennia bewezen heeft en nog steeds functioneert, om zeep wordt geholpen om er vervolgens achter te komen dat het nieuwe helemaal niet werkt. En dat op afstand bestuurbaar? De vraag daar gelaten of je dat moet willen, heb je daar weinig aan als er alsnog iemand aan boord moet zijn die direct in moet kunnen grijpen.

    M. Smitsman.

    Geplaatst door: Industrie6d6 op

Reageer

Markt snakt naar kleine schepen, maar groot is juist de trend | Schuttevaer.nl
Lading opgeknipt

Markt snakt naar kleine schepen, maar groot is juist de trend

Binnenvaartschepen worden gemiddeld steeds groter, maar verladers hebben juist meer behoefte aan kleine schepen. Daarom is het het verdwijnen van het kleine schip is eigenlijk een vreemde trend, zeggen de marktanalisten Wilco Volker en Wouter van der Geest. ‘Er komen ladingsstromen aan die behoefte hebben aan kleinschalig vervoer over water’, stelt Volker.

Een klein binnenvaartschip in Rotterdam. Foto ANP

‘En precies die scheepsgrootte zie je afnemen, terwijl de logistiek juist belang heeft bij een diverse binnenvaartvloot die grote maar zeker ook kleinere partijen kan vervoeren’, stelt Volker, die werkzaam is als logistiek adviseur. De binnenvaartvloot moet voldoen aan de vraag uit de logistiek. En ik zie best wat ontwikkelingen waardoor ik denk: die schepen tussen de 350 en 1600 ton blijven echt nodig.’

Volker doelt onder meer op de grote bouwopgave in Nederland, meer circulaire stromen die gebruik willen maken van het water en de differentiatie van producten. ‘Productdifferentiatie komt vooral door verladers die steeds meer verschillende soorten grondstoffen gebruiken om hun producten te maken. Bijvoorbeeld in de kunstmestmarkt, waar je steeds meer verschillende soorten kunstmest ziet voor specifieke gewassen en grondsoorten. Of in de bouwsector, waar naast het traditionele zand en grind ook steeds vaker circulair beton-granulaat wordt gebruikt voor de productie van beton. Die trend zorgt ervoor dat bulkverzendingen steeds meer “opgeknipt” worden in kleinere goederenstromen en partijgroottes.’

De trend die Volker noemt, ziet ook binnenvaartexpert Wouter van der Geest van adviesbureau Rebelgroup ‘al zijn het voorzichtige trends’. De grote bulkpartijen zullen afnemen, verwacht hij. ‘Dat gaat in kleinere partijen worden aangeboden. Voor kleine schepen zijn zand, grind en bouwmaterialen de belangrijkste ladingsstroom, goed voor zo’n 60%.’

Wat volgens Van der Geest ook meespeelt is dat voorraad geld kost en het voor veel verladers efficiĂ«nter is lading ‘just-in-time’ geleverd te krijgen. Volker ziet op zijn beurt ook dat bij de meest recente modal shift-projecten nieuwe verladers vooral vragen naar klasse III en IV schepen.

Krimpende vloot

Opmerkelijk genoeg, neemt het aantal schepen onder de 1500 ton neemt al decennia af. In 2022 waren er nog circa 450 Dortmunders, 400 Kempenaars en 250 spitsen in de vaart, volgens Volker. De krimp is mede het gevolg van de CCR-eisen, waarbij oude schepen aan dezelfde eisen moeten voldoen als nieuwe schepen. Waar traditioneel gezien schepen van vader op zoon overgingen, zien veel kinderen weinig perspectief. En nieuwbouw? ‘Klasse II tot IV schepen worden nu amper nieuw gebouwd. Hoe kun je die vloot dan op peil houden?’, vraagt Volker zich af. ‘Er varen nog mooie schepen, die ondernemers wil je perspectief bieden zodat ze blijven investeren in hun schip.’

Voor een deel van die vloot – schepen tot 55 meter – lijkt er een algemene regeling voor de CCR-eisen te komen. Maar zelfs als die worden versoepeld voor schepen tot 55 meter, is het probleem is niet verholpen. Deze groep schepen vervoert volgens Van der Geest namelijk nog geen 10% van de 40 miljoen ton die kleine schepen jaarlijks te vervoeren hebben.

Een aanzienlijk groter aandeel hebben de schepen tussen de 70 en 80 meter. ‘En ook deze schepen kunnen niet voldoen aan de CCR-eisen’, stelde Machiel Smitsman van de Algemeene Schippers Vereeniging (ASV) eerder in een ingezonden brief. De ASV wil voor bestaande schepen van de CCR-eisen af, omdat ze zowel financieel als technisch onhaalbaar zijn. Smitsman hoopt dat de verwachte vrijstelling tot 55 meter ook gaat gelden voor CEMT klasse III en IV. ‘Want het is niet een probleem dat alleen de kleinste scheepstypen raakt, het is veel breder.’

Ook Volker wijst er in zijn startnotitie voor de Binnenvaarttafel in Den Haag op dat tussen 2003 en 2022 het aantal schepen in CEMT-klasse I tot IV is gehalveerd. ‘Daarmee wordt de Nederlandse binnenvaartvloot homogener en dat is voor de sector niet goed. Met een vloot die meer van hetzelfde is, krijg je een soort “one size fits all” en wordt je voor veel partijen minder interessant. Het gevolg van een homogene markt is, dat schepen inwisselbaar zijn. Daardoor is de sector gevoeliger voor prijsschommelingen, dat is iets wat we nu al zien gebeuren. De binnenvaartmarkt is erg volatiel.’

Dat bevestigt de prijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waar de cijfers alle kanten op schieten.

Kleine vaarwegen

Volgens Volker heeft de binnenvaartsector meer aan prijsstabiliteit, maar daar is het behoud van een diverse binnenvaartvloot voor nodig. Buiten de CCR-eisen is daar ook meer aandacht voor de kleinere vaarwegen voor nodig. ‘Het is belangrijk dat overheden meer oog hebben voor de haarvaten van het vaarwegenstelsel, inclusief de kades. Vergeet niet, in Nederland en in onze buurlanden is 50% van de vaarwegen voor klasse I tot IV schepen.’

En zo zit dit segment van de binnenvaart al jaren in een neerwaartse spiraal. Een algemene vrijstellingsregeling voor schepen tot in ieder geval klasse III zou lucht bieden, denkt Van der Geest. ‘Dan kunnen de schippers weer vooruit kijken.’

Nieuwbouw

De meest voor de hand liggende optie om aan de vraag te voldoen is nieuwbouw van kleine schepen. De schepen in dit vlootsegment zijn immers gemiddeld ouder dan 50 jaar. De vraag is of dat financieel-economisch haalbaar is. Een van de ondernemers die daarin sterk gelooft is Antoon van Coillie, de CEO van Zulu Logistics. Van Coillie stelde in een interview met Nieuwsblad Transport al eens dat 70% van de binnenvaartvloot rijp is voor de sloop. En ook op het podium van het Scheepsmotoren Event in 2022 riep de Belg op te investeren in op afstand bestuurbare nieuwbouwschepen tot 85 meter.

Deel dit artikel

Reacties (6)

  • Ik vraag me bij dit soort berichten altijd af, waar ligt de incentive voor de tussenhandel om hier werk van te maken. Degene die aan tafel zit namens de schippers, te onderhandelen met de klanten die deze schepen zo hard nodig hebben, falen die al decennia lang om de diversiteit geborgd te houden.? Je moet die waarde weten te verzilveren, zonder dat onze klanten daar “last van hebben”. Samen die schouders er onder, om maar weer eens een steeds terugkerende kreet te gebruiken.

    Geplaatst door: Ericvd op
  • Vanaf 2003 is het bewust beleid van de CCR om nieuwbouw te stimuleren omdat het als niet wenselijk werd gezien dat schepen werden geconserveerd. Dit staat in een door de CCR zelf opgesteld rapport.

    Vanwege de specifieke karakteristieken van de binnenvaartvervoersmarkt was en is het onmogelijk om kleine schepen nieuw te bouwen die rendabel zijn. Diverse zwaar gesubsidieerde mislukte projecten in de afgelopen 20 jaar hebben dat wel duidelijk gemaakt.

    Heel wat jaren is er gepleit om de overgangsbepalingen niet een einddatum te geven. Dit om de bestaande vloot kleine zoveel als mogelijk te behouden. Meerdere rapporten in de jaren hebben ook geconcludeerd dat dit Ă©Ă©n van de maatregelen is die nodig zijn om de vloot kleine schepen voor uitsterven te behoeden.

    In dit artikel komt het op mij over alsof bij velen dit hele proces van oorzaak tot gevolg en wat er allemaal ondernomen is ter voorkoming niet bekend is.

    Geplaatst door: Ron Breedveld op
  • Wat is er nu hard aan die marktvraag? Ik ken vele, vele anecdotes (o.a. ASV) maar geen harde data. Ik vind dit artikel nu ook weer niet overlopen van harde feiten of cijfers. Economisch zou je verwachten dat als de vraag toeneemt daarmee ook … het economisch mechanisme vanzelf op gang komt. Ondanks het feit dat voor deze marktniche de relatie met de mogelijk probleemoplossers op bedrijfsmiddel niveau (i.e. de werven) al decennia structureel verstoord is. Uit die richting mag je dus geen oplossing meer verwachten). Maar dat betekent niet dat deze er niet is. Ondanks een verdienmodel gebaseerd op volume (dat dus sturend werkt bij kapitaalverschaffers).
    Persoonlijk vind ik – als sector buitenstaander – die CCR eisen een broodje aap. Er is naar mijn idee gĂ©Ă©n sprake van kwade wil maar in eerste instantie vermoedde ik dat dit voortkwam uit een groep pensionado’s bezorgd over de restwaarde van hun schip. Ik heb ervaring in andere sectoren waar het bedrijfsmiddel ook in een technische levensfase terecht komt waar de economische levensfase even geen antwoord op heeft. Betekent niet dat dat er niet is. (dubbele ontkenning). Ik wijs lezers van Schuttevaer altijd op dat inspirerende Masterplan Duurzame Visserij op Urk van alweer even geleden. Ook als alle CCR eisen morgen vervallen heeft dat naar mijn persoonlijk mening geen enkel effect want er is nog wel wat meer aan de hand zoals vergrijzing, afschrijvingspraktijken, andere logistieke werkwijzen etc.etc.

    Geplaatst door: vegtjan0808@gmail.com op
  • Goed om te weten: op Bargelink.com zijn er actueel 595 schepen tussen 350 en 1.600 to geregistreerd. Na meer dan 23 jaar bij Bargelink (en ook vooraf in mijn tijd als bevrachter) is nog steeds duidelijk: Schepen van dit tonnenmaat zijn en blijven belangrijk. Zoals wij in Duistland zeggen: Grootte wordt overgewaardeerd.

    Geplaatst door: Axel Götze-Rohen op
  • De explosieve krimp is niet mede het gevolg van de CCR-eisen, de explosieve krimp is grotensdeels het gevolg van CCR-eisen. Je gaat als ondernemer geen schip kopen waarvan je weet dat het binnen een aantal jaar niet meer kan voldoen aan bouwtechnische eisen die niet te halen zijn. En ben je eigenaar van een goed klein schip welke niet aan deze bouwtechnische eisen kan voldoen, dan kan je er zeker van zijn dat je grote investeringen niet meer gaat terug verdienen voor het moment dat je het schip naar de sloop brengt. Dus geen nieuwe vloer, nieuwe motor of een keer een nieuwe lessenaar in de stuurhut. Zolang het werkt vaar je het schip technisch gezien op. Zelfs al komt er nu toch nog een generale uitzondering voor kleine schepen op de CCR-eisen, zullen deze schepen door het langdurig niet doen van grotere investeringen niet meer verkocht worden op de markt. Het gaat in Ă©Ă©n keer teveel kosten die nieuwe vloer te leggen en motor te vervangen. Zeker tegen de rentes die betaalt moeten worden aan crowdfundingsfinancieringen is het plaatje financieel niet meer rond te krijgen.

    En dat de CCR dacht hiermee een nieuwbouwgolf in het kleine schepen segment te veroorzaken onderstreept de incompetentie van de CCR als organisatie. Je kan niet met nieuwbouw van kleine schepen concurreren tegen de huidige vloot van kleine schepen die in hun levensloop al 5x volledig zijn afgeschreven. Markteconomisch kan je stellen dat de vrachtprijzen die in de huidige markt bedongen worden langdurig veel te laag zijn t.o.v. wat nodig is om met een nieuwbouw klein schip rond te varen. Een economische wetmatigheid die al minstens 100 jaar van toepassing is op de scheepvaart. Er varen immers al lang geen tjalkjes van 80 ton meer in de rondte! Er moet een economisch rendabele tarief betaald worden voor nieuwbouw kleine schepen, echter voordat dat zal gebeuren is een groot deel van het transport naar het dan goedkopere wegverkeer overgaan.

    Als je het mij vraagt is de koe al verdronken en heeft het weinig zin meer de put nog te dempen… hoe spijtig dan ook!

    Liam Feenstra

    Geplaatst door: nosceorbis op
  • Een van de ondernemers die daarin sterk gelooft is Antoon van Coillie, de CEO van Zulu Logistics. Van Coillie stelde in een interview met Nieuwsblad Transport al eens dat 70% van de binnenvaartvloot rijp is voor de sloop. En ook op het podium van het Scheepsmotoren Event in 2022 riep de Belg op te investeren in op afstand bestuurbare nieuwbouwschepen tot 85 meter. Einde citaat.

    Vandaar dat je ook enorm veel van die Zulu schepen ziet varen. Bakken subsidiegeld binnen geharkt, maar van de grond komt het niet. Het is werkelijk waar stuitend hoe in de hang naar vernieuwing, alles wat zich decennia bewezen heeft en nog steeds functioneert, om zeep wordt geholpen om er vervolgens achter te komen dat het nieuwe helemaal niet werkt. En dat op afstand bestuurbaar? De vraag daar gelaten of je dat moet willen, heb je daar weinig aan als er alsnog iemand aan boord moet zijn die direct in moet kunnen grijpen.

    M. Smitsman.

    Geplaatst door: Industrie6d6 op

Reageer