Een zeeschip uit Colombia meerde in de laatste dagen van 2019 aan in de Rotterdamse haven. Eenmaal daar kwam een bunkerschip langszij met aan boord een kapitein, een stuurman en twee matrozen. Vanaf het bunkerschip gingen twee onbekende mannen aan boord van het zeeschip. Eén van hen rende heen en weer tussen twee ruimen. Toen ze werden gezien door een bemanningslid, gooiden ze twee zwarte tassen vanaf het zeeschip op het dek van het bunkerschip, waarna ze zelf ook aan boord sprongen en met het bunkerschip wegvoeren.
De stuurman en één van de matrozen hebben de tassen van het dek naar de stuurhut gebracht. Vervolgens legde de kapitein het bunkerschip op een andere locatie tegen een schip dat aan de kade lag. Daar namen twee mannen de tassen over, waarna ze via de steiger vertrokken. Het bunkerschip is verder gevaren. De opvarenden werden de volgende ochtend aangehouden.
‘Spook-coke’
De twee tassen die van het zeeschip werden gehaald, zijn nooit niet meer teruggevonden. De bemanning van het zeeschip vond in het ruim nog twee soortgelijke tassen, met in totaal zo’n 44 kilo cocaïne erin. En elders op het schip werden nog eens vijf van zulke tassen gevonden, goed voor nog eens circa 120 kilo coke. Het is volgens de rechter zeer aannemelijk dat de twee tassen die door het bunkerschip werden meegenomen, onderdeel waren van een groter drugstransport. Op basis van de achtergebleven tassen (en de verklaring van de bemanning dat ze flink moesten tillen) wordt aangenomen dat er zo’n 40 kilo cocaïne van boord is gegaan en is afgeleverd.
Geen weet van inhoud tassen
De advocaat van de matroos bepleitte vrijspraak, omdat zijn cliënt niet zou hebben geweten wat er in de tassen zat. De man zou alleen hebben meegewerkt omdat twee mannen aan boord van het bunkerschip hem met een wapen bedreigden. Maar de rechter gelooft niet in die uitleg. Uit alles blijkt dat de verdachte en de andere betrokkenen wisten waarmee ze bezig waren en waar ze moesten zijn. Over de vermeende bedreigingen legde de matroos volgens de rechter geen overtuigende verklaringen af. Dat een ander bemanningslid ook beweerde te zijn bedreigd, verandert daar niets aan, omdat ook die verklaringen niet erg samenhangend en concreet waren. Ook is de bedreiging niet met anderen aan boord bespreken en evenmin werd bijvoorbeeld de politie ingeschakeld. Bij zijn aanhouding had de matroos het ook niet over de bedreiging met een wapen.
Grootschalige drugshandel
De rechter komt tot de conclusie dat de matroos betrokken was bij de smokkel van circa 40 kilo cocaïne met het oogmerk er goed aan te verdienen en met alle mogelijke schadelijke gevolgen van dien. Daar wil de rechter hard mee afrekenen door een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar op te leggen.
Ook de andere gearresteerde bemanningsleden van het bunkerschip wacht vervolging.
Lees ook: