‘Inmiddels heeft de situatie zich dramatisch toegespitst en ESO vindt dat op korte termijn maatregelen nodig zijn om de capaciteitsproblemen, als een van de belangrijkste oorzaken van de huidige crisis in de binnenvaart en significante oorzaak van de (te) lage vrachtprijzen, in de greep te krijgen. Maar ook voor de langere termijn moet de structuur van de binnenvaart verder versterkt worden, onder meer door middel van meer samenwerking, opleiding etc.. Dat moet voorkomen dat de binnenvaart telkens weer terugvalt in crisissen met daartussen extreme toppen. Met name de structuurversterking zal de inspanning van de binnenvaart zelf moeten zijn. De aanmelding van de ernstige marktverstoring is pas de eerste stap, voor het nemen van een pakket van passende maatregelen zullen de nodige drempels moeten worden genomen. ESO zal daar graag haar aandeel aan leveren en daarover met haar collega-organisatie EBU in overleg treden om te proberen op korte termijn zo mogelijk een gezamenlijk standpunt uit te werken om de belangen van onze ondernemers te ondersteunen.’
Hoofdlijnen
De overcapaciteit doet zich met name voor in de droge lading en in de grote schepen. In de zogenaamde afgesloten bekkens zoals Seine en Rhône lijken de problemen minder nijpend. Wij zullen daarom voorstellen om eventuele maatregelen te beperken voor de actieve droge lading schepen en samenstellen boven 86 meter in het Rijn- en Donaubekken.
Oud voor nieuw
De eerste maatregel die getroffen moet worden is de (tijdelijke) reactivering van de "oud voor nieuw"-regeling. Daarbij moeten twee zaken vastgesteld worden: de hoogte van de speciale bijdrage en de verhouding tussen de oude en nieuwe tonnage. Dit laatste is nodig omdat voor het in de vaart brengen van een nieuw schip in plaats van het betalen van de speciale bijdrage slooptonnage ingeleverd kan worden (of een combinatie van beide). In die zin heeft de hoogte van de speciale bijdrage een relatie met die van een mogelijke sloopuitkering. Het bedrag moet een reële basis vormen voor een rem op nieuwe tonnage; met de verhouding kan men inspelen op c.q. aanpassen aan marktontwikkelingen. Een marktobservatie-instrument kan in dit opzicht ondersteuning geven.
Sloop
Naar verwachting zal de binnenvaart nog langdurig te leiden hebben onder overcapaciteit. Dan ligt het voor de hand schepen definitief aan de markt te onttrekken door middel van slopen. Export is wellicht ook een mogelijkheid die onderzocht moet worden. Het is nog onduidelijk of en hoeveel "slooprijpe" tonnage er is. Volgens de verschillende databanken zijn er nog ongeveer 200 schepen boven 86 m van voor 1976. Daarnaast zullen er nog flink wat jongere schepen zijn, zeer intensief gebruikt en met achterstallig onderhoud. Een goede mogelijkheid om een beeld te krijgen van de omvang van de slooprijpe tonnage is het instellen van een wachtlijst, waarop ondernemers kunnen intekenen. In de jaren ’90 van de vorige eeuw is dit met succes toegepast. Naar onze verwachting zou er circa 500.000 ton aan scheepsruimte op die manier uit de markt gehaald kunnen worden.
Crisis aanmelden
ESO heeft met instemming kennis genomen van het Belgische initiatief om de crisis in de binnenvaart bij de Europese Commissie aan te melden. De belangrijkste Europese binnenvaartlanden lijken deze aanmelding te ondersteunen, in tegenstelling tot het Nederlands initiatief van 2009, wat daardoor tot mislukken was gedoemd.