Zeker drie tankvaartondernemers gingen niet akkoord met punt vier van een vijf punten tellend aanvullend document dat moet worden ondergetekend voordat met laden of lossen wordt begonnen. In het omstreden punt staat dat de schipper voor het openhouden van veilige vluchtwegen zonodig zelf een ladder moet plaatsen zodra het dek van zijn schip meer dan de wettelijk toegestane dertig centimeter boven het pierdek of bordes van de terminal uitsteekt. Dat komt op deze terminals van Vopak met hoog water soms voor. Tot voor kort mochten schippers dit formulier ondertekenen met de aantekening dat zij niet akkoord gingen met punt vier. Zij werden dan toch geladen of gelost. Na aanscherping van de regels door Vopak werden zij onlangs echter voor het blok gezet. Wie het document niet zonder mitsen of maren tekende kon afkoppelen en vertrekken. De eigenaar van het mts Hannah spande daarop een kort geding aan tegen Vopak, dat 16 mei voor de rechtbank in Rotterdam diende. De rechter stelde de schipper in een voorlopige beoordeling in het gelijk en droeg Vopak op het schip eenmalig toe te staan te laden zoals gebruikelijk.