Kapitein-eigenaar Egbert Bos kan het bijna niet geloven. Na een tergend lange tocht door Azië waar zijn schip nergens mocht aanleggen en nagenoeg door de voorraden heen was, zouden hij en zijn bemanning in Scheveningen van boord gaan. Eindelijk kan hij zijn vrouw Anet en twee kinderen Irene en Oscar uit Winterswijk weer in de armen sluiten en kan zijn bemanning die al ver over de contractstermijn is naar huis.
Enige tijd verkeerde Bos in de veronderstelling dat zijn bemanningsleden uit Oekraïne en Filipijnen door de versoepeling die 1 juli is ingegaan zonder problemen van boord mochten. Niet dus. Hij had al via Rederij Vrolijk in Scheveningen al vervoer geregeld, maar toen ineens kwam die mail van de marechaussee.
Marechaussee
Daarin stond helemaal onderaan: De restrictie voor het verrichten van wisselingen in de samenstelling van de bemanning van zeeschepen op doorreis via een ankerplaats blijft van kracht. Wisselingen worden enkel toegestaan als het schip ligplaats neemt in een Nederlandse haven en hier activiteiten plaatsvinden met een Nederlands belang (handel, niet zijnde stores en bunkeren).
Voor schepen die een Nederlandse haven aandoen, gelden soepelere regels. ‘Die bemanning mag wel gewoon van boord’, verzucht Bos. ‘Mijn bemanning heeft de juiste papieren om te reizen. Normaal gesproken melden zij zich na zo’n reis bij de marechaussee op Rotterdam Airport en kunnen zij vanaf daar via Schiphol naar huis.
‘Wij zijn onderweg naar Zweden en om nou met sleepboten en loodsen naar binnen te gaan, is ook nog al wat.’ Het is de tweede keer dat Bos de coronacrisis aan den lijve ondervindt. Met zijn Anet dobberde Bos dit voorjaar vijf weken lang op de Zuid-Chinese Zee. Het schip was toen nergens welkom en het raakte zelfs bijna door de voorraden heen. ‘Vijf mannen hadden toen al naar huis gemoeten.’
KVNR
Bos hoopt dat de KVNR (Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders) zijn bemanning kan helpen. De internationale redersvereniging International Chamber of Shipping (ICS) roept de zeevaart op om woensdag 8 juli de scheepshoorns te laten klinken om overheden er aan te blijven herinneren dat nog steeds veel honderdduizenden zeevarenden niet van en aan boord van hun schip kunnen. Wereldwijd zijn nu 400.000 zeevarenden gestrand. Er zijn nu 200.000 zeevarenden die hun contract hebben overschreden en momenteel op hun schip zijn gestrand. Nog eens 200.000 wachten op de wal om hun dienst te kunnen beginnen.’