Vlaams Instituut voor de Zee

Tonijn zwemt al langer in noordelijke Noordzee

Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) heeft onlangs naar buiten gebracht dat de Atlantische blauwvintonijn voor het eerst sinds 1960 is teruggekeerd in de Noordzee. Maar vissers weten dat deze tonijnsoort al veel langer in de noordelijke Noordzee rondzwemt.

Tonijn ringnetvisser
Vier jaar geleden voerde de ringnetvisser VL-50-G Vestbris exemplaren van boven de 300 kilo in Egersund aan. Foto’s Leen Roeleveld

Zo’n 10 jaar geleden troffen Noorse pelagische trawlers in de zomer al grote exemplaren blauwvintonijn aan tijdens de visserij op haring en makreel. Vanaf eind juni tot oktober jaagt tonijn in de noordelijke Noordzee en soms nog noordelijker in de Noorse Zee, dus ruim boven de 61e breedtegraad. De blauwvintonijn migreert elk voorjaar vanuit het westelijke deel van de Middellandse Zee naar de noordelijke Noordzee, waar op dat moment volop voedsel aanwezig is. Het gros van de tonijn zwemt via de westkust van Ierland en Schotland naar het noorden. Het zijn geen liefhebbers van ondiep water en komen dus zelden in Het Kanaal en de zuidelijke Noordzee.

Recordvangst in 1967

Nadat de bijvangst in de pelagische visserij elk jaar toenam, met soms exemplaren van meer dan 400 kilo, besloot de Noorse overheid enkele jaren geleden een quotum in te stellen. Voor dit jaar mag 386 ton tonijn worden aangeland. Daarvan is 15 ton gereserveerd als bijvangst in de pelagische visserij en 36 ton per schip voor kleinschalige ringnetvissers en een longliner.

De tonijn is wel lang weggeweest. In 1967 noteerde een ringnetvisser een recordvangst van 108 ton blauwvintonijn. Maar in de jaren ’70 slonken de vangsten gestaag. Bovendien bestonden de vangsten uit louter grote exemplaren, wat duidt op een gebrek aan aanwas. In 1986 wisten vier Noorse ringnetvissers in de zomer nog 70 ton tonijn te vangen. Daarna was het voorbij met de tonijnvangst.

Tekst gaat verder onder de foto

Tonijn visserij
Blauwvintonijn in het vriesruim van de Vestbris.

Visserijbeheer

Behalve Noorwegen kennen ook Zweden en Denemarken een tonijngeschiedenis. Vóór de Tweede Wereldoorlog werd vanuit Gotenburg en het Deense Skagen ’s zomers commercieel op tonijn gevist. Na de oorlog verdween daar de belangstelling voor tonijnvisserij, mede omdat Zweedse vaartuigen westelijker moesten stomen om nog wat te vangen. Tonijn zwom dus ook rond in het Skagerrak en mogelijk zelfs het Kattegat. De slinkende en vooral uit grote exemplaren bestaande vangsten in de jaren na de Tweede Wereldoorlog waren het gevolg van overbevissing in de westelijke Middellandse Zee. Sinds de kuststaten daar een strikt visserijbeheer zijn overeengekomen, gaat het veel beter met de blauwvintonijn. En dat werpt z’n vruchten af in de noordelijke Noordzee. Overigens is hij nu weer op de terugweg.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer