Door René Quist
Bijna op elke scheepswerf in Nederland werken Oost-Europeanen als lasser, schilder of metaalbewerker. Bij het afbouwen van de casco’s zijn er soms tot wel 80.000 manuren nodig. ‘In Nederland zijn dat soort technische mensen niet meer te vinden. Bij Veka huren we die mensen via uitzendbureaus in, maar we werken ook veel met onderaannemers die een deel van de projecten uitvoeren’ legt Peter Versluis uit.
En juist over een van die onderaannemers, DSW Maritiem, ontstond gedoe in 2016. Vakbond FNV trok aan de bel bij Veka omdat de Roemenen via DSW zwart zouden werken en onderbetaald zouden worden. ‘Wij betaalden een extra vergoeding cash waarmee Roemenen zelf hun boodschappen konden betalen. Dat bedrag kwam bovenop hun salaris dat zij via DSW kregen. Na het gesprek zijn we met de contante betaling gestopt.’
Toch stapte de FNV alsnog naar de rechter omdat er volgens de vakbond sprake was van schijnconstructies om zo loonkosten te besparen. Half oktober 2020 deed de kantonrechter in Leeuwarden uitspraak en stelde de vakbond deels in het gelijk: DSW Maritiem was nauwelijks te kwalificeren als onderaannemer, de Roemenen waren daarmee feitelijk uitzendkrachten die conform cao betaald hadden moeten worden en Veka had er op moeten toezien dat dit ook gebeurde.
Op basis van dat vonnis verstuurde FNV afgelopen week een persbericht met de titel ‘Scheepwerf Veka op vingers getikt voor onderbetalen Roemenen’. Door publicaties in media als FD, NRC, en Leeuwarder Courant ontstond ineens het beeld dat Veka ‘boevenstreken’ leverde’ zo zegt Versluis. ‘Maar dat is beslist niet waar. Het waren zeker geen vooropgezette constructies om daarmee afdrachten te kunnen omzeilen. We werkten met officiële Roemeense bedrijven en het waren aangenomen opdrachten.’
Uit het vonnis blijkt wel dat DSW Maritiem speciaal is opgericht voor Veka. Volgens Versluis is zo’n special purpose bv niet ongebruikelijk voor dergelijke projecten. ‘Anders dan de FNV beweert hebben wij DSW niet zelf opgezet. Het is een dochterbedrijf van Seaway International uit Roemenië. We hebben zelfs een procedure tegen DSW gevoerd omdat het zijn afspraken over levertijden niet nakwam.’
1,28 euro per uur
Volgens de FNV betaalde Veka de Roemenen 1,28 euro per uur. Om die bewering kan Versluis zich enorm kwaad maken. ‘In anderhalf jaar hebben wij die Roemeense bedrijven meer dan 4 miljoen euro betaald waarbij omgerekend reële uurlonen zijn betaald. Hebben die bedrijven wel hun afdracht gedaan? Ik ga zeker met die mensen uit Roemenië in gesprek om te achterhalen wat zij feitelijk betaald kregen.’
Op een aantal punten stelde de rechter de FNV in het ongelijk. Zo had de vakbond geëist dat het namens de Roemeense arbeiders de loonvordering bij Veka kon opeisen, maar daar ging de rechter niet in mee. Het loon is een zaak tussen Veka en de Roemenen, waar de FNV geen rol in kan spelen.
Ook het gevraagde verbod op inhuur van Roemeense staalarbeiders komt er niet. De kantonrechter heeft deze vordering, in tegenstelling tot wat NRC en FNV in hun artikel beweren, afgewezen onder meer omdat Veka nu alleen nog maar werkt met gecertificeerde uitzendbureau’s die de tewerkgestelde mensen conform CAO betalen.
Versluis baalt van alle media-heisa en ook van de FNV. ‘Natuurlijk wisten wij dat die zaak speelde. Het is het goed recht van de FNV dat zij hiermee bezig zijn, maar zonder overleg eenzijdig en onaangekondigd hun verhaal in de media doen, vind ik onjuist. Wat ons betreft ging het echt om een aannemingsovereenkomst. We overwegen daarom nog in hoger beroep te gaan.’
Wel moet het bedrijf een schadevergoeding van 50.000 euro aan de vakbond betalen. Die is nodig om de schade van deze procedure te dekken. Versluis heeft geen moeite met dat bedrag. ‘We zijn echt blij met de uitspraak die er nu ligt.’
Wilt u reageren op dit verhaal? Dat kan via rene.quist@schuttevaer.nl of 06-14051010