Vandaag

Verbod op varend ontgassen lastig te handhaven

Voor de ILT is het verbod op varend ontgassen nauwelijks goed te handhaven. Dat verbod is 1 juli (vandaag) ingegaan, maar de inspectie beschikt onder meer over te weinig elektronische neuzen om in heel Nederland overtredingen te ‘ruiken’. De ILT controleert ook met drones, maar die zijn nog te weinig beschikbaar.

ILT inspectie auto
De ILT bij een vaarweg Foto ILT

De ILT ontwikkelde een toets om te bepalen wat nodig is voor de handhaving van het nieuwe verbod. Deze HUF-toets (Handhaving, Uitvoerbaarheid en Fraudebestendigheid) werd eind vorig jaar door de ILT naar het ministerie gestuurd. Hierin staat dat het verbod uitvoerbaar en handhaafbaar is, mits er vijf aspecten geregeld zijn. Dat is volgens de ILT nu nog niet het geval.

Zo moet de ILT voldoende personeel hebben om deze taak uit te voeren. Ook moet de inspectie toegang hebben tot allerlei data, zoals AIS, en dat deze gegevens ook mogen worden ingezet bij de opsporing. Ook moet er een dekkend e-nose-netwerk zijn en moet er alleen nog gewerkt worden met UN- of stofnummers, en niet meer met productomschrijvingen in de tabellen van het CDNI. Dit om omkatten te voorkomen. Bij omkatten wordt doelbewust verkeerde informatie over de ladingsstof door de schippers of verlader vermeld.

Te lage boetes

Daarnaast zijn de boetes voor het varend ontgassen volgens de ILT veel te laag. Zo werd er een boete van 1500 euro aan een schipper opgelegd voor een illegale ontgassing. Daardoor blijft het voor de binnenvaart economisch aantrekkelijk het verbod te negeren. De boete is vele malen lager dan het economisch gewin dat behaald wordt. Het omvaren naar een ontgassingsinstallatie en de wachttijd kost een veelvoud van de boete. Ondanks dat de ILT herhaaldelijk het OM verzocht om veel hogere boetes – ‘Afschrikwekkend hoog’ – op te leggen. Het OM werkt wel aan hogere boetes, maar die zijn er nog niet.

ILT legt zelf geen boetes op, maar wel ‘lasten onder dwangsom’ bij overtredingen. Deze komen terecht bij de verlader. Dit houdt in dat als er opnieuw een overtreding wordt begaan, de dader dan de dwangsom moet betalen. Bij de eerste overtreding wordt een dwangsom opgelegd van 30.000 euro. Bij de tweede overtreding gaat dat bedrag omhoog naar 40.000 en bij de derde en daaropvolgende dwangsommen moet de verlader 50.000 euro aftikken, maakte het ILT op 1 juli bekend.