‘Een groot gevoel van vrijheid’

Na jarenlang langs het Amsterdam-Rijnkanaal te zijn gefietst, nam zelfstandig lasser Marcel Barbé de stap om binnenschipper te worden. Hij kocht een Kempenaar, nadat hij vier jaar ervaring had opgedaan als matroos. Rijk verwacht hij er niet van te worden, maar hij maakt zich geen zorgen over de financiële haalbaarheid.

'Een groot gevoel van vrijheid'
  • Lasser kiest voor nieuwe koers op een Kempenaar
  • Bevrachter sprong bij nadat bank afhaakte

Door Heere Heeresma jr.
Barbé (1960) komt uit de gegoede middenstand van de Amsterdamse Rivierenbuurt. Hij deed gymnasium alfa en de volgende stap had een rechtenstudie moeten zijn, maar dat leek hem een middelmatig perspectief. Hij ging reizen en werd lasser. Hij maakte hoogwaardig laswerk voor onder meer het Waaggebouw in Amsterdam en het Stoopse Bad in Overveen. Maar hij werkte ook met kunstenaars en refereert aan schrijvers als Nescio, Slauerhoff en aan de Francis Pax-thrillers van Faber Heeresma. Hij heeft nog steeds een werkplaats op Het Domein, een cultureel bedrijventerrein in Weesp, gelegen aan het Amsterdam-Rijnkanaal. Maar daar is hij momenteel niet te vinden, want in september kocht hij de Kempenaar Nomade 2 van Gabe en Anja de Wagt.

Deksman

Het idee om te gaan varen ontstond jaren eerder, toen hij tussen zijn huis op het Westerdok in Amsterdam en zijn werkplaats in Weesp langs het Amsterdam-Rijnkanaal fietste en de schepen zag varen. ‘In de zomer hadden ze de stuurhut open met een muziekje erbij’, vertelt Marcel. Dat sprak hem wel aan. Via een vriend uit zijn schooltijd kende hij Hugo van Aalderen, die met de Kempenaar Solent vaart. Marcel vroeg of hij eens aan boord mocht komen kijken. ‘Dat was geen probleem. En een week later zat ik na een medische keuring als deksman aan boord met zo’n blauw dienstboekje. Dat is nu zo’n vier jaar geleden.’

In de tijd dat hij op de Solent voer, werkte hij ook nog als lasser. ‘Dat was een drukke tijd, ik heb heel wat heen en weer gerend. En Hugo voer ook niet altijd, dus om aan mijn vaartijd te komen ben ik ook via een uitzendbureau gaan varen.’

Marcel besloot geen stuurman te worden op zijn dienstboekje, maar examens te doen. Hij is intussen stuurman met papieren, maar komt nog wat vaartijd tekort. Daarom vaart hij voorlopig samen met een zetschipper. Over een halfjaar wil hij de Nomade, zoals hij de Nomade 2 herdoopte, in zijn eentje varen.

Financiering

Marcel zag de Nomade 2 (51 x 6,60 meter, 513 ton, 390 pk Scania, bouwjaar 1956) te koop staan op Marktplaats. De financiering door de bank leek helemaal rond te zijn, maar werd op het laatste moment van hogerhand afgeblazen. Gelukkig had een bevrachter voor wie Gabe de Wagt vaak voer aangeboden in de financiering bij te springen als er problemen met de bank waren. Marcel vaart nu onder contract bij de bevrachter, waardoor hij geen havengelden, gasolie en telefoonkosten hoeft te betalen. Hij dient elke maand een rekening met gewerkte dagen in. Op welke termijn verwacht hij ‘vrijgevaren’ te zijn? ‘Ik denk dat vier jaar een realistische termijn is. Dat is te overzien op mijn leeftijd.’

Uiteraard werd de Nomade 2 gehellingd en door de verzekering gekeurd. Ook maakte Marcel een paar proefvaarten met Gabe de Wagt. Heeft het schip nog eigenaardigheden? ‘Slechte achteruit. Je hebt gewoon geen schroefwater. Met zo’n moderne motor worden de schroeven kleiner, die steekt minder diep. Achteruit doe je het meest op de boegschroef en met de roeren hou je de kont bij of af. Maar of dat een eigenaardigheid van dit schip is? Volgens mij hebben ze dat allemaal.’
De belangrijkste aanpassing was een nieuwe radar in verband met de regelgeving.

Haalbaarheid

Op zijn ligplaats in de Amsterdamse Oude Houthaven zet Barbé filterkoffie met een waterkoker. In zijn huis, dat hij onderverhuurd heeft, staat een espresso-apparaat, maar dat vindt hij aan boord overdreven. Hij heeft zijn eerste twee reizen al gemaakt; cacaobonen naar Koog aan de Zaan en veevoer naar Delden. Denkt hij dat er vraag blijft naar schepen in zijn tonnenmaat? ‘Ik zie de bestemmingen vooralsnog wel blijven. Voor veevoer naar België zijn er zes grote plekken. Het kan ook in een jaar allemaal weg zijn, maar waarom zou het? Die schaalvergroting, daar is de rek wel uit. Dat is nu wel duidelijk.’

Volgens sommigen kunnen binnenvaartschepen onder de 1500 ton nauwelijks rendabel worden geëxploiteerd. Heeft hij informatie ingewonnen over de financiële haalbaarheid? ‘Ja, natuurlijk. Ik vaar toch al jaren? Ik kreeg de jaarcijfers te zien van Hugo, en ook van Gabe en Anja, en het gaat gewoon. En dan kunnen ze wel zeggen dat het niet gaat, maar ik vind wel dat het gaat. Grootverdiener zul je niet worden aan boord van zo’n schip. Als je een nieuwe BMW wilt hebben en een kookeiland, dan moet je hier niet zijn. Maar daar heb ik geen behoefte aan. Ik ben Amsterdammer en ik lig hier met mijn vrachtschip. En dat het financieel wat krap is, dat kan zijn, maar het weegt tegen elkaar op. Het geeft een groot gevoel van vrijheid als je het schip losmaakt en wegvaart.’

‘Een groot gevoel van vrijheid’ | Schuttevaer.nl

‘Een groot gevoel van vrijheid’

Na jarenlang langs het Amsterdam-Rijnkanaal te zijn gefietst, nam zelfstandig lasser Marcel Barbé de stap om binnenschipper te worden. Hij kocht een Kempenaar, nadat hij vier jaar ervaring had opgedaan als matroos. Rijk verwacht hij er niet van te worden, maar hij maakt zich geen zorgen over de financiële haalbaarheid.

'Een groot gevoel van vrijheid'
  • Lasser kiest voor nieuwe koers op een Kempenaar
  • Bevrachter sprong bij nadat bank afhaakte

Door Heere Heeresma jr.
Barbé (1960) komt uit de gegoede middenstand van de Amsterdamse Rivierenbuurt. Hij deed gymnasium alfa en de volgende stap had een rechtenstudie moeten zijn, maar dat leek hem een middelmatig perspectief. Hij ging reizen en werd lasser. Hij maakte hoogwaardig laswerk voor onder meer het Waaggebouw in Amsterdam en het Stoopse Bad in Overveen. Maar hij werkte ook met kunstenaars en refereert aan schrijvers als Nescio, Slauerhoff en aan de Francis Pax-thrillers van Faber Heeresma. Hij heeft nog steeds een werkplaats op Het Domein, een cultureel bedrijventerrein in Weesp, gelegen aan het Amsterdam-Rijnkanaal. Maar daar is hij momenteel niet te vinden, want in september kocht hij de Kempenaar Nomade 2 van Gabe en Anja de Wagt.

Deksman

Het idee om te gaan varen ontstond jaren eerder, toen hij tussen zijn huis op het Westerdok in Amsterdam en zijn werkplaats in Weesp langs het Amsterdam-Rijnkanaal fietste en de schepen zag varen. ‘In de zomer hadden ze de stuurhut open met een muziekje erbij’, vertelt Marcel. Dat sprak hem wel aan. Via een vriend uit zijn schooltijd kende hij Hugo van Aalderen, die met de Kempenaar Solent vaart. Marcel vroeg of hij eens aan boord mocht komen kijken. ‘Dat was geen probleem. En een week later zat ik na een medische keuring als deksman aan boord met zo’n blauw dienstboekje. Dat is nu zo’n vier jaar geleden.’

In de tijd dat hij op de Solent voer, werkte hij ook nog als lasser. ‘Dat was een drukke tijd, ik heb heel wat heen en weer gerend. En Hugo voer ook niet altijd, dus om aan mijn vaartijd te komen ben ik ook via een uitzendbureau gaan varen.’

Marcel besloot geen stuurman te worden op zijn dienstboekje, maar examens te doen. Hij is intussen stuurman met papieren, maar komt nog wat vaartijd tekort. Daarom vaart hij voorlopig samen met een zetschipper. Over een halfjaar wil hij de Nomade, zoals hij de Nomade 2 herdoopte, in zijn eentje varen.

Financiering

Marcel zag de Nomade 2 (51 x 6,60 meter, 513 ton, 390 pk Scania, bouwjaar 1956) te koop staan op Marktplaats. De financiering door de bank leek helemaal rond te zijn, maar werd op het laatste moment van hogerhand afgeblazen. Gelukkig had een bevrachter voor wie Gabe de Wagt vaak voer aangeboden in de financiering bij te springen als er problemen met de bank waren. Marcel vaart nu onder contract bij de bevrachter, waardoor hij geen havengelden, gasolie en telefoonkosten hoeft te betalen. Hij dient elke maand een rekening met gewerkte dagen in. Op welke termijn verwacht hij ‘vrijgevaren’ te zijn? ‘Ik denk dat vier jaar een realistische termijn is. Dat is te overzien op mijn leeftijd.’

Uiteraard werd de Nomade 2 gehellingd en door de verzekering gekeurd. Ook maakte Marcel een paar proefvaarten met Gabe de Wagt. Heeft het schip nog eigenaardigheden? ‘Slechte achteruit. Je hebt gewoon geen schroefwater. Met zo’n moderne motor worden de schroeven kleiner, die steekt minder diep. Achteruit doe je het meest op de boegschroef en met de roeren hou je de kont bij of af. Maar of dat een eigenaardigheid van dit schip is? Volgens mij hebben ze dat allemaal.’
De belangrijkste aanpassing was een nieuwe radar in verband met de regelgeving.

Haalbaarheid

Op zijn ligplaats in de Amsterdamse Oude Houthaven zet Barbé filterkoffie met een waterkoker. In zijn huis, dat hij onderverhuurd heeft, staat een espresso-apparaat, maar dat vindt hij aan boord overdreven. Hij heeft zijn eerste twee reizen al gemaakt; cacaobonen naar Koog aan de Zaan en veevoer naar Delden. Denkt hij dat er vraag blijft naar schepen in zijn tonnenmaat? ‘Ik zie de bestemmingen vooralsnog wel blijven. Voor veevoer naar België zijn er zes grote plekken. Het kan ook in een jaar allemaal weg zijn, maar waarom zou het? Die schaalvergroting, daar is de rek wel uit. Dat is nu wel duidelijk.’

Volgens sommigen kunnen binnenvaartschepen onder de 1500 ton nauwelijks rendabel worden geëxploiteerd. Heeft hij informatie ingewonnen over de financiële haalbaarheid? ‘Ja, natuurlijk. Ik vaar toch al jaren? Ik kreeg de jaarcijfers te zien van Hugo, en ook van Gabe en Anja, en het gaat gewoon. En dan kunnen ze wel zeggen dat het niet gaat, maar ik vind wel dat het gaat. Grootverdiener zul je niet worden aan boord van zo’n schip. Als je een nieuwe BMW wilt hebben en een kookeiland, dan moet je hier niet zijn. Maar daar heb ik geen behoefte aan. Ik ben Amsterdammer en ik lig hier met mijn vrachtschip. En dat het financieel wat krap is, dat kan zijn, maar het weegt tegen elkaar op. Het geeft een groot gevoel van vrijheid als je het schip losmaakt en wegvaart.’