Het nieuwe besluit vervangt en moderniseert het besluit laad- en lostijden en overliggelden uit 1991. Het betekent dat de laad- en lostijden een stuk korter worden en het overliggeld omhoog gaat (zie kader). De overheid typeert dit besluit echter als een ‘vergaande bemoeienis van de overheid met de bevrachtingsvoorwaarden in de binnenvaart’. Dit sluit niet aan bij het regeringsbeleid, dat is gericht op liberalisering. Het nieuwe besluit wordt dan ook een overgangsmaatregel met een looptijd van twee jaar. Dat moet binnenvaartondernemers voldoende tijd geven de overstap te maken naar individuele onderhandelingen over bevrachtingsvoorwaarden. De binnenvaartorganisaties worden geacht hun achterbannen hierbij te ondersteunen. De overheid gaat er vanuit dat de bonden voorlichtingsbrochures gaan uitbrengen en voorlichtingsbijeenkomsten voor leden houden.